Jacob Patty
-1944
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Overleden op 06-1944 in Omgeving Bodjonegoro
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Verzamelgraf Bodjonegoro en Jacob Patty
Illegale medewerkers van deze Verzetsgroep Corisca staken in de nacht van 21 Juli 1943 op verschillende plaatsen in Soerabaja vuurpijlen af om strategisch militaire doelen te markeren zodat Geallieerde bommenwerpers uit Australië daar hun dodelijke lading konden afwerpen.
Na Kerstmis 1943 sloeg de gevreesde Kempeitai toe. 71 verdachten werden gearresteerd, onder wie Jacob Patty.
Getuige Magdalena Patty bezocht een huis in de buurt van de Sapoerna bioscoop en zag in een kamer haar neef Jacob Patty, gekneveld op een stoel, ondervraagd door twee Japanners over de Vuurpijlaffaire, daarbij gemarteld met brandende sigaretten, zie bijlage getuigenverklaring M.Patty
Jacob Patty betaalde de ultieme prijs voor zijn moed. Wegens zijn actieve rol bij de vuurpijlactie werd hij met 69 anderen ter dood veroordeeld. Slechts één man overleefde de Vuurpijlaffaire: Josias Muskita werd slechts veroordeeld tot levenslang.
Eind juni 1944 werden Jacob Patty en zijn medestrijders van Verzetsgroep CORSICA weggevoerd naar de djatibossen van Bodjonegoro. Daar werden ze, door de genadeloze Kem-Pei-Tai, geëxecuteerd.
De heldendaden van deze illegale strijders werden vastgelegd in een namenlijst. J.W.F. Meeng, hoofd van het Bijkantoor Soerabaja van de Opsporingsdienst Overledenen (O.D.O.), publiceerde deze lijst eind 1949 in verschillende kranten in Nederlands-Indië.
In Nederland raakte deze actie bekend als de "Vuurpijl-affaire" in de vergetelheid. Tot op heden is de groep Corisca nooit officieel erkend als Verzetsgroep
Het wordt tijd om deze vergeten helden te herdenken. Hun moed en opoffering verdienen een plaats in de Nederlandse geschiedenisboeken.
Geplaatst door Peter van den Broek op 23 juni 2024