Frans Willem de Haas

1898-1944

0

Oorlogsslachtoffer

Is 46 jaar geworden

Geboren op 24-07-1898 in Saparoea Ambon 

Overleden op 27-07-1944 in Omgeving Bodjonegoro 


Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Te veel verdriet voor woorden

“We wisten dat opa Frans Willem de Haas op Kerstavond 1943 door de Jappen was meegenomen en dat hij zelfs zijn schoenen niet mocht meenemen. We wisten ook, dat hij op om omstreeks 27 juli 1944 was onthoofd. We vermoedden wel dat dat met... Lees meer

“We wisten dat opa Frans Willem de Haas op Kerstavond 1943 door de Jappen was meegenomen en dat hij zelfs zijn schoenen niet mocht meenemen. We wisten ook, dat hij op om omstreeks 27 juli 1944 was onthoofd. We vermoedden wel dat dat met verzetsactiviteiten te maken had. Maar verder wisten we niets. Oma vertelde maar weinig. Misschien had ze wel te veel verdriet voor woorden.”

Voor Sylvia de Rooij-Dissel is het zoals met veel nabestaanden van oorlogsslachtoffers. Zo veel jaren na de bevrijding is het verhaal vervaagd. Omdat lang niet alles duidelijk is, maar vooral omdat de vorige generatie er zo moeilijk over kon praten. Een generatie van psychologen en amateur-psychologen heeft ons geleerd dat je over dingen moet praten om ze te verwerken. Maar is soms het verdriet daarvoor niet te groot?

“Ik ben met het oorlogsverleden van mijn opa van moederskant geconfronteerd toen ik mij ging bezighouden met het verleden van een broer van mijn vader, Albert Dissel. Die was in Korea omgekomen en dat had in die familie veel verdriet gegeven. Er kwam een plaquette en een oorkonde van het ministerie en dat was dat.”

“Uiteraard heb ik mijn opa nooit gekend en de verhalen waren summier. Ik dacht: er moeten foto’s zijn en documenten. Zo ben ik wel wat te weten gekomen. Hij kwam uit een Molukse familie en studeerde medicijnen toen hij een relatie begon met mijn oma, Francina Wattinema. Zijn familie vond haar te min, maar toch kregen ze een relatie. Ze trouwden niet, maar kregen wel tien kinderen. De studie werd afgebroken en opa vond een baan als boekhouder bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM).”

“Het zit er dik in dat opa tijdens de oorlog in de ondergrondse zat. Mijn moeder vertelde later dat als er ergens schoten klonken of brand was uitgebroken, vader precies kon zeggen waar dat was. Misschien ondernam hij spionageactiviteiten. Kennelijk wist hij hoe de hazen liepen. Er wordt verteld dat hij is verraden omdat hij een pistool droeg. Hoe dat ook zij, feit is dat hij op Kerstavond 1943 werd opgepakt en dat hij zelfs zijn schoenen niet mocht meenemen. Later was het in ons gezin taboe om zonder schoenen de deur uit te gaan. Zo diep zat dat.”

“Kennelijk dachten de Japanners dat er binnen het gezin de nodige informatie te behalen was over het verzet. Ook oma werd gearresteerd en haar kinderen werden aan hun lot overgelaten. Mijn moeder, die in een klooster verpleegkunde studeerde werd verhoord in het licht van heel felle lampen. Ze heeft daar de rest van haar leven slechte ogen aan over gehouden. Toen lang na de oorlog mijn oom Jopie op bezoek kwam in Nederland zei mijn moeder: ‘je moet niet van hem schrikken’. Want zijn neus was door de Jappen afgehakt. Van een andere oom zijn de nagels verbrijzeld. Vind je het gek dat ze er niet over wilden praten.“

“De oorlogsperiode en de periode daarna heeft onze ouders er wel toe gebracht om ons weerbaar te maken. Wij hebben thuis allemaal leren schieten.”

“Over hoe het met opa in zijn gevangenschap is gegaan weten we eigenlijk niets. Hij is op of omstreeks 27 juli 1944 onthoofd en is in een massagraf begraven en gevonden. Zijn weduwe en kinderen bleven achter en moesten al vrij snel naar de oorlog uitwijken naar Nederland. Een paar dagen voor ze vertrokken overleed er nog een kind, een meisje. Oma en de rest van het gezin hebben haar hals over kop moeten begraven, haar moeten achterlaten opparticuliere grond. Zo moesten ze naar Nederland. Met een hart vol pijn.”

“Met die pijn heeft oma, heeft mijn moeder en hebben mijn ooms en tantes een leven lang rondgelopen. Ze praatten er niet over. Het was te groot. Af en toe kwam het boven en dan wisten we: nu moet je hen niet belasten. Toch is de familie niet bij de pakken gaan neerzitten. We zijn grootgebracht met: we zijn nu hier in Nederland. We moeten er hier iets van maken.”

“Mijn oma, mijn moeder, mijn ooms en tantes, voor hen allemaal was het moeilijk om over opa te praten. Ze veel leed. Niet te peilen. Maar Frans Willem de Haas was een dapper man, die durfde te kiezen. Alleen daarom al is het goed dat ik zijn verhaal vertel. Dat ben ik hem verschuldigd.”

Sluiten
Bron: Tekst geschreven door Piet Kralt na een interview met kleindochter Sylvia de Rooij-Dissel

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 15 februari 2020

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Ancol


Vak/rij/nummer IV35:36
haas.de.f.w.2005.jpg

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu