Leonard Frans Phijl
1941-1962
Oorlogsslachtoffer
Is 20 jaar geworden
Geboren op 09-08-1941 in Vaals
Overleden op 16-06-1962 in Mariat, Ned. Nw-Guinea
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Leonard Frans Phijl, de dood en het waarom
Hij was wel een beetje een gangmaker, buiten het gezin waarin hij opgroeide en daarbinnen. Gewoon een aardige, sportieve jongen, die graag voetbalde, fietste, zwom en aan judo deed. De derde van een mijnwerkersgezin uit Vaals. Hij had een oudere broer en zus en een jongere zus. Twintig jaar was hij. Nu zat hij als dienstplichtig militair in Nederlands Nieuw Guinea, Maar hij zou snel afzwaaien. Hij had last van heimwee, wilde graag weer naar huis.
Maar Leo (Leonard Frans) Phijl zou nooit meer naar huis gaan. Vaals zou hij nooit meer zien. Kort voor hij afzwaaide moest hij mee op patrouille. Indonesische rebellen hadden zich verschanst in een huis. Een Nederlandse majoor gooide er een handgranaat in om hen naar buiten te krijgen. De handgranaat kon worden teruggegooid. Er ontstond een vuurgevecht. Leo en een maat werden getroffen. Ze waren niet op slag dood maar zijn uiteindelijk doodgebloed. Een andere soldaat schreef in zijn dagboek dat de uitgedroogde aarde hun bloed opslokte. Leo stierf een paar weken voor zijn 21e
verjaardag. Hij was geboren op 9 augustus 1941 en stierf op 16 juni 1962.
Leo kwam uit een gewoon Zuid Limburgs gezin. Doorgeleerd had hij niet. Daar moest je meer geld voor hebben dan een mijnwerker kon verdienen. Leo was al vroeg aan het werk gegaan. Hij werkte bij een garage in Duitsland. Duitsland lag natuurlijk vlak bij Vaals en ze betaalden daar beter dan in Nederland. En hij was een goeie werker.
Toen hij in militaire dienst moest en zou worden uitgezonden naar Nederlands Nieuw Guinea (nu Irian Jaya als onderdeel van Indonesië) zag hij daar niet tegenop. De autoriteiten hadden er mooie verhalen over. De jongens gingen daar iets opbouwen. Het was bovendien een unieke kans om wat van de wereld te zien. Met een vliegtuig naar de andere kant van de wereld. Vliegen boven Alaska, landen in Tokio. Wanneer maakte je dat als gewone jongen uit Vaals nou mee? Leo kende de verhalen van zijn oudere broer, die ooit vrijwillig in Suriname had gediend. Zoiets wilde hij ook wel.
Eenmaal in Nieuw Guinea was hij ook buiten zijn militaire taken actief. Hij was een fervent judoka en richtte met gelijkgestemden een judoclub op om zijn geliefde sport te kunnen beoefenen. Hij volgde een schriftelijke cursus Engels om straks als hij weer thuis was sterker te staan op de arbeidsmarkt. En hij maakte als militair promotie. Eerst werd hij soldaat eerste klas, later korporaal.
Toch leek wat hij kreeg in de verste verte niet op wat hem was voorgespiegeld. Leo schreef regelmatig naar huis maar in die brieven mocht je van de militaire autoriteiten lang niet alles opschrijven wat je meemaakte. Het was niet de bedoeling dat thuis al te duidelijk werd dat de Nederlanders eigenlijk in een soort guerrilla-oorlog met de Indonesiërs waren beland. Slechts een keer heeft Leo kunnen aangeven dat hij er thuis wel over zou vertellen, maar zo ver is het nooit gekomen. Dat hij heimwee had bleek echter uit elke brief.
De guerrilla had tot gevolg dat Leo’s afzwaaien telkens vooruit werd geschoven. De bedoeling was dat hij maar een jaar weg zou zijn, maar dat werd steeds langer totdat hij sneuvelde, kort voordat hij uiteindelijk zou afzwaaien. Als hij op het reguliere moment had kunnen afzwaaien, had hij nog heel lang kunnen leven.
Leo’s dood trof het gezin Phijl als een mokerslag. “Ik was met moeder op zaterdagochtend thuis toen we een kapelaan in de buurt zagen rondscharrelen, herinnert Leo’s jongste zus Elly zich. “’Hij zal toch niet hier moeten wezen’, zei moeder. Maar hij moest wel bij ons zijn. Moeder heeft geschreeuwd van verdriet, van onmacht, van woede, van wat al niet. We hadden geen afscheid kunnen nemen. Er was geen dode te zien. Leo had als kerngezonde jonge vent afscheid van ons genomen.”
Het verhaal dat de familie Phijl van de militaire autoriteiten te horen kreeg was een opgesmukt verhaal. Leo was voor het vaderland gestorven bij de uitoefening van zijn plicht. Leo was bezig met de verheffing van het Papoeavolk, zoals de Nederlandse regering dat wilde. Leo had niet geleden. De werkelijkheid was dat hij is doodgebloed omdat er ter plaatse geen goede hulp voorhanden was. De werkelijkheid is dat hij en de andere gesneuvelden in Nederlands Nieuw Guinea slachtoffers waren van de ambities van een Nederlandse overheid. Die wilde na Indië niet nog een stuk van het koloniale verleden opgeven (het gebied beschikte bovendien over belangrijke grondstoffen). De Nederlandse regering (en vooral de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns) had kunnen weten en had moeten weten dat dit een verloren zaak was, maar wilde daar niet aan.
“Leo is aanvankelijk ter plekke begraven”, vertelt Elly Phijl. “Een week later was er een dienst in de katholieke kerk in Vaals. Er stond een doodskist, maar die was leeg. De militaire autoriteiten beknibbelden op van alles en nog wat. Dit kon niet en dat was te duur. Nederland op z’n gierigst. Verschrikkelijk. We kregen een telegram van de koningin en de pastoor vertelde dat Leo’s dood Gods wil was, maar wat konden wij daar nou mee? Wij waren in shock, wisten niet wat te doen.”
“Toen Leo’s lichaam naar huis zou komen, kreeg moeder nachtmerries. Ik ook. De ene keer droomde je dat hij er toch nog was en dat hij gewoon weer thuis zou komen. De andere keer dat zijn lichaam niet in die kist zou zitten maar dat ze er stenen in hadden gestopt.
Uiteindelijk zijn we wel aan de wallekant geklauterd, al is het altijd pijn blijven doen. Die lege plek is altijd verdwenen. Daar kom je nooit overheen. Af en toe speelt het weer op. Dan wordt ik boos op dat rotland dat zich zo nodig met van alles en nog wat moet bemoeien. Boos op politici, die de levens van jonge jongens aan hun ambities opofferen.”
Leo had verkering. Kort voor hij vertrok naar Nederlands Nieuw Guinea Had hij zich verloofd. Zij moest haar verloofde missen, maar is later wel met een andere man getrouwd. “Die is ze nog aan mijn ouders wezen voorstellen”, herinnert Elly Phijl zich.
Het verhaal van Leo Phijl is geen mooi verhaal. Soms heeft de dood een waarom, ook als die zich in een oorlog manifesteert. In het geval van Leo blijf je altijd zoeken naar een bevredigend waarom. Leo’s dood is een aanklacht tegen de oorlog en tegen politici met te grote ambities.
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 14 februari 2024