Fred werd geboren te Amsterdam op 1 oktober 1899. Zijn vader was de Amsterdamse architect J.F. Staal, twee van zijn broers, Arthur en George werden eveneens architect, halfbroer Frits werd taalkundige.Fred werd matroos bij de Koninklijke Marine, hij wilde gaan varen om meer van de wereld te kunnen zien. Na enige jaren bij de marine begon hij in Nederland aan zijn studie voor tropische landbouw met het doel naar de tropen uitgezonden te kunnen worden. Dat lukte, in 1927 vertrok hij als planter naar Nederlands-Indië. Hij begon als employé op één van de thee- en rubberondernemingen van de Pamanoekan en Tjiasemlanden op West-Java. Enige maanden later kon zijn vrouw Ina Staal-van Eyk ook overkomen naar Nederlands-Indië.Regelmatig werd Fred overgeplaatst naar andere ondernemingen van dezelfde Engelse firma met hoofdkantoor in Subang West-Java. Daardoor kreeg hij steeds veelzijdiger werk. Zowel Fred als Ina hielden van hun leven in de tropen. Ze kregen drie kinderen, twee dochters, Ineke en Hanneke, in Sukabumi en een zoon Erik in Bandung.Toen de Japanse oorlogsdreiging in 1941 steeds groter werd, werd Fred opgeroepen voor militaire dienst als reservist bij de Koninklijke Marine in Jakarta; hij moest daar geregeld wachtlopen. In 1942, tijdens de Japanse bezetting, werd hij krijgsgevangene gemaakt, mede door zijn voormalige diensttijd is hij vervoerd naar het Darmo-kamp in Surabaja, Oost-Java. Vandaar moest hij op transport naar Birma waar hij als gevangene tewerkgesteld werd bij de aanleg van de Birmaspoorweg in het kamp Hindato. Hij overleed op 8 mei 1943. Nu ligt hij begraven op de erebegraafplaats Kanchanaburi in Thailand.Zijn vrouw en kinderen zaten eveneens in concentratiekampen in Bandung en Jakarta. Zij hoorden pas na de oorlog, eind 1945, dat Fred al in 1943 overleden was. Sluiten