Willemina Kommertje Alida Wehlburg-Elenbaas

1869-1945

0

Oorlogsslachtoffer

Is 75 jaar geworden

Geboren op 09-12-1869 in Kralingen 

Overleden op 21-03-1945 in Semarang, kamp Lampersari-Sompok 


Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Willemien Wehlburg-Elenbaas

'Ik ben geboren in het jaar dat het Suezkanaal werd geopend,' zei Willemina vaak tegen haar kleinkinderen. Willemien, zoals zij werd genoemd, was weliswaar in de provincie Zuid-Holland geboren, maar was van Zeeuwse komaf. Omstreeks 1872 vertrok... Lees meer

'Ik ben geboren in het jaar dat het Suezkanaal werd geopend,' zei Willemina vaak tegen haar kleinkinderen. Willemien, zoals zij werd genoemd, was weliswaar in de provincie Zuid-Holland geboren, maar was van Zeeuwse komaf. Omstreeks 1872 vertrok het gezin naar Nederlands-Indië. Willemien was het oudste meisje in een gezin met elf kinderen. Op haar elfde overleed haar moeder en moest zij de zorg voor het gezin op zich nemen. Van oudere jongens werd zoiets nooit gevraagd. Willemien was klein van stuk en roodharig. Tot haar zestiende werd deze haardos steeds afgeknipt in de hoop dat er een andere kleur voor terug zou komen. Met haar haarkleur en sproetjes in het gezicht zag ze er erg Hollands uit. Maar zij voelde zich altijd diep beledigd wanneer iemand haar uitmaakte voor 'totok' (Hollander). Het type van de zogenaamde 'njonja besar' (deftige dame) was ze evenmin. Willemien had meer de uitstraling van een Europese boerenvrouw. Voor zichzelf was zij heel streng en steeds bezig met alle voorkomende huishoudelijke werkzaamheden. Verder bezat zij veel gevoel voor humor. Willemien leerde voor gouvernante en was op haar dertigste nog vrijgezel.

In 1899 leerde zij de weduwnaar Adeler Wehlburg kennen. Hij was houtvester bij het Boswezen en beheerde meerdere houtvesterijen op Java. Terugkerend van een tournee (inspectiereis) van zes weken langs een aantal vesterijen vond hij zijn huis helemaal leeg. Navraag leerde dat zijn vrouw en hun oudste kind waren overleden aan cholera. Ook het jongste kind, een meisje, was verdwenen. Gebleken is dat de baboe (inlandse huishoudster) het kind ter verzorging had meegenomen naar de kampong. Nadat de baby weer was teruggebracht zocht de heer Wehlburg een gouvernante. Dat werd Willemien. Tussen Adeler Wehlburg en Willemien ontstond een relatie, die resulteerde in een huwelijk. Zij kregen nog drie kinderen.

Cornelia Denninghoff Stelling was een heel ander soort vrouw. Zij groeide op op de thee-onderneming 'Tjiliwoeng' in de Preanger. De familie Denninghoff Stelling was geparenteerd aan de families Kerkhoven, Holle, Van der Hucht, families waarover de bekende schrijfster Hella Haasse een boek heeft geschreven. In de tijd dat Cornelia naar de middelbare school ging, reisde zij dagelijks per trein naar Batavia. Tijdens zo een reis viel het beeldschone meisje in het oog van de toen zestienjarige Adeler, zoon van Willemien en Adeler Wehlburg. Van meet af aan aanbad hij haar en sloeg alle jongens uit pure jaloezie bij haar weg.

Door de pensionering van vader Wehlburg en hun vertrek naar Nederland verloor hij haar echter uit het oog.

Vader Wehlburg doceerde nog enige tijd aan de Landbouwschool in Deventer. Zijn zoon Adeler ging studeren in Delft. Ook het gezin Denninghoff Stelling kwam in de tussentijd naar Nederland. Hier werd de kennismaking tussen Adeler junior en Cornelia hernieuwd en kreeg hun 'treinliefde' een bekroning: in 1926 traden zij in het huwelijk. Adeler was inmiddels afgestudeerd als civiel-ingenieur en wilde naar Nederlands-Indië. In 1927 kreeg hij een betrekking bij de waterstaatsdienst en vertrok met Cornelia naar Serang op Sumatra. Daar werd hun eerste kind geboren. Later vestigden zij zich op Java, waar hun twee andere kinderen geboren zijn. Willemien, die inmiddels weduwe was geworden, keerde in 1938 eveneens terug naar Indië. Zij betrok een paviljoen bij het huis van haar zoon Adeler en Cornelia.

Vlak voor de Japanse aanval op Nederlands-Indië woonden Adeler, Cornelia, hun drie kinderen en Willemien in Bandoeng. Adeler was bij de oorlogsdreiging gemobiliseerd en diende als reserveluitenant bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). In die functie was hij verantwoordelijk voor het vernietigen van de infrastructuur, waaronder bruggen, in de omgeving van Bandoeng.

Na de capitulatie van het KNIL werd hij in krijgsgevangenschap afgevoerd.

Cornelia kwam met haar twee dochters in het kamp Tjihapit terecht. Haar elf-jarige zoon werd overgebracht naar een mannenkamp. Willemien werd later ook in Tjihapit opgesloten. In deze periode kwamen Willemien en haar schoondochter elkaar zeer na te staan en ondanks de ellende en verschrikkingen van het kampleven hebben ze geprobeerd er, voor zover dat mogelijk was, het beste van te maken. Beiden waren geen heldinnen, wel rustgevende mensen voor hun lotgenoten. Altijd vriendelijk, moedgevend en nimmer berustend in hun lot.

Vrees voor de Jappen hadden beide vrouwen niet. Kort na de capitulatie trotseerde Willemien de Japanse invaller door hun paarden over de neus te strelen. Haar vader had op de onderneming renpaarden gehouden, waardoor ze gewend was om met deze dieren om te gaan. Tijdens een inspectie in het kamp, namen de Japanners messen en scharen in beslag, waarvan Cornelia rustig de helft terugpakte. Ook haar humor bleef zij onder alle omstandigheden bewaren. Toen in het kamp soep werd gegeten en in de kom van haar dochter een rups dreef, merkte ze op; 'Jij boft, je bent de enige die vlees in zijn soep heeft.'

Eind 1944 werden Willemien, Cornelia en haar twee dochters vanuit Bandoeng overgebracht naar het kamp Lampersari-Sompok bij Semarang. Daar werden zij ondergebracht in een huis dat met 52 andere personen gedeeld moest worden. Vanwege haar organisatietalenten kreeg Cornelia de leiding. Op een zeker moment moest elk huis een vastgesteld aantal doodgeslagen vliegen inleveren bij de kampcommandant. Cornelia wist een zuurtje te bemachtigen en loofde dat uit voor het kind dat de meeste vliegen had gevangen, maar ze waarschuwde haar oudste dochter dat zij het niet zou krijgen als zij dat zou zijn.

Door de slechte hygiënische situatie in het kamp staken al snel de typische kampkwalen de kop. Het betrof hier beri-beri, dysenterie, malaria, verschillende oedemen. Vanwege de nog slechtere medische verzorging bezweken veel mensen aan deze ziekten.

Willemien, uitgeteerd door buikloop, bezweek op 21 maart 1945 op 75-jarige leeftijd. De familie mocht niet aanwezig zijn bij haar begrafenis. Niet lang daarna werd ook Cornelia ziek. De nimmer aflatende zorg voor Willemien en haar dochters was haar te veel geworden. Cornelia werd opgenomen in het kampziekenhuis. Op 15 augustus 1945 capituleerden de Japanners en was de Tweede Wereldoorlog ten einde. Cornelia’s man keerde terug uit krijgsgevangenschap en bezocht haar in het kamp. Slechts twee weken waren zij herenigd, op 2 oktober 1945 stierf Cornelia in de armen van Adeler. De voorgaande nacht had de perkoetoet (duif) geroepen, hetgeen volgens bijgeloof een voorbode was van de dood.

Adeler Wehlburg, de weduwnaar van Cornelia, wilde de stoffelijke resten van zijn vrouw en moeder niet achterlaten in Indonesië. Toen hij begin jaren vijftig een betrekking kreeg op Nederlands Nieuw-Guinea nam hij hun stoffelijke resten mee in loden kisten. Ook toen hij uiteindelijk repatrieerde naar Nederland gingen deze kisten mee. In Nederland werden de resten gecremeerd in het crematorium Driehuis-Westerveld in de gemeente Velsen, waar de urnen werden bijgezet in het columbarium. In 1995 zijn de urnen overgebracht naar het ereveld in Loenen waar ze zijn bijgezet in vak A grafnummers 877 en 878.

Sluiten
Bron: Boek: Ereveld Loenen, Laatste rustplaats van Nederlandse oorlogsslachtoffers

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 14 januari 2019

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nationaal Ereveld Loenen


Vak/rij/nummer A877
W.K.A.Wehlburg Elenbaas.JPG

Monument

Naam:
Loenen, Ereveld Loenen

Plaats:
Apeldoorn

Loenen, Ereveld Loenen

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu