M. van Delden beschrijft in “Bersiap in Bandoeng” uitvoerig de bloedige gebeurtenissen aan het begin van de Indonesische Revolusi in Bandoeng. Van midden oktober tot begin November 1945 verkeerde Bandoeng in een schijnbare rust., Britse troepen en een complete Gurkha bataljon zorgden voor Orde en Rust. Maar de onrust nam toe. In de nacht van zaterdag 24 op zondag 25 November barstten de onlusten los. Nederlanders en Indo-Europeanen werden het doelwit van kindnappen op klaarlichte dag , gijzeling en moord.

Dit lot trof ook de 15 jarige Eduard Maleke. Hij werd op 6 december 1945 door leden van de Angkatan Pemoeda Indonesia (Pesindo) samen met George Leendert en David van Muyen uit hun huis aan de Fokkerweg 49 gekidnapt en naar de kampong Pasar Kotja ontvoerd. De 3 slachtoffers werden daar uitgehoord.

Hun handen werd met een touw op hun rug gebonden en op 10 december 1945 werden zij onthoofd en in de dichtbij gelegen schuilloopgraven begraven. Aldus bevestigt een getuige.