Maarten van Noort
1911-1941
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 29 jaar geworden
Geboren op 17-09-1911 in Rozenburg
Overleden op 27-01-1941 in Kanaal van Bristol a/b m.s. Beemsterdijk
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Ondergang van het stoomschip Beemsterdijk (HAL)
Op onderstaande website vindt u een uitgebreid onderzocht relaas in woord en beeld over de ondergang van het ss "Beemsterdijk".
Bron: https://www.nederlandsekoopvaardijww2.nl/nl/
Geplaatst door John van Kuijk op 27 maart 2020
Maarten van Noort
Het vrachtschip STAD SCHIEDAM van de Halcyon Lijn vertrekt begin september 1940 uit Port Sulpher, New Orleans (USA) met 8.000 ton zwavel, op weg naar het Verenigd Koninkrijk. Op 13 september vertrekt het schip uit Bermuda en vaart alleen naar...
Lees meer
Het vrachtschip STAD SCHIEDAM van de Halcyon Lijn vertrekt begin september 1940 uit Port Sulpher, New Orleans (USA) met 8.000 ton zwavel, op weg naar het Verenigd Koninkrijk. Op 13 september vertrekt het schip uit Bermuda en vaart alleen naar Halifax (Canada) om daar aan te sluiten bij een groot konvooi voor de oversteek van de Atlantische Oceaan. Drie dagen later wordt het schip overvallen door een grote storm, waardoor vaart moet worden teruggenomen.
Maar in de avond van 16 september om 20.45 uur wordt een serie explosies gehoord in ruim III aan bakboord zijde van het schip. De explosies houden aan en vijf minuten later breekt de Stad Schiedam middendoor. Beide delen zinken snel weg.
De reddingboten zinken met het schip, er drijven alleen twee vlotten vrij. Twee overlevenden weten een vlot te bereiken, tien anderen vinden een plek in het andere vlot. Onder de overlevenden bevindt zich ook stoker Maarten van Noort. Twintig opvarenden komen om.
Als de volgende ochtend de zon opkomt weten beide vlotten elkaar te bereiken. Ze verdelen de overlevenden over beide vlotten en zoeken vergeefs naar andere overlevenden. De vlotten blijven bij elkaar en drijven een aantal dagen op zee rond. Om 14.30 uur op 21 september worden ze gezien en opgepikt door het Britse vrachtschip WHITE CREST.
In het latere onderzoek wordt naar de mogelijkheid van sabotage gekeken, maar dit kon niet worden bewezen. De meest waarschijnlijke oorzaak van de ramp was of dat het 25 jaar oude schip de belasting door de storm niet kon weerstaan en de constructie het heeft begeven, of dat er zwavelgassen tot ontploffing zijn gekomen.Na de ramp met de STAD SCHIEDAM wordt Maarten van Noort overgeplaatst op de BEEMSTERDIJK van de NASM. Op dinsdag 21 januari 1941 om 14.00 uur vertrekt de Beemsterdijk met 42 bemanningsleden in ballast uit Glasgow (VK) met bestemming Cardiff. Het schip is aangewezen om zich aan te sluiten bij konvooi OB-277, dat op 22 januari vanuit Liverpool zal vertrekken. Vanwege mogelijke interferentie van het degaussing systeem op de kompassen, loopt het schip kort na vertrek binnen in Greenock. Op 24 januari vertrekt het schip weer naar zee.
Twee dagen later, op 26 januari, bevindt het schip zich in het Kanaal van Bristol, als er om ongeveer half elf in de ochtend een hevige explosie plaatsvindt in ruim 5 aan stuurboord zijde. Later blijkt dat het schip op een mijn is gelopen. De Beemsterdijk maakt direct sterk slagzij over stuurboord, de machines worden gestopt en de gehele bemanning verlaat het schip in reddingboten.
Na een uur blijkt het schip niet dieper te zinken en de kapitein keert terug aan boord met drie anderen. Uit de inspectie blijkt dat zowel de machinekamer, ruim 4 als ruim 5 onder water staat, maar het schip verder intact is. Daarop komen alle anderen terug aan boord en de reddingboten worden weer gehesen. Via een noodbericht wordt om hulp gevraagd, waarna vier sleepboten uitvaren uit verschillende havens.
Gedurende de nacht neemt het zicht af, terwijl het weer verslechtert. De sleepboten kunnen het schip niet vinden en keren terug naar de haven. In de ochtend van 27 januari wordt het weer nog slechter en begint de Beemsterdijk zwaar te slingeren. Om 09.30 uur begeeft het schot tussen Ruim 5 en 6 het, waarop de kapitein opnieuw opdracht geeft om het schip te verlaten. Maar de Beemsterdijk helt in zeer korte tijd sterk achterover en zinkt binnen twee minuten weg, de reddingboten met zich meesleurend.
Vier mannen weten zich te redden op een vlot, de overige 38 bemanningsleden komen om bij het zinken van het schip, waaronder stoker Maarten van Noort.
Drie dagen drijft het vlot langs de Britse kust, zonder te worden opgemerkt. Op 30 januari overlijdt één van de vier overlevenden aan de ontberingen. Later die dag worden ze vanaf de wal gezien, waarop een lokale motorreddingboot uitvaart en de drie anderen weet te redden.
Sluiten
Bron: Nationaal Archief Den Haag, archiefinventaris 2.12.30/2.16.31/2.16.32/2.16.40/2.16.54/2.06.084; Nederlands Instituut voor Militaire Historie; Website Duitse onderzeeboten in WW2 www.uboat.net
Geplaatst door Jos Rozenburg op 12 september 2018