Reinier Nijman werd geboren in Rijsoord op 3 juni 1924. In zijn kinderjaren verhuisde het gezin naar het grotere, dichtbij gelegen Ridderkerk (in de omgeving van Rotterdam). Het gezin bestond uit 4 jongens en 1 meisje; Reinier was op één na de jongste. Zijn vader overleed al in 1932. Na de lagere school werkte hij in de land- en tuinbouw. Later vond hij werk bij een boer in Havelte (Drenthe).

Reinier Nijman was verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Hij was gehuisvest in de omgeving van Hamburg in een soort behuizing, die het Lager genoemd werd (N.B. dit was geen concentratiekamp). Hij schreef regelmatig brieven aan zijn moeder die helaas, op één na, weggegooid zijn.

Bij een bombardement op de stad Hamburg is Reinier omgekomen. Na de oorlog is een vriend van hem op bezoek geweest om te vertellen hoe het einde plaatsgevonden heeft.

Reinier was in verband met de komende feestdagen (mogelijk wordt Pasen 1 en 2 April 1945 bedoeld) naar de kapper in Hamburg geweest en moest op de terugweg naar het Lager schuilen in een schuiltoren wegens luchtalarm. Hij was als een van de eersten binnen en zat dus bovenin de toren. Een geallieerd vliegtuig moest op weg naar huis zijn bommen kwijt en de toren werd getroffen. Reinier werd dodelijk gewond, maar er was niets aan hem te zien. Dit vond plaats op 20 maart 1945.

Zijn oudere broer was ook in Duitsland tewerkgesteld. Deze besloot op de terugweg naar Nederland (na de capitulatie van Duitsland) Reinier op te zoeken in het Lager. Daar aangekomen kreeg hij zonder omhaal te horen dat Nijman al lang dood was (in deze bewoordingen). Hij heeft er zeer tegenop gezien dit thuis te moeten meedelen.

Verder reeds bekende of algemene info

Reinier Nijman werd in Hamburg begraven en enige jaren later in Loenen herbegraven. Het is misschien bijzonder dat over een schuiltoren gesproken werd en niet over een schuilkelder. Die schuiltorens bestonden wel degelijk (2 stuks in Hamburg, ook in Berlijn etc). Dit waren enorme betonnen gevaartes met plaats voor duizenden mensen. Dit werd een Flakturm genoemd wegens het opgestelde afweergeschut op de toren ernaast.