Johannes Frans Vandenberghe
1920-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 24 jaar geworden
Geboren op 04-03-1920 in Brummen
Overleden op 02-10-1944 in Kieritzsch, Landkreis Borna, D
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Johannes Frans Vandenberghe, geen herinneringen, maar niet vergeten
Herinneringen aan zijn vader heeft Frans Van Den Berghe niet. Hoe zou hij ze kunnen hebben. Vader werd opgepakt toen Frans twee maanden oud was en is niet teruggekomen. Na de oorlog werd er nauwelijks over gepraat. Toch is Frans zijn vader niet vergeten. Wat hij in de archieven en elders kon vinden, heeft hij gevonden. Zo heeft hij zijn vader postuum de eer gegeven die hem toekwam. Frans vertelt er in alle nuchterheid over.
Frans met zijn echtgenote Hendrika Jacoba Krul in 1942
Eerst de feiten. Johannes Frans Vandenberghe (zoals de vader van Frans voluit heette) was van Belgische afkomst. De opa van Frans was één van de honderdduizenden vluchtelingen die in de Eerste Wereldoorlog een veilig heenkomen had gezocht voor de Duitse agressor. In Nederland was hij een mooi meisje tegen het lijf gelopen en dus was hij hier gebleven. Zijn zoon, Johannes Frans genoemd, was in 1920 geboren. Het gezin woonde in het Gelderse Brummen.
Nauwelijks een generatie later begon er weer een wereldoorlog. Deze keer lukte het Nederland niet om neutraal te blijven. Het volk zuchtte onder het Nazi juk. Zo werden jonge Nederlandse mannen verplicht tewerkgesteld in Duitsland, ook de vader van Frans. Voor een avontuurlijke jonge vent was vluchten naar huis wel degelijk een optie. Hij was inmiddels getrouwd en had twee kinderen. De verplichtingen aan zijn gezin wogen ongetwijfeld zwaarder dan de door de bezetter opgelegde plicht. Dus nam hij de vlucht en dook weer in Brummen op. Daar viel hij echter door verraad weer in handen van de Duitsers. Dat gebeurde op 13 mei 1944. Hij werd gevangen gezet in het Huis van Bewaring in Arnhem. Nu wilde het toeval, dat het verzet daar op 11 juni 1944 een geslaagde bevrijdingsactie organiseerde. Daarbij kwamen ongeveer 130 gevangenen vrij. Maar Johannes Frans Vandenberghe had pech. Hij zat in een aparte cel, die over het hoofd werd gezien.
Een week later, op 17 juni 1944, werd hij overgebracht naar het beruchte Kamp Amersfoort. Hij zat daar met onder meer de slachtoffers van grote razzia’s in Beverwijk, Sliedrecht en Bedum. Op 13 juli 1944 volgde de verplichte tewerkstelling in het Arbeitserziehungslager Kieritzsch, in de buurt van Leipzig.
Zo’n Arbeitserziehungslager was een bijzonder geval. Het was geen gewoon werkkamp. Dit kamp was bedoeld om gevangen op te voeden (erziehen). Nu was alles wat de Nazi’s deden gedrenkt in geweld, maar in een Arbeitserziehunghslager was dat nog een beetje meer. Volgens Ernst Kaltenbrunner was een Arbeitserziehungslager erger dan een concentratiekamp. En hij (Oostenrijker van geboorte) kon het weten, want hij was hooggeplaatst in de Nazi-moordmachine. Hij is na de oorlog opgehangen.
Johannes Frans Vandenberghe had dus geen schijn van kans, toen hij eenmaal in Kieritzsch zat. Binnen drie maanden na aankomst was hij dood. Volgens het overlijdensformulier aan Unterernährung, ondervoeding. Je mag ervan uitgaan, dat de Duitsers hem zo ongeveer hebben laten verhongeren. Op 2 oktober 1944 overleed Johannes Frans Vandenberghe. Hij werd in Kieritzsch begraven. Op 8 november 1949 werd hij herbegraven. Sindsdien rust hij op het Ereveld in Loenen.
Frans (links met trommel) en het jeugdelftal van BIC
Johannes Frans Vandenberghe was een gewone jongen uit Brummen. Zijn familie nam deel aan het lokale verenigingsleven. Hij was tamboer bij de muziekvereniging. Hij voetbalde. Hij ontmoette een meisje, trouwde en kreeg twee kinderen, een meisje en een jongen, Helena Jacoba Albertha Hendrika en Jan Frans. Lenie en Frans genoemd. Later hoorde Frans, dat zijn manier van lopen mensen aan zijn vader deed denken. Gek veel meer valt er niet te herinneren.
Lenie en Frans Van Den Berghe
Na de oorlog kreeg de moeder van Frans weer verkering. Er volgde een huwelijk en er kwamen nog negen halfbroers en -zussen bij. Maar het huwelijk was allesbehalve gelukkig en het gezin allesbehalve evenwichtig. Van de elf kinderen, die er uit de beide huwelijken waren, zijn er negen in de loop der jaren uit huis geplaatst. “We waren in Brummen een beetje paria’s geworden”, constateert Frans zoveel jaren later. “Uiteindelijk zijn mijn moeder en mijn stiefvader in de jaren zeventig gescheiden en is mijn moeder in 1985 overleden. Ze had geen gelukkig leven gehad.”
“Heb ik mijn vader gemist? Wat is missen? Soms denk je: als die rotmoffen mijn vader niet hadden vermoord, had ik een heel ander leven gehad. Mijn enige vriend had wel een vader. Als ik daar was, zag ik wat ik miste. Ergens ben je beschadigd. Daar moet je mee omgaan.”
Frans Van Den Berghe ging op zijn 13e de deur uit omdat de voogdij niet meer wist wat ze met hem aan moest. Hij werd op een internaat in Delfzijl geplaatst, waar jongens werden opgeleid voor de zeevaart. Uiteindelijk volgde hij zelfs de opleiding tot kapitein in de kleine handelsvaart. Frans was zeeman geworden. Maar zijn hart lag niet op zee. Pas nadat hij zijn vrouw had leren kennen, vond hij zijn draai in de sociale verzekering, het toenmalige GAK. En vanaf de jaren tachtig probeert hij zijn familieverleden te ontrafelen. Documenten, stambomen, dat werk. “Het meest bijzondere, dat ik over vader heb gevonden, is dat hij met anderen cokes jatte bij de plaatselijke gasfabriek, waarschijnlijk om zijn gezin warm te houden. Misschien is hij daarom wel verraden en misschien is hij juist daarom wel in het Arbeitserziehungslager terecht gekomen. We zullen het nooit weten.
Ik denk wel te weten wie hem heeft verraden. Ik zal zijn naam nooit noemen, want daarvoor kan ik het niet hard genoeg maken, maar het was een bekende van vader.”
Frans Van Den Berghe heeft de oorlog niet bewust meegemaakt. Hij was net een jaar toen Nederland werd bevrijd. Maar hij is wel degelijk Slachtoffer van die oorlog. Tot de dag van vandaag draagt hij de gevolgen van de oorlog met zich mee. “Ik kan er inmiddels mee omgaan, maar ik heb de Duitsers best wel eens gehaat. Ik had er wel eens eentje op zijn bek willen slaan. Gelukkig heb ik dat niet gedaan. En aan de andere kant, vader is door een Nederlander verraden. Moet ik dan ook alle Nederlanders haten?”
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 26 september 2022