Eduard Jan Muller

1903-1945

0

Oorlogsslachtoffer

Is 42 jaar geworden

Geboren op 28-02-1903 in Voorhout 

Overleden op 01-09-1945 in Pakanbaroe, kamp 2 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

bericht van overlijden

Uit het Algemeen Handelsblad van 22-02-1946.
Bron: delpher.nl

Geplaatst door Marcel Ravenhorst op 08 juli 2020

Bfa6a8a27adf5a1dc28aebe972359459 v1

bericht van overlijden

Uit het Algemeen Handelsblad van 22-02-1946.
Bron: delpher.nl

Geplaatst door Marcel Ravenhorst op 08 juli 2020

Fbc8cea1d090848f8f9dc8d6a71060d5 v1

Ed Muller, Indisch oorlogsslachtoffer

Eduard Jan (Ed) Muller is een van de gevallenen door oorlogsgeweld die herdacht worden tijdens de jaarlijkse Dodenherdenking. Op 15 augustus, de dag van de Japanse capitulatie, worden speciaal de slachtoffers die in Nederlandsch Indië gevallen... Lees meer

Eduard Jan (Ed) Muller is een van de gevallenen door oorlogsgeweld die herdacht worden tijdens de jaarlijkse Dodenherdenking. Op 15 augustus, de dag van de Japanse capitulatie, worden speciaal de slachtoffers die in Nederlandsch Indië gevallen zijn herdacht. Als geboren Voorhouter, hoewel zijn ouders van elders komen, willen we hier zijn verhaal vertellen.

Vader Johannes Franciscus Muller is stationschef op station Pietgijzenbrug en woont met echtgenote Geertruida van Lier in Voorhout, huis S-7 als Eduard Jan op 28 februari 1903 wordt geboren. Ed wordt in de Kleine Kerk van Voorhout gedoopt. Later studeert hij wis- en natuurkunde aan de universiteit in Groningen. Hier ontmoet hij Lien, zijn latere vrouw en dochter van de burgemeester van Cheribon in N.-O.I. Ze verloven in Nederland maar Lien wil graag terug naar Indië.

Nederlandsch- Indië.

Ed is doctorandus als hij naar Nederlands-Indië vertrekt. Daar is hij tot 1930 medewerker van de Nillmij, de Nederlandsch-Indische Levensverzekering- en Lijfrente Maatschappij. Op 31 oktober 1929 trouwt hij in Weltevreden, Batavia met Engelina Adriana (Lien) Schotman die op 27 mei 1902 in Gombong op midden-Java in Indië is geboren. Haar vader is ten tijde van haar huwelijk burgemeester van Madioen op Java. Op dezelfde dag treedt haar broer Gilles Jan Schotman in het huwelijk. Ed en Lien krijgen twee kinderen, Johannes Franciscus (Batavia 5 januari 1931, Amsterdam 29 januari 2002) en een dochter Martha Geertruida Muller (Batavia 24 december 1933). In 1942, bij de inval van Japan in Indië wonen ze Merbaboelaan 13 in Jogjakarta op Java. Eduard is dan wiskunde- en natuurkundeleraar aan de lokale A.M.S., afdeling B (Algemene Middelbare School). Eduard is eerder in juni 1931 tewerkgesteld als leraar b/d van de A.M.S. in Batavia. Eduard is vrijmetselaar. Op 2 juli 1938 krijgt hij 9 maanden Europees verlof na een dienstverband van zeven jaar. Het gezin verblijft in Noordwijk in huize ‘de krum’. Gedurende dit verlof probeert Ed te promoveren maar dat mislukt. Het jaar daarop wordt hij bij terugkeer uit Europa opnieuw in dezelfde functie op dezelfde school in Jogjakarta benoemd.

Eduard is reservist en korporaal fuselier bij Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger bij de inval van de Japanners. Op 15 augustus 1942 wordt hij geïnterneerd in een krijgsgevangenenkamp op Java.

Getorpedeerd.

Eduard is, net als zijn zwager Adriaan Denis Schotman, op 16 september 1944 in Tandjoeng Priok aan boord gebracht van de Junyo Maru. Dit roestige oude Japanse vrachtschip schip wordt volgeladen met krijgsgevangenen om hen over te brengen naar Sumatra. Deze groep, vnl. Nederlandse krijgsgevangenen bestaat uit 1600 personen uit het 10e Bataljon-kamp en 700 uit het Kampong Makassar- kamp. Het transport wordt aangeduid als Java Party 23, het 23e transport van krijgsgevangenen vanuit Java. De Junyo Maru wordt om halfzeven ’s avonds, op 18 september 1944, 15 zeemijlen van Benkoelen (nu Bengkulu, aan de westkust van Sumatra) getorpedeerd door de Britse onderzeeër HMS Tradewind. Het schip wordt getroffen door twee torpedo’s, één in het voorschip en één in het achterschip. Na 20 minuten is de Junyo Maru gezonken. Omstreeks 5600 opvarenden komen om het leven. Het is een van de grootste scheepsrampen in de geschiedenis. (Er zijn bijna vier keer zoveel slachtoffers als bij de Titanic, waar 1500 slachtoffers waren). Adriaan Schotman behoort tot de slachtoffers. In de uren en dagen na de torpedering worden omstreeks 875 gevangenen opgepakt door Japanse schepen en ondergebracht in de gevangenis van Padang. Een paar dagen na aankomst in Padang worden de krijgsgevangenen in groepen per trein naar Pajamkoemboe vervoerd en vervolgens naar de Pakan Baroe kampen.

Eduard Jan Muller, een sterke man, 1.92 meter lang en een goede zwemmer, overleeft de ramp. Hij stuurt een kaartje naar huis met de tekst ‘came through without a scratch’. Hoe bijzonder dit bericht is, begrijpt het thuisfront pas veel later als berichten over de omvang van deze ramp daar doorsijpelen.

De Pakan Baru spoorweg.

Eduard Jan komt dus terecht in Pakan Baru in de oost-Sumatraanse provincie Riau. Hier wordt door krijgsgevangenen gewerkt aan een grote spoorweg van Pakan Baru naar Muara. Daar sluit de 220 kilometer lange spoorlijn aan op de bestaande lijn Padang – Bukittingi. Deze spoorweg is van groot belang voor de Japanse oorlogsvoering.

Er liggen in totaal 14 krijgsgevangenenkampen langs deze spoorlijn. Kamp 2 ligt drie kilometer verwijderd van Pakan Baru bij Sungei Tengkiran. Van 20 mei 1944 tot 25 november 1945 zitten hier ruim 1000 krijgsgevangenen. Onder barre omstandigheden moeten de gevangenen dwangarbeid verrichten. Zwaar werk met weinig eten en slechte behuizing. Voor Australiërs is de spoorweg een begrip, ze noemen het ‘the Railway of Death’. Ironisch en wrang wordt op 15 augustus 1945, de dag van de Japanse capitulatie, de laatste hand gelegd aan de spoorlijn. De Pakan Baru spoorlijn is klaar en de oorlog ook.

Bij de begraafplaats van kamp 1 vlakbij Pakan Baru staat een monument in de vorm van een zuil die volgens de overlevering op verzoek van de Japanse regering is vernietigd door het regime van president Sukarno. In 1971 staat de begraafplaats er erg verwaarloosd bij. De graven zijn volledig overwoekerd door planten en de grafzerken zijn verdwenen. Op 15 augustus 2001 is in Engelenad, Alrewas, vlakbij Lichfield, Staffordshire een monument opgericht door overlevenden ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Pakan Baru spoorweg, het National Memorial Arboretum.

Overlijden:

Eduard Jan Muller overlijdt, nog na de Japanse capitulatie, op 1 september 1945 om 03.15 uur in kamp 2 aan pellagra. Pellagra is een huidziekte die veroorzaakt wordt door een ernstig tekort aan vitamine B-3. Van oudsher wordt pellagra beschreven met de "vier D's", diarree, dermatitis, dementie en dood. Specifieker zijn de volgende symptomen mogelijk: diarree met bloed, schilferende huidaandoeningen, hoofdpijn, huidkloofjes, mondslijmvliesontsteking, pijnlijke rode lippen, verminderde eetlust, aandoeningen van het zenuwstelsel met gevoels- en gezichtsstoornissen en dementie.

Het is niet waarschijnlijk dat Eduard weet van het overlijden van zijn echtgenote op 21 augustus 1945 in Ambarawa, kamp 6 op Java. Uiteindelijk worden ze bij elkaar begraven op het Ereveld Kalibanteng bij Semarang op Java in vak V, rij I de graven 162 en 163.

Zoon Jan wordt, als hij 11 à 12 jaar is, van zijn moeder in het vrouwenkamp van Ambarawa gescheiden en wordt ondergebracht in het ‘jongenskamp’. Dochter Martha mag bij haar moeder blijven. Na de capitulatie strooien vliegtuigen flyers uit boven de gevangenkampen van Ambarawa. Als ie weet dat de Jap gecapituleerd heeft rent Jan weg uit het jongenskamp naar het niet veel verder gelegen vrouwenkamp. Daar hoort hij dat zijn moeder kort daarvoor is overleden. Aan de poort van het kamp trekt hij zich van verdriet letterlijk de haren uit het hoofd.

Jan en Martha worden opgevangen door moeders broer, de planter Gilles Jan Schotman en zijn vrouw Henny. Zij sporen de kinderen via het Rode Kruis op en nemen hen op in hun gezin.

De overlevende familieleden in Indië komen tijdens de Bersiap-periode tot medio 1946, ‘van de regen in de drup’. Als Soekarno aan de macht komt repatriëren ze naar Nederland.

Moeder Lein Muller-Schotman heeft een joodse moeder, maar is christelijk gedoopt. Toch belandt ze gedurende de oorlog in het concentratiekamp Theresienstadt. Ze overleeft de verschrikkingen, om na de oorlog te horen dat haar zoon en schoondochter in Indië de oorlog niet overleefd hebben.

Sluiten
Bron: Dwars-Op 60, tijdschrift van de Historische Kring Voorhout (HKV)

Geplaatst door alnusnigra op 19 augustus 2017

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Kalibanteng


Vak/rij/nummer V-I163
muller e.j.2004.jpg

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu