Charles Constant Marie Hubert op de Coul
1901-1942
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 40 jaar geworden
Geboren op 04-07-1901 in Venlo
Overleden op 24-03-1942 in Atl. Oceaan a/b m.s. Ocana
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Het verlies van de Ocana
De tanker Ocana (kapitein J. Besier) wordt, op 24 maart 1942 bij zonsopkomst, ontdekt door de Duitse onderzeeboot U-552 (Kapitän leutnant Erich Topp) voor de Amerikaanse oostkust. De tanker vaart alleen en is met een lading benzine onderweg van...
Lees meer
De tanker Ocana (kapitein J. Besier) wordt, op 24 maart 1942 bij zonsopkomst, ontdekt door de Duitse onderzeeboot U-552 (Kapitän leutnant Erich Topp) voor de Amerikaanse oostkust. De tanker vaart alleen en is met een lading benzine onderweg van Curaçao naar Halifax (Can). Topp volgt de tanker gedurende de rest van de dag, omdat door het sterke zigzaggen van de Ocana een aanval bij daglicht onmogelijk is. Beschermd door de duisternis komt de U-552 met hoge vaart in een aanvalspositie en gaat om ongeveer 22.00 uur onder water voor de aanval. Maar de Ocana heeft haar gezien en gaat gestopt liggen. Als de U-552 nadert, zet de Ocana plotseling vaart aan en komt op de U-boot af. Die moet wegduiken en de tanker vlucht. Twee en half uur later herhaalt zich de situatie, als de onderzeeboot een nieuwe poging waagt. Tijdens de derde poging kort na middernacht gaat het bijna catastrofaal mis voor de U-552. De Ocana probeert opnieuw te rammen, en mist de U-552 op 5 meter. Die slaat volle kracht achteruit en kan de tanker nog net ontwijken.
Maar dan eindigt het geluk voor de dappere tanker en haar bemanning. Om 02.13 uur lanceert de U-552 een torpedo die na 1 minuut en 58 seconden inslaat tussen ruim 3 en 4 aan bakboordzijde. De Ocana vliegt direct in brand. De overlevenden van de 56-koppige bemanning verlaten het schip in een reddingboot en op vlotten, maar in de chaos en de hoge golven raken velen te water en sterven door onderkoeling of door brandwonden. Topp verlaat het gebied in de veronderstelling dat de Ocana snel zal zinken, maar dat gebeurt niet. De tanker brandt volledig uit, maar blijft drijven.
Bij zonsopkomst wordt de reddingboot gevonden door de Amerikaanse destroyer USS Mayo (DD 422). Er zijn dan nog maar vier mannen in leven. De kapitein wordt levend gevonden in een vlot, maar sterft kort na zijn redding aan boord van het Amerikaanse schip. USS Mayo loopt de volgende dag binnen in Argentia (Canada). Het vissersschip Joffre vindt acht lichamen in zee en brengt die aan land in Boston (VS). 52 mannen verliezen bij de aanval het leven, waaronder derde machinist C.C.M.H. op de Coul.
De Ocana drijft dan nog steeds brandend rond. Later die dag vindt het Canadese patrouilleschip HCMS Fleur de Lis (J 16) de Ocana en een boarding party blust de brand. Een deel van de brandstof is behouden gebleven in onbeschadigde tanks en daarom worden daarna verschillende pogingen gedaan om het schip naar Shelburne (Nova Scotia) te slepen. Door het aanhoudende slechte weer en de zwaar beschadigde toestand van het schip blijkt dat lastig.
De Ocana zinkt op 16 april toch, in ondiep water voor de kust van Nova Scotia, maar de boeg blijft boven water. Omdat het wrak een gevaar voor de scheepvaart is, schiet de mijnenveger HCMS Burlington (J 250) 17 granaten in de boeg en wordt het restant op 19 april opgeblazen met dieptebommen door het patrouilleschip HMCS Laurier (S 09).
Sluiten
Bron: Nationaal Archief Den Haag, archiefinventaris 2.12.30/2.16.31/2.16.32/2.16.40/2.16.54/2.06.084; Nederlands Instituut voor Militaire Historie; Website Duitse onderzeeboten in WW2 www.uboat.net
Geplaatst door Jos Rozenburg op 23 september 2018