Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Edmundus Johannes Meulenberg, krijgsgevangene nummer 107104
Edmundus Johannes Meulenberg is geboren op 26 januari 1919 te Nijmegen. Hij was een zoon van Josephus Jacobus Hubertus Meulenberg en Jeanne Augustine Welter.Als dienstplichtig sergeant bij III MC-11 R.I. diende hij zich op 10 juni 1943 in de...
Lees meer
Edmundus Johannes Meulenberg is geboren op 26 januari 1919 te Nijmegen. Hij was een zoon van Josephus Jacobus Hubertus Meulenberg en Jeanne Augustine Welter.
Als dienstplichtig sergeant bij III MC-11 R.I. diende hij zich op 10 juni 1943 in de Frieslandkazerne te Assen te melden, ten einde te worden teruggevoerd in krijgsgevangenschap. Nog diezelfde dag vertrok hij in een transport van 520 man en arriveerde twee dagen later in Stammlager XI-a Altengrabow. Op 12 juni 1943 werd hij in Stalag XI-a Altengrabow geregistreerd als krijgsgevangene nummer 107104.
In Altengrabow volgden meerdere weken waarin de onderofficieren op allerlei manieren onder druk werden gezet om toch vooral voor de Duitsers te gaan werken. Zo kregen ze erg weinig en buitengewoon slecht eten, moesten ze voortdurend exerceren of sport beoefenen, werden ze onder zeer slechte omstandigheden gehuisvest in tochtige, koude paardenstallen en werd hun elke vorm van post en pakketten geweigerd.
Conform de Conventie van Genève was het onderofficieren niet verplicht om te gaan werken. Het grootste deel van de Nederlandse onderofficieren heeft daarom het hun opgedragen werk stelselmatig geweigerd, ondank alle pressie die op hen werd uitgeoefend. Ook Edmundus Johannes Meulenberg heeft het werk geweigerd.
Op 9 juli 1943 werd hij in een transport van 195 Nederlanders overgebracht naar het Arbeitskommando van vliegtuigfabrikant Junkers in Aschersleben. Op 13 juli 1943 volgde overplaatsing naar het Arbeitskommando van Junkers in Bernburg. Zijn naam komt frequent voor in het dagboek van mede-krijgsgevangene Jan Krapels (NIMH collectie 444 inv 182, 183 en 184). Op 7 april 1944 is hij weer teruggebracht naar het Arbeitskommando van Junkers in Aschersleben.
Waarschijnlijk rond oktober 1944 zijn de meeste Nederlandse onderofficieren uit de Arbeitskommando's van Junkers in Aschersleben en Bernburg overgebracht naar het 3,56 km zuidwestelijk van Altengrabow gelegen strafkamp Stalag XI-a/z Gross Lübars. Dit strafkamp was opgezet als Lazarettkamp voor Russische krijgsgevangenen, nadat er in het hoofdkamp onder de Russen een TBC epidemie uitgebroken was. Deze Russen bivakkeerden onder erbarmelijke omstandigheden en kregen nauwelijks verzorging.
Hoewel de omstandigheden hier niet veel beter waren dan in het hoofdkamp van Altengrabow, kregen de Nederlanders in Gross Lübars wel de mogelijkheid om post en pakketten te ontvangen. Met de inhoud van die pakketten kon de Duitse bewaking worden omgekocht, zodat er van alles georganiseerd kon worden, waaronder extra en betere voeding. Echter kwamen na dolle dinsdag (5 september 1944) post en pakketten uit Holland nog zeer spaarzaam door en waren de Nederlanders vooral afhankelijk van de pakketten van andere Rode Kruis landen zoals Argentinië, Engeland en Amerika.
Bij het naderen van de Amerikanen uit het westen en het Rode Leger uit het oosten, capituleerden de Duitsers op 1 mei 1945. Kort daarop werden de Nederlanders op open vrachtwagens naar een Amerikaans opvangkamp in Hildesheim vervoerd. De zieken werden per vliegtuig naar hospitalen in Frankrijk en België overgevlogen. De overigen gingen per open (goederen-)trein naar Eindhoven, waar ze op of kort na 9 mei 1945 aankwamen.
Hoe sergeant Meulenberg precies in Nederland teruggekeerd is weten we niet. Bijna zeker is hij per vliegtuig vanaf Hildesheim naar Brussel overgebracht. Uit een lijst in het Nationaal Archief, collectie 2.13.98 inv. 114 blijkt namelijk dat hij op 1 juni 1945 werd opgenomen in een militair hospitaal te Brussel. Zeker is dat hij ziek terugkwam en op 4 juli 1945 aan die ziekte in Nijmegen is overleden. Op zijn repatriëringsformulier (NIMH collectie 1001) vulde zijn moeder in dat hij aan Pleuritis, opgelopen in krijgsgevangenschap is overleden.
Als dienstplichtig sergeant bij III MC-11 R.I. diende hij zich op 10 juni 1943 in de Frieslandkazerne te Assen te melden, ten einde te worden teruggevoerd in krijgsgevangenschap. Nog diezelfde dag vertrok hij in een transport van 520 man en arriveerde twee dagen later in Stammlager XI-a Altengrabow. Op 12 juni 1943 werd hij in Stalag XI-a Altengrabow geregistreerd als krijgsgevangene nummer 107104.
In Altengrabow volgden meerdere weken waarin de onderofficieren op allerlei manieren onder druk werden gezet om toch vooral voor de Duitsers te gaan werken. Zo kregen ze erg weinig en buitengewoon slecht eten, moesten ze voortdurend exerceren of sport beoefenen, werden ze onder zeer slechte omstandigheden gehuisvest in tochtige, koude paardenstallen en werd hun elke vorm van post en pakketten geweigerd.
Conform de Conventie van Genève was het onderofficieren niet verplicht om te gaan werken. Het grootste deel van de Nederlandse onderofficieren heeft daarom het hun opgedragen werk stelselmatig geweigerd, ondank alle pressie die op hen werd uitgeoefend. Ook Edmundus Johannes Meulenberg heeft het werk geweigerd.
Op 9 juli 1943 werd hij in een transport van 195 Nederlanders overgebracht naar het Arbeitskommando van vliegtuigfabrikant Junkers in Aschersleben. Op 13 juli 1943 volgde overplaatsing naar het Arbeitskommando van Junkers in Bernburg. Zijn naam komt frequent voor in het dagboek van mede-krijgsgevangene Jan Krapels (NIMH collectie 444 inv 182, 183 en 184). Op 7 april 1944 is hij weer teruggebracht naar het Arbeitskommando van Junkers in Aschersleben.
Waarschijnlijk rond oktober 1944 zijn de meeste Nederlandse onderofficieren uit de Arbeitskommando's van Junkers in Aschersleben en Bernburg overgebracht naar het 3,56 km zuidwestelijk van Altengrabow gelegen strafkamp Stalag XI-a/z Gross Lübars. Dit strafkamp was opgezet als Lazarettkamp voor Russische krijgsgevangenen, nadat er in het hoofdkamp onder de Russen een TBC epidemie uitgebroken was. Deze Russen bivakkeerden onder erbarmelijke omstandigheden en kregen nauwelijks verzorging.
Hoewel de omstandigheden hier niet veel beter waren dan in het hoofdkamp van Altengrabow, kregen de Nederlanders in Gross Lübars wel de mogelijkheid om post en pakketten te ontvangen. Met de inhoud van die pakketten kon de Duitse bewaking worden omgekocht, zodat er van alles georganiseerd kon worden, waaronder extra en betere voeding. Echter kwamen na dolle dinsdag (5 september 1944) post en pakketten uit Holland nog zeer spaarzaam door en waren de Nederlanders vooral afhankelijk van de pakketten van andere Rode Kruis landen zoals Argentinië, Engeland en Amerika.
Bij het naderen van de Amerikanen uit het westen en het Rode Leger uit het oosten, capituleerden de Duitsers op 1 mei 1945. Kort daarop werden de Nederlanders op open vrachtwagens naar een Amerikaans opvangkamp in Hildesheim vervoerd. De zieken werden per vliegtuig naar hospitalen in Frankrijk en België overgevlogen. De overigen gingen per open (goederen-)trein naar Eindhoven, waar ze op of kort na 9 mei 1945 aankwamen.
Hoe sergeant Meulenberg precies in Nederland teruggekeerd is weten we niet. Bijna zeker is hij per vliegtuig vanaf Hildesheim naar Brussel overgebracht. Uit een lijst in het Nationaal Archief, collectie 2.13.98 inv. 114 blijkt namelijk dat hij op 1 juni 1945 werd opgenomen in een militair hospitaal te Brussel. Zeker is dat hij ziek terugkwam en op 4 juli 1945 aan die ziekte in Nijmegen is overleden. Op zijn repatriëringsformulier (NIMH collectie 1001) vulde zijn moeder in dat hij aan Pleuritis, opgelopen in krijgsgevangenschap is overleden.
Bron: E. van der Most "Personalkarte III, Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland 1943-1945 en hun Arbeitskommandos", Gouda 2018, uitgave in eigen beheer.
SluitenBron: E. van der Most "Personalkarte III, Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland 1943-1945 en hun Arbeitskommandos", Gouda 2018, uitgave in eigen beheer.
Geplaatst door E. van der Most op 30 november 2021