Folkert Bergsma
1923-1944
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De laatste brief: gedenkboek S.S.R. unie
6 Februari 1943
Een storm gaat over ons land. Razzia's op de universiteiten en hogescholen. Folkert kwam mij vertellen wat er geberude. Wij beraadslaagden wat ons te doen stond. Folkert koos principieel de goede weg: uit de handen van die kerels blijven, dus onderduiken. Zo was Folkert. Hij wist wat hij wou. Hij was ernstig en zat toch ook vol grappen. In Augustus 1943 schreef Folkert mij dat "er een kraakje gepleegd was bij de plaatselijke bureauhouder". Dan dat sarcastische zinnetje: "niemand weet natuurlijk wie het gedaan heeft". Later bleek dat hijzelf er wel wat van af wist.
Toen, begin December '43: Folkert is gepakt. De boerderij waar hij zat werd omsingeld, één van de zoons van de boer wekte hem en kroop in zijn bed. Folkert door een luik naar de hooischuur, naar de deur, te laat! Daar stond er al een. Toch liep hij door, een paar schoten, de kogels vlogen hem om de oren. De handen gingen omhoog en Folkert was in de klauw van de mof. Het werk van een verrader.
Op 16 Februari 1944 kwamen zijn ouders bij hem op bezoek. Ze waren op weg om een gratieverzoek in te dienen, want Folkert was ter dood veroordeeld. Enige dagen later een berichtje in de krant:
Enkele mensen van een groep terroristen ter dood veroordeeld wegens overvallen op distributiekantoren, bezit van wapens e.d. Het vonnis is, nadat het verzoek om gratie was afgewezen, met de kogel voltrokken.
Bij de namen stond ook Folkert's naam. Hij rust nu in de duinen bij Haarlem.
Folkert's laatste brief:
Wat ik niet verwacht had is vanmiddag gebeurd. Om 12.15 uur werd ik naar het Gericht in Assen gebracht, dat mij ter dood veroordeelde. Morgen zullen we waarschinlijk terechtgesteld worden. Ik heb nog twee uur voor het licht uitgaat. Ik mag ook een apart briefje aan Rie schrijven. Dat we geen afscheid meer kunnen nemen, is misschien voor U wel het beste. Het zou toch geen afscheid voor altijd zijn. Ik ben gelukkig erg rustig, al kwam dit als een donderslag bij heldere hemel. Het is voor mij niet erg. Maar jullie allemaal achterlaten, dat is zo moeilijk. Als ik wilde, zou ik de hele nacht wel kunnen doorschrijven, maar wat ik jullie te zeggen heb, kan ook in een kort briefje. Waar ik kracht uit put (en jullie moeten dat ook doen) zijn o.a. de volgende teksten van Johannes: "Het Woord was God .... en Het is vlees geworden ...., en uit Zijn volheid hebben wij ook ontvangen genade voor genade". Ja, amen.
Vader en Moeder, dankt God dat jullie nog vier kinderen overhouden. Mijn aards bestaan kunnen jullie niet rekken of redden, maar ik ben als Verbondskind geboren, en hoop, neen zal zo de eeuwigheid ingaan. Weest dan getroost door de gedachte, dat, als U deze brief krijgt, één van Uw vijftal de plaats van bestemming heeft bereikt. Dus, Vader en Moeder, vaart wel. Weent niet. Alle huisgenoten, vergeeft het mij als ik niet altijd zo geweest ben, als het moest. God heeft mij om Christrus' wil reeds vergeven.
Verder heb ik eigenlijk niets meer te zeggen. Groet verder alle bekenden. Het is te veel om ze allen te noemen....
De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met jullie allen. Jullie moeten maar veel gezang 17 zingen. Dat is zo mooi. Ik zal deze waarheid gauw ondervinden.
Daäg!
Folkert.
SluitenGeplaatst door S.S.R. Wageningen op 12 augustus 2019