Jacobus Hermannus ten Berge
1924-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 20 jaar geworden
Geboren op 08-10-1924 in Groningen
Overleden op 14-04-1945 in Opsterland
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Verslag van naspeuringen inzake de dood van mijn broer Koos op 14 april 1945.
Eind april 1985, kort na moeder’s overlijden, kwam er een brief voor haar uit Ureterp. Moeder werd uitgenodigd voor de dodenherdenking op 4 mei 1985. Ik besloot daar namens haar naar toe te gaan.Na de herdenking was er gelegenheid een...
Lees meer
Eind april 1985, kort na moeder’s overlijden, kwam er een brief voor haar uit Ureterp. Moeder werd uitgenodigd voor de dodenherdenking op 4 mei 1985. Ik besloot daar namens haar naar toe te gaan.Na de herdenking was er gelegenheid een tentoonstellinkje te bezichtigen, met foto’s en andere documenten. Eén van de foto’s trok direct mijn aandacht: vier dode paarden op de weg. Mij stond bij dat er een pantserwagen van de SS tot stoppen was gebracht, waarna de schermutselingen losbrandden. De foto liet echter een ander beeld zien: geen pantserwagen en, naar later zou blijken, ook geen SS. Details van het mij bijgebleven verhaal klopten dus niet. Ik vroeg mij toen af of er nog meer details niet klopten en besloot nog eens wat dingen na te trekken.Via allerlei telefoontjes (o.a. met Fetje) kwam ik op het spoor van Jan de Jager, die samen met zijn vader mee had gevochten (Jan was gevlucht, zijn vader was in de strijd gebleven), en Foppe Veenstra, die destijds als 12-jarige jongen alles van zeer nabij had meegemaakt en wiens familie op het nippertje is ontkomen aan executie, als represaillemaatregel. Later heb ik ook nog met mevrouw Ettema getelefoneerd en gecorrespondeerd. In haar huis is Koos doodgeschoten.Voor mij waren de uitspraken van de heer Veenstra en Mevrouw Ettema het meest bruikbaar: zij vertelden details die rechtstreeks met Koos te maken hadden. Ik heb alles wat ik kon controleren gecontroleerd en heb niets gevonden wat niet klopte.Een voorbeeld: F. Veenstra heeft een plattegrond getekend van het strijdtoneel. Daarop staat vermeld dat het huis van de Ettema’s via een bruggetje met de straat verbonden was, terwijl dat voor de Minkema’s (naast Ettema) niet gold. Later kreeg ik een foto in handen van het huis van de Ettema’s, waarop het genoemde bruggetje goed te zien was. Een ander voorbeeld: ik heb mevrouw Ettema gevraagd welke kleur schoenen Koos aan had. Zwart, zei ze. Volgens Emmy droeg Koos zwarte schoenen.Ook andere details van mijn getuigen passen bij gegevens die ik uit andere bron heb verkregen. Ik zou het volstrekt normaal gevonden hebben als de geheugens van mijn getuigen na 40 jaar een steekje zouden hebben laten vallen en ik zou ze niet minder dankbaar geweest zijn voor hun hulp. Maar ik wilde geen verhalen opschrijven als ik ook maar de minste reden had gehad aan de juistheid ervan te twijfelen.
Het was al snel duidelijk dat Koos op 13 april in Ureterp was komen helpen bij het bewaken van gevangenen (NSB-ers) en dat hij de volgende ochtend, na afloop van een vuurgevecht met Duitse soldaten, in het huis van de Ettema’s is doodgeschoten (in de rug). Wat mij vooral bezighield was hoe Koos in Duitse handen is gevallen. Hieromtrent heb ik geen helderheid kunnen krijgen. Niemand stond daar bij toe te kijken: de jongens uit de buurt waren dood of ze waren bezig te vluchten. Zij wisten precies waar ze heen konden, Koos niet.
De feiten zoals ik ze heb verzameld, en alleen voor zover ze iets met Koos te maken hebben, zijn als volgt.Op 13 april gaat Koos in de namiddag met nog twee onderduikers helpen in Ureterp, als bewaker in de schuur achter café Gorter. Er zitten daar flink wat NSB-ers gevangen, die in de voorafgaande dagen zijn opgepakt. Om 5.30 uur de volgende ochtend nadert met grote snelheid uit de richting Duurswoude een wagen met twee paarden ervoor, gevolgd door een groep Duitsers op de fiets, alles bij elkaar zo’n dikke veertig man. Allemaal reguliere Wehrmachtsoldaten, dus geen SS, maar wel met Oostfront-ervaring. De B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten) roept “ sta of ik schiet” maar dan schieten de Duitsers al. Het verhaal dat ze al voorbij waren en na een tip van een verrader teruggingen naar café Gorter is pertinent onwaar. Wel blijft mogelijk dat de Duitsers getipt waren over de situatie: de BS leek verrast i.p.v. andersom.De BS zit alleen aan de zuidkant van de weg, met een aantal man (waarschijnlijk ook Koos) in schuttersputjes aan de straatkant. De Duitse overmacht is veel te groot en wie kan vluchten doet dat. Het gerucht wil dat Koos zijn geweer ketste en dat hij heel kalm richting Duitsers liep om zich over te geven. Meer dan een gerucht (zo zei F. Veenstra) is dit niet. In de Leeuwarder Courant van 8 april 1995 kwam ik deze versie opnieuw tegen. Ik heb met de redactie contact opgenomen om erachter te komen van wie ze dit hadden. Het bleek dat de krant zich baseerde op een interview (geluidsband is in Beetsterzwaag, gemeentehuis Opsterland) met… (de inmiddels overleden) F. Veenstra. Van een bevestiging uit onafhankelijke bron was dus helaas geen sprake. Hoe Koos in Duitse handen viel blijft onzeker.Wat wel vast staat is de plaats waar Koos is omgebracht. Mevrouw Ettema (echtgenote van de onderwijzer, dus niet van het hoofd van de school, zoals mij bijstond) herinnert zich dat zij met anderen in haar kelder zat toen het gevecht plaatsvond. Op een gegeven moment hoorde zij een schot en een bons van iemand die viel (in de gang, vlak boven haar hoofd). Mooi zo, dacht ze, weer een Duitser minder. Maar toen ze later naar boven ging om sokken te halen zag ze dat het een BS-er (Koos) was die was doodgeschoten. Hij was door de Duitsers buiten op een deken gelegd, op het grind dat bij haar in de voortuin lag. Over grindsporen op het hoofd van Koos had ik van Leni al gehoord.Nog voor zevenen komen de Canadezen, getipt door T. de Roos, met zes tanks. Ze schieten van ver op café Gorter en ‘vangen’ de Duitsers die vluchten (de weilanden in, in zuidelijke richting) in een tang van vlammenwerpers. Mevrouw Ettema ziet na de beschieting dat een schoen van Koos (nog steeds buiten op het grind liggend) is aangeschoten door Canadees vuur. Zijn voeten lagen naar het oosten gericht, precies de kant waar de Canadezen van schoten. Zo is te verklaren hoe Koos aan een kapotte schoen kwam.De heer Veenstra (woont anno 1985 te Drachten) kan zich nog goed herinneren dat er 40 jaar terug ook een meneer Ten Berge uit Groningen op bezoek is geweest om naspeuringen te doen. Zijn ouders hadden zeer met vader te doen en er stond een foto van Koos bij hen thuis in de kamer. Ik pakte (op 29-9-1985) vader’ s vetpapieren zakje met foto’s van Koos uit mijn tas en vroeg: was het deze foto? … Ja, precies, die was het (dezelfde foto als op het bidprentje). Hij vroeg of hij er weer eentje mocht hebben want de foto uit zijn ouderlijk huis was hij ooit kwijtgeraakt.De heer Veenstra vertelde mij dat de geschiedenis van Ureterp een bittere smaak bij hem naliet: het was zo nutteloos en het was zo knullig opgezet geweest. Een blunder van de eerste orde was dat de BS geen post aan de noordkant van de weg had ingenomen. Ook vertelde hij dat de leiding van de BS als eerste gevlucht was.In het boek Bezettingstijd in Friesland (P. Wijbinga) staat dat wachtmeester Tump en Peet Leenes in het holst van de nacht versterking gingen halen bij de Canadezen, maar dat ze in het donker problemen met het wachtwoord hadden. Ze zouden toen door de Canadezen zijn neergeschoten. Tump werd dodelijk getroffen; Peet Leenes kreeg “kreeg slechts een onbeduidend schot in de bovenarm” (pagina 371 van deel III, boek 6). Ik heb daar nog met de auteur van dat boek over gesproken, maar ben niets wijzer geworden. Hij zei dat hij weliswaar op 14 april 1945 zelf in Ureterp is geweest maar meer dan er in zijn boek stond wist hij niet.In het rapport van Vogelzang (Marechaussee te Ureterp) d.d. 23-4-1945 staat precies hetzelfde verhaal, maar nu staat er bij dat dit de verklaring is die Peet Leenes achteraf tegenover Vogelzang heeft afgelegd. Ik denk dus dat Wijbenga dit stukje gewoon heeft overgetypt van Vogelzang. Overigens was diezelfde Vogelzang als eerste gevlucht toen de Duitsers café Gorter naderden.Op de plek van voormalig café Gorter bevindt zich een treurbeuk en, sinds 1995, een gedenkplaat. Adres: Weibuorren 20, Ureterp.Dit is de tekst die op de gedenkplaat te lezen is:1945 14 april 1995Wie ‘t nedich of wie ‘t in fersin. . . .?
Nimmen dy’t no noch útlizze kin
Mar sy dy’t hjir fochten ha dit dien
Foar in bettere takomst foar elkenienPleatselik Belang OerterpVertaling:
Was het nodig of was het een vergissing . . .?
Niemand die dat nu nog uitleggen kan
Maar zij die hier vochten hebben dat gedaan
Voor een betere toekomst van iedereenPlaatselijk Belang UreterpPS 1. (oktober 2008). Nico de Both heeft een paar jaar geleden nog bij de gemeente gepleit voor een meer in het oog springend monument, zonder resultaat.
PS 2. Het verhaal begint met een foto van vier dode paarden, maar de Duitsers arriveren met een wagen getrokken door slechts twee paarden. De andere twee paarden zijn door Ureterpers ter plekke aan de Duitsers ter beschikking gesteld (waarmee de executie van het gezin Veenstra werd afgewend). Deze paarden zijn gedood door Canadees tankvuur.
Sluiten
Bron: J.M.F. ten Berge
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 30 mei 2017