Johannes Molenaar, roepnaam Jan, wordt in Leiden geboren op 27-11-1905. In de jaren 20 en 30 is hij actief in het links socialistische milieu en werkt op zeker moment bij de gemeente werken in Den Haag. Hij vervulde diverse bestuursfuncties bij o.a. de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP, was voorzitter van de S.V.J. (1932 en 1934) en voorzitter en internationaal secretaris van de R.S.J.V. Daarnaast was hij langere tijd redactielid van De Socialist en Rood Kader. Hij spreekt op vele links socialistische bijeenkomsten. In 1938 verblijft hij met zijn vrouw Annie enige tijd in Spanje waar de Spaanse burgeroorlog woedde. Vele communisten en marxisten mengden zich daar in de strijd maar wat de rol van Molenaar is geweest is niet bekend.

Van 1934 tot 1940 is hij lid van de Bond voor Revolutionaire Socialisten en wordt door de Nederlandse CID in de gaten gehouden. Hij komt in 1939 voor op de lijst van links-extremistische personen. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog blijft Molenaar actief in het links-extreme circuit en werkt mee aan het verspreiden van illegale literatuur. Hij verspreid o.a. het vlugschrift Uit de Woestijn.

Molenaar woont met zijn vrouw en 2 kinderen in Den Haag aan de van Zeggelenlaan 354 aan het begin van de oorlog. Zijn activiteiten zijn de Duitse bezetter ook opgevallen en een doorn in het oog. Op 26 maart 1941 wordt hij door de SD opgepakt wegens deelname aan een illegale organisatie (OD) en gevangen gezet in het Oranje Hotel te Scheveningen. Daar zou hij ook de gevangenen om zich heen hebben opgejut om in verzet te komen en maakt vele uitbraakplannen.

Tot een uitbraak komt het echter niet, en op 28 maart 1942 beland Jan Molenaar in K.L. Buchenwald en wordt gedetineerd onder gevangenen nummer 1447. Op 5 juni 1942 is hij daar overleden aan een acute hartstilstand.

Sluiten