De Arundo (kapitein Adrianus Cornelis Troeleman) verlaat New York (USA) op 28 april 1942 in het gezelschap van twee andere vrachtschepen, Laertes en Java Arrow, en het Amerikaanse oorlogsschip USS Lea (DD-118). Het schip is bewapend met een 4 inch kanon achterop, en twee Oerlikon 20mm machinegeweren op de brugvleugels. De lading bestaat o.a. uit jeeps, vrachtwagens, twee locomotieven en 5000 kratten Canadees bier. Na het verlaten van de haven is het voornemen van de Arundo om alleen door te varen naar Kaapstad (Zuid Afrika), terwijl de andere drie schepen een klein konvooi vormen. Een paar uur na haar vertrek uit New York wordt de Arundo aangevallen door de Duitse onderzeeboot U-136 (Kapitän leutnant Heinrich Zimmermann), ongeveer 15 mijl ten zuiden van Ambrose lichtschip. Een torpedo treft het schip aan stuurboord zijde onder de brug, blaast de luiken van de ruimen af en zorgt ervoor dat het schip na korte tijd voorover begint te hellen. Er ontstaat een slagzij van 25 graden en het schip begint weg te zinken. De bemanning verlaat het schip in de enige reddingboot die de explosie heeft overleefd. Kort daarna zinkt het schip. Drie vlotten drijven vrij en de overlevenden worden over de vlotten verdeeld. Zes mannen worden vermist, waaronder stoker Coenen. Intussen verlaat de onderzeeboot het gebied onder water, als Zimmermann een vliegboot ziet patrouilleren in de omgeving. De andere drie schepen zien de aanval gebeuren vanaf een afstand van 5 mijl en de USS Lea reageert onmiddellijk. Het oorlogsschip komt direct op de aanvalspositie af en begint naar de U-136 te zoeken, maar zonder resultaat. Negentig minuten later komt de destroyer richting de reddingboot en de vlotten en neemt alle overlevenden aan boord Die avond worden alle bemanningsleden aan land gebracht in Lewes (Delaware). De USS Lea redt ook nog een bemanningslid uit zee, maar hij blijkt te zijn overleden. Hij wordt begraven in New York. Sluiten