Adrianus Johannes Oomen
1909-1940
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De korte oorlog van Adrianus Oomen
Twee dagen duurde de oorlog maar voor Adrianus Oomen uit Molenschot. Op 12 mei trof een Duitse kogel hem in het hart. Het gebeurde bij een boerderij in Geldrop. Daar in de buurt bevocht hij met andere dienstplichtigen de Duitse invallers. Met twee anderen moest hij zich terugtrekken. En toen werd hij in Geldrop door een Duitse soldaat op een motor doorgeschoten.
“Moeder hoorde pas van vaders dood toen hij al was begraven”, zegt zoon Piet 75 jaar later. Het was een leven, in de knop gebroken. Een jonge vent, een paar jaar eerder getrouwd, net een half jaar de trotse vader van twee tweelingzonen, Cees en Piet.
Adrianus Oomen kende de dienst. Geboren in 1909 was hij van 1927 tot 1929 dienstplichtig. Daarna was hij vijf keer op herhaling geweest. Sinds 1939 was hij gemobiliseerd. Maar zijn oorlog duurde slechts twee dagen.
Voor Maria Oomen-Boemaars duurde de oorlog veel langer. Ze was oorlogsweduwe, maar bovenal, ze was geen boerin meer. Ze had met haar man op de voorouderlijke boerderij gewerkt, maar zonder man was daar voor haar geen plek meer. “Over het verlies van vader was moeder stil”, zegt Piet Oomen. “Ik weet daarom maar weinig van hem. De eerste vijftien jaar van mijn leven heb ik er misschien wel nooit over gepraat."
"Moeder is in 1947 hertrouwd en uit dat huwelijk zijn nog vier kinderen voortgekomen. Toch denk ik dat de glans uit haar leven was verdwenen. Er was geen onmin in de familie, maar ik denk dat het haar altijd pijn heeft gedaan dat ze de boerderij had moeten verlaten.” Maria Oomen kreeg aanvankelijk een uitkering van Defensie, maar dat hield op toen ze hertrouwde. Dat was ten onrechte en uiteindelijk werd de uitkering weer hersteld. Met terugwerkende kracht.
Piet Oomen ging zich pas uitgebreider met zijn vader bezig houden toen er in zijn gemeente sprake van was dat er straten zouden worden vernoemd naar oorlogsslachtoffers. Zijn vader was ook slachtoffer. Dus…
Dus niet. Omdat goede gegevens ontbraken concludeerde de gemeente dat het niet ondenkbaar was dat Adrianus was doodgeschoten terwijl hij vluchtte. En naar een vluchter kun je natuurlijk geen straat vernoemen.
“Toen ik dat hoorde heb ik het uitgeschreeuwd. Woede. Onmacht. Het was wel mijn vader om wie het ging. Mijn vader. Ik ging me daarom uitgebreid in de materie verdiepen. Daarbij ontdekte ik dat uit stukken van Defensie bleek dat er geen sprake was van vluchten maar van een bevel tot terugtrekken omdat ze in de Duitse vuurlinie lagen. Dat bevel is opgevolgd en daarbij is mijn vader om het leven is gekomen.”
Een Adrianus Oomenstraat is er in Molenschot niet gekomen. Maar er staat nu wel een boom die zijn naam draagt.
Het is niet zo, dat Piet Oomen gelukkig is met de wijze waarop dit hele proces is afgelopen. “Maar het is wel goed dat het is gelopen. Mensen moeten hun voorgeschiedenis niet laten lopen. Daar krijg je later spijt van. Voor mijzelf is het belangrijk dat ik mijn vader heb kunnen rehabiliteren. Omdat ik vaders geschiedenis heb leren kennen, heb ik ermee in het reine kunnen komen.”
Piet en Riet Oomen met hun kleinkinderen.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 29 november 2019