Amsterdam, gevelstenen in het voormalig Joods Meisjesweeshuis
Geschiedenis
De gevelstenen in het voormalig Joods Meisjesweeshuis herinneren de inwoners van Amsterdam aan de bijzondere geschiedenis van dit pand in de Rapenburgerstraat.
Het Nederlands Israëlitisch Weesmeisjes Collegie deed ruim tachtig jaar (1861-1943) dienst als opvang voor joodse meisjes. Het pand lag midden in de Amsterdamse Jodenbuurt. In de beginperiode was aan de instelling ook een schooltje en een ziekenzaal verbonden. Het aantal inwoners varieerde van 34 in de begindagen tot 80 in de hoogtijdagen. De meisjes kregen een orthodoxe opvoeding. Zij waren niet per definitie de armsten. Het huis nam alleen kinderen op van ouders die lid waren van de Joodse gemeente. Vandaar dat het huis aanvankelijk niet zoveel meisjes huisvestte. Ook was het niet zo dat alle meisjes wees waren. In sommige gevallen was alleen de vader gestorven en kon de moeder de verzorging van het kind niet langer opbrengen. Op deze wijze werd het weeshuis vooral een plek waar meisjes een degelijker opleiding genoten dan als ze thuis waren gebleven. In eerste instantie bestond die opleiding uit 'vrouwelijke handwerken' als naaien en huishoudlessen, waarmee de meisjes later als dienstmeisje in hun onderhoud konden voorzien. Maar vanaf de jaren twintig kregen ze een bredere opleiding, zodat zij ook secretaresse of verpleegster konden worden.
Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd er door de bezetter steeds meer druk uitgeoefend op het Nederlandse politieke en economische leven. De anti-joodse maatregelen kregen eind 1940 en begin 1941 een steeds grimmiger karakter. Vanaf 1941 werden in het weeshuis kinderen ondergebracht wier ouders bij razzia's waren opgepakt. Toen in juni 1942 de massale deportaties van joden begonnen, leek het weeshuis in eerste instantie gespaard te worden. Maar op 10 februari 1943 werd het huis alsnog ontruimd. De kinderen en personeelsleden kwamen via het doorgangskamp Westerbork terecht in het concentratiekamp Sobibor. Geen van hen heeft de oorlog overleefd. Na de bezetting heeft het weeshuis nog enige tijd gediend als opvang voor joodse overlevenden. Of de oorspronkelijke stenen toen nog op de gevel van het voormalige weeshuis zaten is niet bekend.
Oprichting
Het herstel van de teksten op de gevelstenen en het opnieuw aanbrengen van de teksten op de daklijsten was een initiatief van de huidige bewoners, onder wie David Barnouw en Elma Verhey, en Richard Kuiper, projectleider van de Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen. Deze vereniging heeft ook bewerkstelligd dat de tekststenen van het Fernandes Nuneshuis in het pand Nieuwe Kerkstraat 16 (een voormalig Joods bejaardenhuis) en de teksten in de gevel van de Nieuwe Herengracht 33 (tehuis voor joodse oude mannen) zijn hersteld.
Onthulling
De twee gevelstenen zijn op 10 februari 2003 onthuld door wethouder Hannah Belliot, in het bijzijn van enkele voormalige bewoners van het Joods Meisjesweeshuis.
Info
Vorm en materiaal
De gevelstenen in het voormalig Joods Meisjesweeshuis te Amsterdam zijn vervaardigd uit Belgische hardsteen. De benedenhal en het trappenhuis van het pand Rapenburgerstraat 171 zijn bij een verbouwing in de eerste kwart van de vorige eeuw uitgevoerd in Berlagiaanse stijl. Zij zijn de enige restanten die herinneren aan hoe het weeshuis er vroeger heeft uitgezien. De twee herstelde tekststenen (waarvan de letters in of na de Tweede Wereldoorlog waren weggehakt) dateren uit 1861 en 1889.
Tekst
De tekst op de gevelsteen van het pand Rapenburgerstraat 171 luidt:
'NEDERLANDSCH ISRAELITISCH
MEISJES-WEESHUIS'.
Op de daklijst van dit pand is de oorspronkelijke, in Hebreeuwse karakters gestelde tekst weer aangebracht. De zin is ontleend aan een standpunt van de 'Heeren Directeuren en Dames Directrices' die in 1861 het initiatief namen tot de wezenzorg:
'MANGASIEM TOUWIEM MEGADLE JETHOUMOTH'.
De Nederlandse vertaling luidt: 'Tot de goede werken behoort de opvoeding van weesmeisjes' en het jaartal 1861.
Bij een uitbreiding in 1889 werd het pand Rapenburgerstraat 169 bij het weeshuis getrokken. De tekst op de gevelsteen van dit pand luidt:
'VERGROOT 5649-1889'.
Op de daklijst van de uitbreiding is een in Hebreeuwse karakters gestelde tekst en het jaartal 1889 geschilderd.
Overige info
Locatie
Het monument is aangebracht in de voorgevel van het voormalig Joods Meisjesweeshuis aan de Rapenburgerstraat te Amsterdam.
Bronnen
- Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen;
- Nieuw Israelietisch Weekblad van 7 februari 2003, jaargang 138.
- Wandelingen door joods Amsterdam van J. Stoutenbeek en P. Vigeveno (Weesp, De Haan, 1985);
- De website Vereniging Vrienden van Amsterdamse Gevelstenen