Woonde in Rijswijk (ZH), Bilderdijklaan 57. Zoon van Frans Neef (magazijnbediende, 13 december 1887 Rotterdam - 6 oktober 1954 Rotterdam) en Geertruida Adriana van Helden (7 december 1888 Rotterdam). Gehuwd met Neeltje Willemina de Jonge (13 juli 1914 Rotterdam - 2 juli 2002). Vertegenwoordiger/Reserve tweede luitenant. Lid verzet behorend tot de Ordedienst. Neef was ondergedoken. De commandant van het OD-district Venlo had hem kort ervoor naar Helden gezonden. Fred Cammaert veronderstelt in Het Verborgen Front dat hij militaire inlichtingen moest verzamelen en het contact tussen OD en KP in dat gebied moest onderhouden. Bij een razzia op 8 oktober 1944 ontdekten Duitse soldaten in de woning van A.H. Verrijt draden, die aan een zendinstallatie deden denken. Toen de Sipo een dag later kwam, was Neef in de woning. Hij zei dat hij ziek was. Neef werd meegenomen en in de bossen tussen Helden en Kessel door de Nederlandse Sipo-handlanger Cornelis Martinus Wilhelmus Schut (28 november 1901 Utrecht) doodgeschoten. De woning van Verrijt is bovendien opgeblazen. Rechts van de weg Helden-Kessel is aan de rand van het bos op de plek waar Neef is gefusilleerd een monument te zijner nagedachtenis geplaatst. Zijn naam prijkt voorts op het Monument voor de Gevallenen in het park Hofrust in Rijswijk. Sluiten