Nol wordt geboren op 16 mei 1915 in Alphen als vierde in een gezin van elf kinderen. Als dienstplichtig soldaat wordt hij bij het 4-2 Grensbataljon ingedeeld en begin mei ingezet bij de verdediging van het zuidelijke deel van de Peel-Raamstelling. Als het Duitse leger op 10 mei 1940 Nederland binnenvalt, krijgen de verdedigers het bevel zich terug te trekken. Nol wordt met zijn regiment via Maarheeze naar Budel gestuurd. Omdat Maarheeze dan echter al is ingenomen, wijkt de groep uit naar het nog vrije Sterksel. In de nacht van 11 op 12 mei verstoppen de soldaten zich in een bos langs de weg Someren-Heeze om de ochtend af te wachten. Vanuit hun schuilplaats horen ze onafgebroken de Duitse colonnes langstrekken. In de ochtend gaat het mis; de soldaten worden omsingeld en onmiddellijk onder vuur openen. Nol sneuvelt in dit vuurgevecht, enkele dagen voor zijn 25e verjaardag. Ook soldaat Kanters en sergeant Broos komen om het leven.

Drie dagen later worden de lichamen gevonden door de 16-jarige Antoon van Gennip uit Heeze en op 18 mei volgt hun begrafenis in Sterksel. Nol wordt later in zijn woonplaats Alphen herbegraven.