Tonko Oosterhuis
1896-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 47 jaar geworden
Geboren op 07-10-1896 in Westerlee (Scheemda)
Overleden op 03-12-1943 in Baai van Ambon a/b Nichinan Maru
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De Herinneringsbank in Malang.
Ter nagedachtenis van de in voormalig Nederlands Indië / Indonesië overleden familieleden hebben de nog in leven zijnde kinderen van Tonko Oosterhuis en Aletta Toepa in Malang een herinneringsbank geplaatst. De bank is aan de bewoners van Malang...
Lees meer
Ter nagedachtenis van de in voormalig Nederlands Indië / Indonesië overleden familieleden hebben de nog in leven zijnde kinderen van Tonko Oosterhuis en Aletta Toepa in Malang een herinneringsbank geplaatst. De bank is aan de bewoners van Malang overgedragen en staat op een prominente plaats in het Tuguplantsoen, voorheen J.P. Coenplein, met de voorgevel van het stadhuis, de Balai Kota, op de achtergrond.
Sluiten
Bron: dhr. W. Oosterhuis
Geplaatst door Jan Thonus op 17 september 2019
Transport naar de Molukken van Olt.Inf.KNIL. Tonko Oosterhuis.
Als sergeant begon hij zijn militaire loopbaan in 1921 bij de koloniale reserve. Zijn eerste standplaats als KNIL militair was Kalabahi op Alor, waar hij in 1925 trouwde met Aletta Toepa, dochter van een Timorese klerk die als hoofdonderwijzer...
Lees meer
Als sergeant begon hij zijn militaire loopbaan in 1921 bij de koloniale reserve. Zijn eerste standplaats als KNIL militair was Kalabahi op Alor, waar hij in 1925 trouwde met Aletta Toepa, dochter van een Timorese klerk die als hoofdonderwijzer naar het eiland was verhuisd. De eerste twee kinderen werden daar geboren. Na diverse overplaatsingen naar Waingapu (Sumba), Cimahi, Surabaya en Samarinda werd hij tenslotte als Onderluitenant inf. KNIL. in Malang gestationeerd bij de staf van het VIIIste Bat.Inf. Na de capitulatie van het Koloniale leger werd hij op 9 maart 1942 krijgsgevangene geïnterneerd in het interneringskamp van de 3de Divisie. Vervolgens werd hij met andere krijgsgevangenen vermoedelijk overgebracht naar het voormalige jaarbeursterrein te Soerabaja. Daar heersten onmenselijke toestanden, men leed honger en er was vrijwel geen medische verzorging.
Nadat uit Batavia nog meer kgvn waren aangevoerd hoorden de kgvn dat zij binnenkort op transport zouden worden gesteld om elders werkzaamheden te verrichten; intussen lagen in de haven Tandjong Perak zes Japanse schepen om de kgvn naar de Molukken en Flores te brengen.
Op 18 apr 1943 werd Tonko samen met 6300 kgvn, ingescheept op een van de zes Japanse transportschepen, waarvan vier schepen als bestemming de Molukken hadden en twee het eiland Flores. Olnt. Tonko Oosterhuis was a/b van een schip dat hem naar Ceram zou brengen.De groep die in Ceram van boord ging moest eerst in Amahei onder verschrikkelijke omstandigheden werken aan het aanleggen van een vliegveld; nadat dat gereed was werden in oktober 1943 de kgvn overgebracht naar Paloa op het eiland Haroekoe.
Door het grote aantal doden en ernstig zieken onder de kgvn, als gevolg van de onmenselijke omstandigheden waaronder zij moesten werken, besloot de Japanse Leiding na enige tijd de kgvn naar Java terug te brengen.
Tot de vele ernstig zieken behoorde ook Olt. Tonko Oosterhuis; naast volkomen uitputting leed hij sinds 2 okt. 1943 ook aan een ernstige vorm van beri- beri.Intussen lagen in de Baai van Ambon enige Japanse schepen die de kgvn naar Java zouden repatriëren, o.a. de later beruchte zgn. HELL-schepen, het ss “Suez Maru” en het ss “Maros Maru”.
De meest ernstig zieken, waaronder Tonko Oosterhuis werden a/ b gebracht van het kleinere schip, ss “Nichinan Maru”.
Hij overleed op 3 december 1943 om 11.00 uur op dek 1 van genoemde schip.. Hij werd door de inheemse bevolking aan land begraven, maar tot op heden is zijn laatste rustplaats nooit gevonden.
Nabestaanden proberen via de Oorlogsgravenstichting te achterhalen of hij wellicht behoort tot de “onbekende soldaat”, waarvan op het Ereveld te Ambon 15 graven zijn te vinden.De oudste zoon, Swier Johannes (Johan), heeft de oorlog ook niet overleefd. Hij werd in 1944 met drie HBS- vrienden door de Kempeitai (Japanse militaire politie) in Malang gevangen genomen op verdenking van verzetsdaden. Ze werden veroordeeld, omdat ze met een zaklantaarn naar overvliegende geallieerde vliegtuigen signalen zouden hebben geseind. Twee maanden voor de capitulatie is hij in de gevangenis Lowokwaru te Malang op 25 juni 1945 op 18 jarige leeftijd overleden.Moeder Aletta ging in september 1946 als weduwe met zes kinderen naar Holland, waar het gezin door de familie van haar overleden man werd opgevangen. Zij overleed in 1978 te Heerenveen.
Op 2003 kwam nog een zoon in Indonesië om het leven, toen hij door een hartstilstand tijdens het zwemmen bij Komodo werd getroffen.Ter nagedachtenis van de in voormalig Nederlands Indië / Indonesië overleden familieleden hebben de nog in leven zijnde kinderen in Malang een herinneringsbank geplaatst. De bank is aan de bewoners van Malang overgedragen en staat op een prominente plaats in het Tuguplantsoen, voorheen J.P. Coenplein, met de voorgevel van het stadhuis, de Balai Kota, op de achtergrond.
Sluiten
Bron: Jacq. Z. Brijl., Luitenant- Kolonel bd, BL., Wikipedia, dhr. W. Oosterhuis
Geplaatst door Jan Thonus op 14 september 2019