Hendrik Jan van der Meulen
1922-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 22 jaar geworden
Geboren op 26-06-1922 in Dalfsen
Overleden op 15-04-1945 in Bergen-Belsen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Henk van der Meulen, de jonge ambtenaar op de afdeling bevolking in Zelhem
Hendrik Jan (Henk) van der Meulen wordt geboren in Dalfsen op 26 juni 1922 als zoon van Derk Jan van der Meulen en Trijntje van Ankum. Zijn vader is onderwijzer en later schoolhoofd. Henks oudste broer Engbert (1914) is gemeente-ambtenaar in Doetinchem aan het begin van de oorlog. Ook Henk zelf wordt ambtenaar. Hij woont in Doetinchem en werkt op de afdeling bevolking van de gemeentesecretarie in de naburige gemeente Zelhem.
Voor een burgemeester, gemeentesecretaris en ambtenaren in oorlogstijd wordt de situatie onder vreemde bezetting, naarmate de oorlog langer duurt, steeds dreigender. Als Henk van der Meulen de oproep krijgt van het Arbeidsbureau om elders in Nederland te werken voor de Nederlandse Arbeidsdienst (die minder gevreesd wordt dan de Arbeitseinsatz in Duitsland) kan burgemeester Rijpstra dit niet verhinderen. Henk wordt tijdelijk vervangen op de secretarie. Op het gemeentehuis van Zelhem werken de ambtenaren breed met het verzet samen. Ze leveren valse persoonsbewijzen en distributiestamkaarten voor de vele onderduikers die overal in huizen en boerderijen een goede schuilplek hebben gevonden. In juni arresteert de ambitieuze politieman Stap in Ruurlo een onderduiker die overmoedig met illegale papieren over straat loopt. De stempels in zijn document leiden al snel naar de gemeente Zelhem. De betreffende politieman (die fanatiek samenwerkt met de Sicherheitsdienst in Arnhem) ondervraagt burgemeester Johannes Rijpstra in diens werkkamer maar deze laat niets los. De volgende dag op 21 juni 1944 verhoort de politieman samen met een SD-er twee ambtenaren, waaronder Henk van der Meulen. Ze arresteren Henk en zetten hem vast in het Huis van Bewaring in Arnhem. Burgemeester Rijpstra toont zich tegenover zijn echtgenote bezorgd over het lot van zijn jonge ambtenaar. De dag erna op 22 juni arresteert de Sicherheitsdienst burgemeester Rijpstra, gemeentesecretaris Klaas Wieringa en de ambtenaren Willem Middeldorp en Gerritje Hols. Korte tijd later wordt ook ambtenaar Jacobus de Korte opgepakt.
Op 26 juni ontvangt zijn familie een briefje van Henk uit het Huis van Bewaring in Arnhem en dit is ook tevens het laatste levensteken van hem. Hij schrijft: "Het gaat me hier naar omstandigheden heel goed". Maar iets verder in zijn brief vraagt hij wel alles in het werk te zetten om hem vrij te krijgen. Henk van der Meulen wordt in juli of augustus naar Kamp Vught overgebracht, samen met Klaas Wieringa, en van daaruit gaan ze begin september 1944 naar concentratiekamp Sachsenhausen. Henk moet daar werken in de Arado-vliegtuigfabriek. Hij krijgt hier zijn eerste gezondheidsklachten. In december krijgt hij dysenterie en difterie. Met twee goederentreinen worden in februari 1945 de ernstig zieken uit Sachsenhausen verbannen naar Bergen-Belsen. Henk maakt deel uit van dat transport. Op 16 maart wordt hij gezond genoeg verklaard voor een overplaatsing naar Pölitz bij Stettin. Binnen een week is hij echter terug in Bergen-Belsen en ligt zwaar ziek in barak 15. Een dag later is hij daar verdwenen. Ieder spoor ontbreekt. Het In Memoriamboek van de Ned. Oorlogsgravenstichting vermeldt als datum van zijn ovelijden 15 april 1945.
Bron: Arend Hulshof, “Rijpstra’s ondergang”, het lot van een burgemeester in oorlogstijd, Em. Querido’s Uitgeverij 2016 + Algemeen Dagblad 30.4.1994
https://www.singeluitgeverijen.nl/querido/boek/rijpstras-ondergang/
SluitenGeplaatst door Ina Brethouwer op 01 oktober 2021