Jacob (Jaap) was de oudste zoon van Simon Bestebreurtje (1899). Op 28 augustus 1924 werd hij in Utrecht geboren, op 31 mei 1944 overleed hij in het concentratiekamp Buchenwald. Na de eerste vijf dagen van de Tweede Wereldoorlog, toen hij als ordonnans voor het Nederlandse leger werkte, keerde Jaap terug naar zijn ouders die in (Rotterdam) Schiebroek woonden. Later werkte hij als tijdelijk ambtenaar bij het Gewestelijk Arbeidsbureau in Rotterdam, maar wilde daar om principiële redenen niet blijven. Eigenlijk wilde hij zo snel mogelijk naar Engeland gaan om zich daar bij de geallieerden te melden. Dat is hem niet gelukt. Op vrijdag 3 december 1943 werd Jaap in het Zuid-Franse Port-Vendres opgepakt en naar de gevangenis in Perpignan gebracht. Op 22 januari 1944 werd hij vanuit het doorgangskamp Compiègne op transport gesteld naar Buchenwald, waar de trein met 1.990 gevangenen op de 24ste januari arriveerde. Daar werd Jaap als politiek gevangene ingeschreven onder nummer 42623. Vier maanden later, op 31 mei, overleed hij. Vermoedelijk ten gevolge van door hongeroedeem ontstaan flegmoon. Sluiten