Mijn opa Bernardus van Noort was voor de oorlog huisarts te Pati, Midden-Java. Hij was getrouwd met Marie Sofie Suyling (1903-1995) en ze hadden vijf kinderen.Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Als officier van gezondheid werd hij geplaatst bij de geneeskundige troepen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger.Na de capitulatie in maart 1942 werd hij in Japanse krijgsgevangenschap afgevoerd. Door de Japanners werd hij tewerkgesteld aan de Pakan Baroe spoorweg op Sumatra waar hij overleed.Mijn grootmoeder en haar vijf kinderen werden door de Japanners geïnterneerd in Ambarawa kamp 6, waar ze jarenlang onder steeds erbarmelijker wordende omstandigheden verkeerden. Mijn moeder, Els Plantenga-van Noort, was hun vierde kind en zij heeft in 2005 een boekje over haar jeugd in Indië het licht doen zien dat is uitgegeven door Gopher in Amsterdam. De titel luidt: Gepeperde toestanden. Sluiten