In januari 1950 keert Wim Mol terug uit Indonesië, waar hij sinds 1946 in dienst was bij de verbindingsdienst van het hoofdkwartier van de Generale Staf. Na zijn debarkatieverlof blijft hij in militaire dienst. In september 1950 tekent hij als vrijwilliger bij het Nederlands Detachement Verenigde Naties. Dit bataljon wordt uitgezonden naar Korea, waar een oorlog is uitgebroken tussen het communistische Noorden en het prowesterse Zuid-Korea, dat bijstand krijgt van de Verenigde Naties. In november komen 634 NDVN’ers, onder wie Wim Mol, met de Zuiderkruis aan in Zuid-Korea. Daar worden ze al snel ingezet aan het front, waar ze te maken krijgen met ruig terrein, extreme kou en hevige gevechten. Wim is verbindingsmedewerker bij de Stafcompagnie. Op 11 februari wordt deze compagnie verrast door een aanval van het Chinese Volksleger, dat meevecht met de Noord-Koreanen. Er volgt een bloedige strijd, waarin sergeant Willem Mol de dood vindt.