Martinus Bibiano Isijk

De Duitse onderzeeboot U-156 (Kapitän leutnant Werner Hartenstein) is onderdeel van een groep van vijf U-boten “Gruppe Neuland”, die vanuit Franse havens zijn uitgezonden voor een gezamenlijke aanval op de raffinaderijen op Aruba en Curaçao, en de tankers rond de eilanden. De aanval staat gepland op 16 februari 1942, in de vroege ochtenduren. Om 01.31 uur vuurt U-156 een torpedo af op de tanker Pedernales, die voor anker ligt voor de Lago raffinaderij op het eiland Aruba. De torpedo treft het schip na 48,5 seconden met donderend geweld in de midscheeps. De Pedernales vliegt direct in brand. Het schip drijft in de nachtelijke uren brandend rond, maar zinkt niet. Er vallen onder de bemanning acht doden, waaronder bootsman Isijk. Uiteindelijk lukt het om de brand op het schip te blussen en het schip wordt naar Palm Beach gesleept. Daar wordt in de dagen erna, in ondiep water zodat het schip niet kan zinken, het voorschip en achterschip losgemaakt, waarna het beschadigde middendeel terplekke wordt afgezonken. De twee overblijvende scheepsdelen worden naar San Nicolas gesleept en in het Lago droogdok tijdelijk met elkaar verbonden. De verkorte Pedernales vertrekt daarna op eigen kracht naar de VS, waar het schip volledig hersteld en verbouwd wordt. De Pedernales wordt opnieuw ingezet als tanker en overleeft de oorlog. Het beschadigde middenstuk wordt na de oorlog een populaire duiklocatie op Aruba. Sluiten