Bijdrage

Omgekomen bij bombardement 6 april 1945 op Leipzig

Bijdrage geplaatst bij Hendrik Antonius Minnema

Soldaat H.A. Minnema is geboren in 1918 en diende bij het Regiment Jagers.

Volgens de oproepen in de landelijke kranten had soldaat Minnema zich op 4 juni 1943 moeten melden in Amersfoort, ten einde opnieuw in krijgsgevangenschap te worden afgevoerd. Wanneer hij dat gedaan had, dan was hij afgevoerd naar Stalag XI-a Altengrabow en had daar een krijgsgevangenennummer gekregen in de serie 106.000 tot en met 107.000. Van die series zijn alle namen en verdere persoongevens van de Nederlanders bekend en daartussen bevindt zich niet soldaat Minnema of een daarop gelijkende naam (Nationaal Archief collectie 2.13.98 inv. 42 en 43).

Ik concludeer dat soldaat Minnema zich op 4 juni 1943 niet heeft gemeld en dan zal hij zijn ondergedoken. Waarschijnlijk in oktober 1943 is hij gevangengenomen. Op 15 augustus 1944 bevond hij zich in de Waterlookazerne te Amersfoort. Korte tijd later werd hij afgevoerd naar Stalag IV-b Mühlberg en heeft daar het krijgsgevangenenummer 271627 gekregen (bron Gedenk- und Totenbuch Leipzig).Zijn naam, of nummer zijn in het Nationaal Archief, noch op de transportlijsten in het archief Eemland terug te vinden.

Kort na aankomst in Mühlberg is hij afgevoerd naar een Arbeitskommando. Hij kwam in eerste instantie terecht bij het Arbeitskommando van Rudolf Sack in Leipzig en verbleef in het Lager 235. Op 4 oktober 1944 werd hij tewerkgesteld bij de verffabriek van Hermann Frenkel Lack in Leipzig-Mölkau. Hij verbleef op dat moment in Lager 4. Op 20 oktober 1944 werd hij tewerkgesteld in het Arbeitskommando van de munitiefabriek van HASAG in Leipzig. Hier werd hij ondergebracht in Lager 110.

Toen de fabriek van HASAG vanwege de bombardementen in februari 1945 stil kwam te liggen, werden de Nederlanders krijgsgevangenen gedwongen ingezet bij het ruimen van puin in de binnenstad van Leipzig. Op 6 april 1945 kwam hierbij een groep Nederlanders te werken in de nabijheid van het station Bayerischer Bahnhof. Toen er luchtalarm klonk vluchtte de groep in een schuilkelder op de hoek van de Liebigstrasse en Nürnbergstrasse 55-57. Het woonblok waaronder zich de schuilkelder bevond, werd geraakt door bommen en de schuilkelder stortte in. De meeste mensen in de schuilkelder kwamen daarbij om het leven. Onder de Nederlandse slachtoffers bevonden zich:

Dik Bos (kgf. 106312), Johannes George ten Bosch (kgf 271639), Reindert van Dijk (kgf. 98512), Johannes Petrus (Jo) Groen (kgf. 107790), J. (Nol) Hagendoorn (kgf. 106084), Klaas Ketting (kgf. 97281), Haijo Kuilman (kgf. 98534), Gerard Meevers Scholte (kgf. 105701), A. Minnema (kgf. 271627), Jan Platteel (kgf. 106260), Leo Pleeging (kgf. 98462), Nanno Pul (kgf. 98532). d. Broek (onbekend als kgf. en onbekend bij Oorlogsgraven Stichting, dus mogelijk civiele arbeider), Heusden (onbekend als kgf. en onbekend bij Oorlogsgraven Stichting, dus mogelijk civiele arbeider), Th. de Leur (civiele arbeider en omgekomen aan de Kaiser Maximilianstrasse 29 te leipzig).

Ten minste 10 mensen van andere nationaliteiten kwam hier eveneens om het leven (bron Gedenk- und Totenbuch Leipzig):

Eugene Anthimon (civiele arbeider, Fransman, geboren 24-2-1918 te Noe Blanche), Pawel Charikow (dwangarbeider, Rus, geboren 1905), Antoni Kozdrowski (dwangarbeider, Pool, geboren 24-2-1911 te Bargez), Nikolaj Lopuszanski (dwangarbeider, Ukraïner, geboren 2-5-1912 te Browari), Josef Rudzits (civiele arbeider, Rus, geboren 14-2-1902 Letland), Julio Satori of Sartori (civiel arbeider, Italiaan, geboren 5-9-1901 te Roana / Vicenza), Wladyslaw Siwinski (dwangarbeider, Pool, geboren 1901 te Lodz), Marian Sobotkiewicz (dwangarbeidster, Poolse, geboren 15-12-1916 te Korschowa), Onbekende man. Onbekende man.

Enkele dagen na het noodlottige gebeuren werd Leipzig door de Amerikanen bevrijd.

Afbeelding: Verklaring van Hendricus Cornelisse kgf 107615 met een foutieve datum van 3 april, maar met de juiste plaats van de tragische gebeurtenis (Nationaal Archief 2.13.98 inv 126, Repatriëringen letter C).

Aanvankelijk werden de omgekomen Nederlandse krijgsgevangenen en de civiele arbeiders begraven op het Ostfriedhof in Leipzig. In 1948 werden de stoffelijke overschotten overgebracht naar de Britse begraafplaats aan de Heerstrasse in Berlijn. De rapporten van overbrenging berusten in het Nationaal Archief collectie 2.13.5220 inv. 200.

De graven werden in 1949 overgebracht naar verschillende begraafplaatsen in Nederland.

Bron: E. van der Most, "Personalkarte III, Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland 1943-1945 en hun Arbeitskommando's", uitgave in eigen beheer, Gouda 2018

Bron:Bron: E. van der Most, "Personalkarte III, Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland 1943-1945 en hun Arbeitskommando's", uitgave in eigen beheer, Gouda 2018

Menu