Douwe Mik
1917-1945
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 27 jaar geworden
Geboren op 23-05-1917 in Borger
Overleden op 17-04-1945 in Wöbbelin Landkreis Ludwigslust
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Bankoverval in Almelo: BUIT 46 MILJOEN!
NOVEMBER 1944. Kil en triest zijn de dagen. Letterlijk en figuurlijk. De bevrijding die in september zo dichtbij leek te zijn. is voor het deel van Nederland boven de grote rivieren een uitgestelde hoop geworden.
Honderdduizenden onderduikers, na de Spoorwegstaking nog versterkt met enkele tienduizenden spoorwegmannen, vragen om verzorging. Er is een organisatie gegroeid die zich hiervoor inzet. Daarvoor is geld nodig, véél geld. Er wordt veel gegeven, maar er is zo ontzettend veel nodig. Er wordt ook wel geld „gekraakt". De kluis van de Spoorwegen in Utrecht wordt geopend: buit één miljoen gulden. In Rotterdam weet de K.P. (Knokploeg) aan ƒ 1.200.000,— te komen. Maar het blijft onvoldoende.
En dan komt er bij de illegaliteit van Twente een tip van Mr. Trip, de door de Duitsers ontslagen President van de Nederlandsche Bank. die in Zwolle ondergedoken zit, dat er in Almelo tientallen miljoenen aan bankpapier in de kluis van het Agentschap van de Ned. Bank liggen. De knokploegleider in Almelo, Derk Smoes, weet precies hoe de situatie op de Ned. Bank is want hij heeft er gewerkt. Eerst doet hij illegaal werk naast zijn werk op de bank maar als hij de revolver van de NSB-directeur „leent" om twee gevangenen te bevrijden, wordt het ontdekt en moet hij onderduiken. Als de tip van Trip komt wordt het plan in de keuken van 'n slager in 't nabij Almelo gelegen Wierden, uitvoerig besproken. Omdat 't bedrag zo enorm groot is wordt aan de Regering in Londen, waarmee men via een geheime zender in verbinding staat, om toestemming gevraagd. Op 7 november komt het telegram (uiteraard in code) uit London binnen: “Adviseer in omloop te brengen wat voor financiering verzet nodig is rest goed verbergen of vernietigen”.
Er zijn nog veel moeilijkheden te overwinnen maar het plan kan uitgevoerd worden. Als datum wordt 15 november gekozen. Daags voor de bepaalde datum vindt in een café in Harbrinkshoek, in de buurt van Almelo, de laatste bespreking plaats. Alles is precies geregeld. Maar een klein foutje of een niet te voorziene gebeurtenis kan alles doen mislukken. De K.P.-leider Smoes zegt wie zich nog wil terugtrekken dat nog kan doen, maar van de elf mannen die aan de overval zullen deelnemen laat niemand verstek gaan.
Woendag 15 november 1944, 's middags half zes. Het bankgebouw wordt gesloten. Dan wordt er aangebeld. De jongste bediende doet open en meteen kijkt hij in de lopen van de pistolen. Vier K.P.-ers dringen naar binnen. De anderen houden buiten de wacht en bezetten de woning boven het gebouw. Het personeel dat volledig verrast is, steekt de handen omhoog en de directeur (mat SS-speldje op z’n jas!) wordt gedwongen de mannen voor te gaan naar beneden en de kluis te openen. “Ik ken de cijfercode niet", zegt hij. Maar als hij merkt dat 't ernst is en dat weigering hem het leven zal kosten, gaat 't ijzeren hek open en de kluisdeuren eveneens. De miljoenen liggen voor het grijpen. Het personeel moet alles in kisten pakken. Dertien kisten vol! Ondertussen moffelt de directeur zijn SS-speldje weg. "Ik wil u niet ergeren bij uw werk", zegt hij. Na drie kwartier (“Het leken wel uren”, zeiden de overvallers later) is alles boven. De vrachtauto van Willem Meenks uit Rijssen kan voorrijden. De motor loopt op houtgas en slaat herhaaldelijk af. Maar het lukt toch de auto met de laadbak naar achteren voor de deur te krijgen. Net als het inladen aan de gang is krijgen de K.P.-ers de schrik van hun leven. Een hele colonne Grime Polizei marcheert voorbij. Ze moeten nog met een boog om de auto heen want deze staat half op de rijbaan. Een van de KP’ers licht ze nog even bij. Maar de Duitsers merken niets en gaan luid zingend („Auf der Heide blüht ein kleines Blümelein") verder. leder slaakt een zucht van verlichting als dat goed is afgelopen. Kort daarop is alles ingeladen. Nog even de telefoondraden doorsnijden en dan wegrijden. Maar de verkeerde draad wordt doorgesneden en de alarminstallatie begint te loeien. Er ontstaat, hoe kan het anders, een kleine paniek maar ieder weet wat hem te doen staat. De aftocht verloopt niet helemaal volgens plan maar in de loop van de avond komen de miljoenen veilig in Daarle aan waar ze voorlopig in een hooiberg worden opgeborgen. Enkele dagen later wordt het geld, totaal ƒ46.150.000,—, in twee keer met paard en wagen naar Daarlerveen gebracht ook weer in een hooiberg. Alles is goed gegaan
Kort na de overval worden de Duitsers gewaarschuwd door de loeiende sirenes van de alarminstallatie. De commandant van de Sicherheitspolizei in Almelo. Gerbig is afwezig. Zijn vervanger Hardegen, neemt direct maatregelen. Al het personeel van de Ned. Bank wordt verhoord. De Duitsers leggen al gauw verband tussen de overval en de verdwijning van Smoes. Nog dezelfde avond wordt zijn woning in Vriezenveen doorzocht, overigens zonder resultaat. Als Hardegen merkt dat een personeelslid een broer in Rijssen heeft die expediteur is wordt ook daar gezocht. Maar Meenks is al ondergedoken. Rauter, de opperbeul, geeft opdracht om de roof met alle beschikbare middelen tot klaarheid te brengen. Overal verschijnen aanplakbiljetten waarin een miljoen gulden beloning wordt beloofd aan degene die zijn landgenoten wil verraden. Niemand meldt zich.
Precies twee weken na de overval wordt bij Zwolle een illegale werker (Bruijntje is zijn schuilnaam) bij een controle gepakt, omdat hij valse persoonsbewijzen in zijn tas heeft. Na een verscherpt verhoor leidt het spoor naar het café van Frielink in Harbrinkshoek. Daar en in de onmiddellijke omgeving worden diverse arrestaties verricht. Twee van de overvallers Douwe Mik en de leider van de overval Derk Smoes worden gearresteerd. Verder de caféhouder, diens broer en chauffeur Meenks. Als Smoes, die een andere naam heeft aangenomen voor de Duitsers, in de gevangenis in Almelo wordt herkend door een landwachter, komen de Duitsers er achter dat zij met de overval op de bank te maken hebben.
De Duitsers hebben reeds een vermoeden dat het geld in de buurt van Daarlerveen is opgeborgen. Ze doen het voorstel dat de gearresteerden er goed af zullen komen als zij zeggen waar het geld is. Na contact met hun niet-gepakte vrienden wordt erop ingegaan. Mensenlevens zijn uiteraard belangrijker dan geld! En zo vinden de Duitsers het geld in het hooi bij de fam. Nijland in Daarlerveen. Maar hun beloften houden ze niet. Gerhard Nijland wordt gearresteerd. Als de miljoenen in Almelo terug zijn vieren de Duitsers in hun Dienststelle een groot feest met veel sterke drank.
Enkele maanden later, op 4 april 1945 rollen in hun snelle opmars de Canadese tanks Almelo binnen. Als de stad de volgende dag van Duitsers is gezuiverd en de bevrijding aanbreekt zijn Derk Smoes, Douwe Mik, Gerhard Nijland, Willem Meenks en Gerrit Frielink reeds in het Duitse concentratiekamp Neuengamme omgekomen.
SluitenGeplaatst door M. van Randwijk - OGS op 04 december 2019