Anne Suzanna Aeneae Venema-de Stürler

1916-1945

Portret toevoegen?

Klik hier

Oorlogsslachtoffer

Is 28 jaar geworden

Geboren op 30-08-1916 in Medan 

Overleden op 03-08-1945 in Batavia, kamp Tjideng 


Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

A.S. Aeneae Venema- de Stürler

A.S. Aeneae Venema- de Stürler

Geplaatst door Medewerker Oorlogsgravenstichting op 11 oktober 2018

Cc7243b7210104b478cc34bc83dd7d2b v1

A.S. Aeneae Venema- de Stürler

A.S. Aeneae Venema - de Stürler

Geplaatst door Medewerker Oorlogsgravenstichting op 11 oktober 2018

Db7df35675ca04d9d34ccb4788b47a22 v1

Tabeh Batavia (biografisch)

TABEE BATAVIA"Uit het register van aangiften van geboorten voor de Europeanen blijkt dat te Batavia op drie augustus tweeduizend zeshonderd en twee is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht genaamd: AENEAE VENEMA, Annette Cornelia."Zo... Lees meer
TABEE BATAVIA"Uit het register van aangiften van geboorten voor de Europeanen blijkt dat te Batavia op drie augustus tweeduizend zeshonderd en twee is geboren een kind van het vrouwelijk geslacht genaamd: AENEAE VENEMA, Annette Cornelia."Zo werd ik op 3 augustus 1942 geboren want het Japanse jaartal 2602 correspondeert met het westerse 1942.Het oorlogsdagboek van mijn vader onthult dat twee weken later mijn moeder het Carolusziekenhuis verliet en op weg was naar huis aan de Soendaweg toen ze plotseling besloot te proberen mij aan haar man te tonen. Met de kleine baby in haar armen kwam zij bij het mannenkamp aan waar zij lang moest wachten voordat de jappen haar toestemming gaven. Van elkaar gescheiden door het hek mochten zij elkaar even spreken. Hij zag voor het eerst zijn kindje, voor het laatst zijn vrouw. Het werden drie lange jaren van internering; A.D.E.K. voor hem en om zijn denken in een zelfgekozen richting te dwingen verdiepte hij zich in het Javaans. Het werd Tjideng en later Kramat voor mij en voor mijn moeder die aan deze oorlog zou bezwijken. Op 3 augustus 1945, twee weken voor de capitulatie had het jappenkamp mijn nog maar 28-jarige jonge moeder uitgeput en gaf zij het leven op. In Batavia, op Tanah Abang, werd zij begraven.Ik wende aan mijn 'pappie', leerde dat honden geen grote muizen waren en dat zonder hek mijn wereld groot geworden was. Later in datzelfde jaar bracht, door tussenkomst van Het Rode Kruis, de tot hospitaalschip aangepaste 'Oranje' ons naar Australië. Een normaal leven met oude en met nieuwe vrienden, maar ook frisse zeewind, zon en strand deden veel goed. Onze darmen vergaten de dysenterie en geen van de lange wandelingen die mijn vader maakte om zich te heroriënteren wilde ik missen. Driekwart jaar later, op 20 juli 1946 verlieten we de haven van Sydney. Aan boord van de Bloemfontein vierde ik mijn vierde verjaardag en in vijf weken voeren we naar Holland, waar Rotterdam de passagiers op 25 augustus verwelkomde met wat bloemen en het Wilhelmus. Mijn nog steeds jonge vader had zich al die tijd vastgehouden aan dierbare herinneringen. Nu bond hij de rafels van zijn ziel bijeen en begon moedig en met toewijding aan een volgend bestaan. In die eerste na-oorlogse Hollandse winter zou ik beginnen aan het proces om in bevroren aarde te wortelen. De kleuter vergat voorgoed haar peutertijd. Schooltijd en pubertijd vergleden moeizaam naar volwassenheid. Voor mij werd 'Indië' rijsttafel en een tijgervel met opgezette kop bij een vriendinnetje thuis, Indië werd wajangpop, een fotoalbum, bloemen met namen als kembang sepatu, Indië voegde zich in schilderijtjes met rood-bloeiende flamboyante bomen of in kunstig en geurend houtsnijwerk. Ook werd Indië een dierbaar en naar gamelan klinkend sprookje waarvan ik de stilstaande melodieën tot slaapliedjes maakte en dat ik pas als Indonesië terug zou zien in 1975, want in dat jaar kwam een brief van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting over de benarde positie van de begraafplaats Laanhof op Tanah Abang. De stad Djakarta barstte uit haar voegen, De begraafplaats met al haar herinneringen aan Batavia moest wijken. De doden moesten plaats maken voor levende stervelingen en de oorlogsgravenstichting vroeg toestemming aan nabestaanden om familieleden te mogen herbegraven op een ereveld buiten de stad dat Menteng Pulu heet.Mijn huwelijksreis werd tevens pelgrimstocht. Buiten het Kartika plaza hotel smeulde 's avonds achter iedere heg een krètèk sigaret en overdag stonden er honderden witte vliegertjes boven de lage rode huizen. De betjah uit de verhalen was bijna verdwenen; we kregen een Volkswagentje als taxi voor onze speurtocht naar mijn moeders graf. Wij wilden van de ochtendkoelte profiteren en gaven het adres aan onze chauffeur. Een uur later begrepen we dat hij niet wist waar naar toe te gaan, op straat vragen bood geen uitkomst meer, we waren te diep in de stad verdwaald en wij Hollanders spraken geen van beiden de taal. Dan maar terug naar het hotel, de chauffeur kreeg uitleg en wat geld, opnieuw stortten wij ons in het helse verkeer. De taxi werd te klein, de stad te warm, maar tenslotte bereikten we de ommuurde begraafplaats die wij van oude foto's konden herkennen. Buiten in de windstille straat hing de opgewarmde stank van de al voorbije markt in een heet décor met knetterend straatlawaai. Van Batavia geen spoor, Djakarta eiste alle zintuigen op.Naast de ingang was een gebouw waar ook de Oorlogsgravenstichting kantoor hield en waar wij allervriendelijkst werden ontvangen in een lieflijker Nederlands dan ik ooit had gehoord. Na de noodzakelijke formaliteiten werden wij uitgenodigd mijn moeders graf te bezoeken. Wij kregen een gids en gedrieën wandelden we over lange paden tussen de graven. Hier was het stil, hier regeerde zelfs nog de Oost-Indische Compagnie, weliswaar met een tolerant en gastvrij gebaar, want op de eeuwenoude marmeren zerken van Batavia hurkten stedelingen van nu vertrouwelijk bij elkaar. In de schaduw van een indrukwekkend mausoleum werd een bescheiden houtskoolvuurtje gestookt om wat voedsel te bereiden. De wandeling voerde verder naar de buitenrand; onze begeleider werd nerveus, kon het graf waar wij naar op zoek waren niet vinden, maar wij, met de oude foto's als gids, vonden herkenningspunten en vertaalden het vergeelde beeld naar de werkelijkheid van bouwsels en muren. Wij stonden korte tijd stil bij het zorgzaam onderhouden graf, stonden stil bij de oorlog en bij al het verdriet om het dan vaarwel te zeggen.Tabee zei ik als kind, Tabeh Tanah Abang, Tabeh Batavia.© annette brattinga-aeneae venemaAnnette Brattinga - Aeneae Venema 3-8-1942 Sluiten
Bron: Ik ben de auteur

Geplaatst door Annette Cornelia Brattinga- Aeneae Venema op 20 mei 2015

Nationaal Archief, Den Haag, Algemene Secretarie van de Nederlands-Indische Regering en de daarbij gedeponeerde Archieven, nummer toegang 2.10.14, inventarisnummer 5247
Bron: http://proxy.handle.net/10648/18d9dfb5-4b30-1367-81cc-89d5c8231a5a

Geplaatst door L. Bijl op 01 juli 2014

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Menteng Pulo


Vak/rij/nummer XIII2
aeneae venema.sturler.de.a.s.2005.jpg

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu