Bijdrage
Van kamp naar kamp naar kamp
Bijdrage geplaatst bij Eliza Christiaan van de Werken
In de loop van 1943 werden tot dan toe gespaarde Joodse families met hun gezin vanuit Amsterdam via Westerbork gedeporteerd naar Bergen-Belsen. Allen werkten in de diamantindustrie en moesten de SS helpen in Duitsland een diamantindustrie op te zetten om deviezen binnen te krijgen. Toen dat idee mislukte, werden op 4-12-1944 de joodse mannen gedeporteerd naar Sachsenhausen om dwangarbeid te verrichten. Op 5-12-1944 werden hun vrouwen (108) vanuit Bergen-Belsen getransporteerd naar een buitenkamp van Neuengamme: kdo Beendorf. Ze moesten daar ondergronds werken voor de vliegtuigindustrie. Hun kinderen, 50 in aantal, bleven alleen achter in een barak onder de hoede van een verpleegkundige en een 14 jarige meisje. Zij overleefden op 2 na de oorlog.
De mannen, werden vrijwel allemaal vermoord door de nazi politiek van “Arbeit macht frei” in Sachsenhausen, na terugkeer in Bergen-Belsen, of op een dodenmars naar de Oostzee. Van de vrouwen stierven 37, waarvan ruim de helft (22) na ontruiming van het kamp rond 16-04-1945, deels op weg naar Hamburg, deels in Hamburg, deels in Zweden. De overlevenden werden in Nederland weer herenigd met hun kinderen
Bron:Gedenkbuch Bergen-Belsen 2007 De kinderbarak van Bergen-Belsen, Hetty Verolme