Op 5 maart 1943 vertrok konvooi SC-122 uit New York voor een reis over de Noord Atlantische Oceaan naar Liverpool (VK), met een geplande aankomst op 24 maart. De Alderamin (kapitein Cornelis Leendert van Os) was onderdeel van dit konvooi, had 64 opvarenden en had 10.000 ton oliezaad, rubber en algemene lading aan boord. Het eerste deel van de reis verliep zonder problemen, maar in de avonduren van 16 maart werd het konvooi gedetecteerd door de Duitse onderzeeboot U-338 (Kapitän leutnant Manfred Kinzel). Om 00.05 uur op 17 maart vuurde U-338 een salvo van twee torpedo’s af, ten zuidoosten van Cape Farewell (Canada) en Kinzel dacht dat hij één schip had geraakt. In werkelijkheid werden de Kingsbury in station nr. 51 en de King Gruffydd in station nr. 52 geraakt en tot zinken gebracht. Een minuut later, om 00.06 uur, volgde een tweede schot van twee torpedo’s, waarvan er één de Alderamin raakte in station nr. 61. Om 00.07 uur werd een hekschot afgevuurd door U-338 op de Alderamin, maar het schot ging langs het schip en raakte de Fort Cedar Lake in station nr. 124. De Alderamin werd midscheeps geraakt door de torpedo aan stuurboordzijde, en kreeg onmiddellijk sterke slagzij over stuurboord. De bemanning verzamelde zich bij de vier sloepen en begon het schip te verlaten. Eén sloep was vernield in de explosie en onbruikbaar, een andere kwam ondersteboven in het water terecht door de hoge golven en een derde werd beschadigd in het water gezet. Alleen de achterste reddingboot aan bakboord kwam veilig te water. De Alderamin brak na 30 minuten in twee delen, die daarna snel wegzonken. De overgebleven bemanningsleden lanceerden drie vlotten en gingen daarin van boord. Tien opvarenden kwamen om bij de aanval. Bij zonsopkomst vond het Britse oorlogsschip HMS Saxifrage (K 04) (Lt. N.L. Knight, RNR) 37 overlevenden, en embarkeerde hen uit de reddingboot en de drie vlotten. Deze groep werd op 23 maart aan wal gebracht in Liverpool (VK). In de andere reddingboot, die reeds beschadigd was bij het van boord gaan, zaten 17 opvarenden van de Alderamin. Gedurende de nacht vulde de boot zich met water door de hoge golven en drie mannen kwamen om door ontberingen. Toen de groep een leeg vlot van een ander getorpedeerd schip zag drijven, gingen de 14 overlevenden over van de sloep in dat vlot. Het vlot werd bij zonsopkomst gevonden door het Britse reddingsschip Zamalek (kapitein Owen Charles Morris, DSO), die de overlevenden aan boord nam. Tijdens de verdere reis naar Gourock (VK) overleden nog twee bemanningsleden (waaronder stoker van der Maath) aan de ondervonden ontberingen, zij kregen een zeemansgraf. De Zamalek bereikte haar bestemming op 23 maart. Sluiten