Pieter Jacobus Morren
1920-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 24 jaar geworden
Geboren op 11-06-1920 in Hoek (Z)
Overleden op 01-05-1945 in Kdo. Neustadt Holstein, Neuengamme
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Ter nagedachtenis aan Pieter Jacobus Morren
Pieter Jacobus Morren werd op 11 juni 1920 geboren in Hoek in Zeeland. Hij was de tweede zoon in het grote gezin van Jan Morren en Janna Morren-de Bruijne. Na een aantal jaar verhuisde het gezin naar de Domweg in Holkerveen (Nijkerk). Daar zou hij in totaal 10 broers en zussen krijgen. Gijs, Henk, François (als 6 weken oude baby overleden aan een waterhoofd), Fransje, Gerrit, de tweeling Annie en Gerrie, Krina en Jan. En zijn laatste broertje kreeg geen naam. Hij overleed op 19 juli 1941 samen met moeder Janna in het kraambed. Piet was toen 21 jaar.
De kleine Piet, samen met zijn oudere broer Gijs
Piet trouwde zelf met de 2 jaar jongere Maria Priem. Zij werden op 6 januari 1941 de ouders van kleine Jan. Het jonge gezin woonde in Putten, waar Piet als landarbeider werkte.
In het dorp Putten werd op 2 oktober 1944 door de Duitse bezetters een razzia uitgevoerd, waarbij vrijwel de gehele mannelijke beroepsbevolking werd afgevoerd naar diverse concentratiekampen. Ook de dan 24-jarige Piet werd samen met zijn zwager Jannes Priem gevangen genomen (al op 1 oktober).
Uit de memoires van Jannes Priem: “Ik werd op 1 oktober 1944 (na de aanslag op een Duitse officier en de represailles die hierop volgden) opgepaktsamenmet mijn zwager Piet Morrenop de grens van Putten en Nijkerk, bij een boer onderin de bedstee in de huiskamer. Wij werden met de bajonet uit de bedstede gehaald en wij moesten toen zo'n 5 km lopen naar het dorp met zware mitrailleurstrommels op de schouders sjouwend, naar het dorp waar wij tegen de muur van de kerk werden gezet. Daar stonden inmiddels al 6 à 7 personen. Wij hoorden daar dat wanneer ze 11 of 12 personen hadden, deze dan gefusilleerd zouden worden. Dat is niet gebeurd”.
De razzia van Putten was een vergeldingsactie voor de beschieting van een auto van de Wehrmacht die een dag eerder bij de Oldenallerbrug (tussen Putten en Nijkerk) werd uitgevoerd door een verzetsgroep. Hierbij kwam een Duitse officier om het leven. Een dag later werd op bevel van generaal Friedrich Christiansen het gehele dorp omsingeld door Duitse troepen, en werden de vrouwen en mannen van elkaar gescheiden. Ruim honderd woningen werden door Duitse en Nederlandse SS-ers in brand gestoken, zeven mannen werden ter plekke doodgeschoten. De vrouwen werden enige tijd in de kerk vastgehouden, 661 mannen en jongens (nagenoeg de volledige beroepsbevolking) werden eerst opgesloten in de dorpsschool en de eierhal (beiden op het Marktplein achter de kerk) en vervolgens voor het merendeel afgevoerd naar kamp Amersfoort. Vanuit Amersfoort werden de mannen op 11 oktober op transport gezet naar de concentratiekampen.
Piet werd o.a. in de kampen Neuengamme en Ladelund tewerkgesteld. Na de oorlog keerden er slechts 49 mannen terug, waaronder Piet's zwager Jannes Priem. 540 mannen kwamen om in de concentratiekampen. De meesten werden slachtoffer van ondervoeding, slavenarbeid en besmettelijke ziekten als gevolg hiervan.
Pieter Jacobus Morren overleed op 1 mei 1945 aan boord van het schip de Cap Arcona aan de gevolgen van uitputting en ondervoeding. Dat was 2 dagen voordat het schip werd gebombardeerd door de Britse geallieerden. Hij werd slechts 24 jaar. Een knappe jongeman, zoon, broer, echtgenoot en jonge vader. Nooit een vlieg kwaad gedaan. Hij stierf een afschuwelijke dood.
Pieter Jacobus Morren was mijn oom. De broer van mijn moeder. Ook haar andere broer Gijs heeft een deel van de oorlog doorgebracht in concentratiekamp Auschwitz. Hij overleefde dit wel, maar was door de afschuwelijke dingen die hij daar heeft meegemaakt voor de rest van zijn leven getekend. Broer Henk, tijdens de oorlog ondergedoken, overleefde een beschieting door de Duitsers, maar droeg de kogelsporen voor altijd op zijn lichaam.
De memoires en interviews met Jannes Priem zijn ronduit schokkend; documentaires over Neuengamme, Ladelund en de Cap Arcona zijn dat ook.
Na het overlijden van mijn moeder in 2018 heb ik een bezoek gebracht aan het Gedachteniscentrum in Putten en namens haar bloemen gelegd bij het monument. Zelf kon ze dat niet opbrengen. Het verdriet was te groot. De naam van mijn oom op de muur - tussen die van alle andere overleden mannen - heeft diepe indruk op me gemaakt.
Alle broers en zussen van Piet zijn inmiddels overleden. Ook zijn vrouw Maria en zoon Jan leven niet meer. Deze verschrikkingen werken binnen een grote familie door in de volgende generatie(s). Het is daarom belangrijk dat deze verhalen verteld blijven worden. Dat is de reden dat ik het verhaal van mijn Oom Piet hier heb opgeschreven. Opdat dit nooit weer gebeurt.
Miranda Reuvekamp-Sies
SluitenGeplaatst door Miranda Reuvekamp op 20 september 2020