Hendrik Jan Theodoor Hessing

1.Algemene gegevens

-naam en voornamen : Hessing, Hendrik Jan Theodoor

-plaats en datum geb. : Semarang 26 dec. 1906

-rang, status : Stadswacht sld. Inf. KNIL

-alg. stamboeknr : 218806

-onderdeel : stdw. (Deli SOK) Inf. KNIL

-burger beroep (vóór WOII) : landbouwkundige (planter)

-overleden : gefusilleerd op 14 mrt. 1942

*) zie verslag hierna.

2.Korte Historie

Hendrik Jan Theodoor Hessing werd op 26 dec. 1906 te Semarang geboren.

Semarang was de provinciehoofdplaats van Midden Java.

Na in Nederland de Handels-H.B.S. te hebben doorlopen, reisde mijn vader

naar Nederlands-indië, om daar op Sumatra, als planter, op een

tabaks-plantage van de Senembah-maatschappij te gaan werken.

In Nederland was geen werk te krijgen, i.v.m. de crisis.

Op 28 feb. 1929 trouwde mijn vader met mijn moeder,

Leonora Maria Rosina Schenkkan, maar "met de handschoen".

Dat hield in, dat mijn vader in Indië de bruiloft vierde en mijn moeder

in Nederland. Daarna vertrok mijn moeder ook naar Indië.

Een paar jaar later, brak ook in Indië de crisis uit en reisden ze weer

terug naar Nederland, alwaar zij zich vestigden in Den Haag.

Daar werden mijn zusje en ik geboren.

In 1936 gingen we met ons gezin weer terug naar Indië, waar mijn vader

weer een baan kreeg bij de Senembah-maatschappij.

Toen de oorlog uitbrak, woonden wij op Goenoeng Rinteh, een plantage

in de omgeving van Medan, op Sumatra.

Bron : Luitenant Kolonel b.d. Jacq Brijl en Max Hessing

*)De moord op 21 stadswachters bij Tiga Roenggoe, Deli, Sumatra's Oostkust.

3.Inleiding

In verband met het dreigende oorlogsgevaar in Z.O. Azië, besloot het KNIL

haar leger te versterken met een aantal hulpkorpsen.

zo werden er hulpkorpsen opgericht, om bepaalde plaatsen en belangrijke

gebieden te beveiligen.

In aansluiting daarop, werden Stads- en landwacht-eenheden opgericht.

De meeste stadswachten waren vrijgesteld van hun militieplicht, maar melden

zich als vrijwilliger bij bijv. de plaatselijke Stadswacht, om hiermede een bijdrage

te leveren bij de beveiliging en verdediging van eigen ondernemingen en plantages,

zoals dat ook in Deli, op Sumatra's Oostkust, had plaatsgevonden.

Dramatische gebeurtenissen bij Tiga Roenggoe.

In de nacht van 14 op 15 mrt. 1942 werden 21 vrijwillige Stadswachters

van het KNIL, bij Tiga Roenggoe, een plaatsje op de weg van Pematang Siantar

naar Kabangdjahe, door Japanse militairen vermoord.

De stadswachters hadden tot taak, enige bruggen te bewaken en hadden

gehoord , dat intussen Japanse eenheden op de Oostkust van Sumatra

waren geland . Bij hun terugtocht voor de overmachtige vijand, hadden zij,

conform hun opdracht, tijdig de hun toevertrouwde bruggen vernietigd.

Dit moedige besluit werd door hen genomen, ondanks dat zij via NIROM

en pers wisten, dat het Japanse leger o.m. op Tarakan en in Balikpapan,

onze militairen had geexecuteerd, die betrokken waren bij het vernietigen

van bruggen en belangrijke installaties in hun gebied.

NIROM staat voor "Nederlands Indische Radio Omroep".

De Japanners, die intussen op 12 mrt. 1942 bij Laboean Roekoe waren geland,

behoorden tot het gemot. Regiment Verkenners van de tweede Divisie van de

Keizerlijke Garde. Na de landing had deze eenheid een omtrekkende beweging

gemaakt en verraste de stadswachters bij het dorpje Tiga Roenggoe.

De stadswachters werden onmiddellijk gevangen genomen, ontwapend en daarna op

14 mrt. 1942, tussen 20.00 en 21.00, in koele bloede vermoord, door de japanse

militairen van genoemde verkenningseenheid.

De volgende dag werden de lichamen omstreeks 12.00 begraven in een

schuilloopgraaf, bij een lokale school.

In nov. 1947 werden tenslotte de stoffelijke resten van de stadswachters ontdekt

en konden alle slachtoffers door de Gerechtelijke Geneeskundige, dr. Th. P. J.

Boortman, worden geïdentificeerd.

Tot de 21 vermoorden behoorden enige zeer vooraanstaande "Delianen",

zoals de Oud- hoofdadministrateur van de Deli-Mij., dhr. P.M. Visser en de

toenmalige Secretaris van de Tabaks-Mij. "Arendsburg", dhr. W.F. van den Berg.

Voorts behoorde ook Stw. Sld. Inf. KNIL H.J.Th. Hessing tot één van de

geïdentificeerde slachtoffers.

De dood bleek te zijn veroorzaakt door nek-schoten.

Uit het na WOII ingestelde onderzoek, bleek diegene, die de opdracht had gegeven

tot de genoemde massamoord, de Majoor Junzaburo Nakamura te zijn, de

Plv. Commandant van de eerder genoemde Verkenningseenheid.

Bij het verdere onderzoek bleek, dat Nakamura al tijdens WOII in Nieuw-Caledonië

was gesneuveld, zodat de Ned. Temporaire Krijgsraad te Medan, hem niet meer

voor zijn ernstige oorlogsmisdaden kon berechten.

De Commandant van de Verkenningseenheid, Kol. Yuzo Kitayama, werd in apr. 1949

door de Temporaire Krijgsraad vrijgesproken van de gebeurtenissen rond

Tiga Roenggoe, omdat hij toen niet ter plaatse aanwezig was geweest en ook

niet op de hoogte was van de misdadige handelingen van Majoor Nakamura.

Na de oorlog werd H.J.Th Hessing door de Ned. Oorlogsgravenstichting (OGS)

herbegraven op het Ereveld Ancol te Jakarta (Batavia).