Het vrachtschip Hector (kapitein J. Lodewijk), een nieuw en modern schip van de KNSM, is op 10 mei 1942 vertrokken uit New York (VS) met een lading stukgoed, op weg naar Curaçao. Net na zonsopkomst op 24 mei wordt het schip, ten noordwesten van Grand Cayman, ontdekt door de Duitse onderzeeboot U-103 (Kapitän leutnant Werner Winter). De onderzeeboot heeft een uur daarvoor een aanval uitgevoerd op een ander schip, maar dat mislukt. U-103 moet die aanval afbreken en wegduiken. Op de radio wordt daarna een aanvalsmelding van het schip gehoord. Kort daarna ziet Winter de Hector naderen. Een vliegboot arriveert boven het gebied, waarschijnlijk vanwege de eerdere aanvalsmelding. Maar de U-103 blijft ongezien. Om 10.10 uur wordt de Hector ter hoogte van de achterste mast geraakt door een torpedo uit een hekbuis. Het schip zinkt binnen enkele minuten. Twee opvarenden (waaronder marconist Kros) komen om bij de aanval. De onderzeeboot komt later boven water en ondervraagt de overlevenden in de sloepen. De U-103 verlaat het gebied, waarna de 29 overlevenden van de Hector kort daarna gered worden door de passerende Amerikaanse tanker F.Q. Barstow. De Duitse onderzeeboot ziet de Barstow, maar is te ver weg voor een aanval. Twee dagen later worden de overlevenden van de Hector aan wal gebracht in Kingston (Jamaica). Sluiten