De tanker Leticia (kapitein J.J. ´t Gilde) wordt, tijdens haar reis van Curaçao via Trinidad naar Falmouth (VK), varend op 300 mijl ten zuidwesten van Ierland, op 27 juni 1940 ongezien genaderd door de Duitse onderzeeboot U-47 (Kapitän leutnant Günther Prien). Die herkent het scheepstype en weet dat de Leticia een kleine diepgang heeft. Daarom wil hij geen torpedo’s gebruiken, maar het 105mm boordkanon. Hij ziet geen kanon op de Leticia en durft daarom dichtbij te komen. Om 14.01 uur, op een afstand van circa 300 meter van het schip, opent de U-47 het vuur. De tweede machinist J.J. Mol komt om, de tweede stuurman raakt zwaar gewond aan het linker dijbeen en de kapitein loopt lichte verwondingen op. Na vier minuten stopt de onderzeeboot met vuren, zodat de bemanning het schip kan verlaten. Een Britse olieman valt daarbij overboord en verdrinkt. Als de reddingboten wegvaren gaat de U-47 verder met vuren, tot het schip zinkt om 15.11 uur. Drie man blijken dan nog aan boord te zijn en worden uit zee opgepikt door Prien. Voorzien van droge kleding worden ze afgezet in een reddingboot. Na voedsel en verbandmiddelen voor de gewonden te hebben afgegeven, vervolgt de U-47 haar weg. Dezelfde dag worden de 30 overlevenden opgepikt door de Britse jager HMS Hurricane (H 06) en drie dagen later in Plymouth (VK) aan land gebracht. Sluiten