Theodoor Pinchetti
1894-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 50 jaar geworden
Geboren op 06-04-1894 in Kediri
Overleden op 18-09-1944 in Ind. Oceaan nabij Benkoelen a/b Junyo Maru
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Herinneringen
Geplaatst door mike van venrooij op 29 april 2017
Biografie Theodoor Pinchetti
BIOGRAFIE VAN LANDSTORM SOLD. INF. KNIL.
THEODOOR PINCHETTI
1.Algemene gegevens
-naam en voornamen : PINCHETTI, THEODORUS
-plaats en datum geboren : Kediri, Oost-Java; 6 april 1894
-rang/stand : Landstorm Sld. Inf. KNIL.
(militieplichtig)
-alg. stamboeknr. : 59294
-onderdeel : 3de Landstorm- Bat. te Malang
- burger beroep : Directeur Blik(ken) fabriek te
Pankalan Soesoe (S.O.K) en
Wonokromo, Oost- Java
- overl.: Op 18 sep. 1944 in de Indische Oceaan, ter hoogte
van het dorp MOKO-MOKO, Benkoelen/W. Sumatra,
tijdens de ondergang van het Jap. “Hell” schip
ss “Junyo Maru”; slachtofferlijst nr.: 890.
2.Korte historie
THEODOOR PINCHETTI werd op 6 April 1894 geboren te
Kediri.
Kediri was de vroegere hoofdstad van de residentie Kediri
en gelegen in een vruchtbare vallei aan de Brantas rivier.
Rond Kediri bevinden zich een aantal suikerfabrieken en ook onder meer enige koffie- en cacao- ondernemingen.
Zijn ouders waren PETRUS (Pieter) PINCHETTI( 1869- 1935) en LOUISE PINCHETTI- DU PUI; zijn vader was eerst klerk op het
Residentiekantoor te Bondowosso (1903- 1905) en vervolgens
administrateur van het Gouvernements “Pandjeshuis” te Modjokerto, daarna te Probolinggo en tenslotte te Soerabaja.
Door de gebeurtenissen tijdens de Japanse bezetting en de
z.g. “Bersiap”- periode daarna, zijn vrijwel alle gegevens over THEODORUS , zoals m.b.t. de scholen die hij heeft gevolgd, helaas verloren geraakt.
Belangrijk is nog te vermelden, dat volgens het Stamboomonderzoek van THEODOOR is gebleken, dat zijn
Stamvader, JEAN BAPTISTE PINCHETTI uit het vroegere
Worms, thans Bormio geheten, afkomstig was.
Door de bergpas Serra betreedt men het voormalige landschap Worms met de oude hoofdstad Worms, thans
Bormio geheten., dat in het N.O. van de regio Lombardije
is gelegen aan de top van de berg Veltellin (N.O. Italië).
Stamvader JEAN BAPTISTE PINCHETTI was van Italiaanse
afkomst en zou o.a., chirurgijn in Zwitserland zijn geweest.
Naderhand is hij naar Ned. Indië gegaan in dienst van de VOC.
Hij zou daar in 1788 op Java zijn aangekomen.
Hij werd tenslotte onder meer Opperkoopman bij de VOC en
Opperchirurgijn en lijfarts van de Koning van Bantam.
Hij overleed op 10 apr. 1805 te Batavia, N.O.I.
Na het overlijden van zijn eerste echtgenote, Josephine von Harras (1934), hertrouwde THEODOOR op 26 juni 1936 te Malang met GERDA ASTI RIJKEN.
Het echtpaar kreeg 2 kinderen, t.w.:
-Sonja Pinchetti, geb. 7 jan. 1938 te Pankalan Brandan,
Sumatra’s Oostkust (S.O.K.);
-Peter Emile Pinchetti, geb. 22 apr. 1939 te Lawang.
Vóór het uitbreken van WOII, woonde het echtpaar
op de Peereboomboulevard 16 te Lawang.
Theodoor was onder meer voordat de oorlog met Japan uibrak, Directeur van de Blikkenfabriek van de BPM (Bataafse
Petroleum Maatschappij) geweest te Pankalan Soesoe (Sumatra) en vermoedelijk daarna te Wonokromo, O. Java.
INDIË IN OORLOG MET JAPAN,
CAPITULATIE VAN HET KNIL
ONS “INSULINDE” BEZET DOOR JAPAN
3.Inleiding
-Zoals alle Nederlanders in Indië had Theodoor PINCHETTI
trouw zijn militieplicht in Indië vervuld en ook alle
herhalingsoefeningen bij het KNIL meegemaakt.
-In verband met het uitroepen van de Algehele Mobilisatie
van onze strijdkrachten - in verband met het uitbreken van
de oorlog met Japan, in dec. 1941 - werd THEODOOR
opgeroepen voor de militaire dienst en ingedeeld bij het
3de Landstorm- Bat. te Malang.
Zijn eenheid werd toen belast met de kustbewaking van
Pasoeroean, Oost- Java.
- Ondanks hevig verzet van ons Koloniale Leger, moest het
in maart 1942 capituleren voor de overmachtige Japanse
strijdkrachten.
-THEODOOR PINCHETTE werd vervolgens met andere KNIL. militairen in verschillende kampen op Java geïnterneerd.
Omstreeks eind Augustus 1944 werd hij met andere Ned.
mil. kgvn. op transport gesteld naar Batavia, het huidige
Jakarta
In Batavia werd hij tijdelijk ondergebracht, in de voormalige
kazerne van het Garnizoensbataljon - het vroegere
Xde Bataljon Inf. van het KNIL, dat tijdens de oorlog door
de Japanners werd gebruikt als doorgangskamp, om de kgvn. van daaruit naar elders te transporteren; bijv. naar Singapore, Japan, Sumatra, Taiwan, etc.
Op 14 sep. 1944 werd hij samen met o.a. 1600 andere kgvn
(Nederlandse,Menadonese en Ambonese KNIL -miln. en waaronder ook miln van de stadswacht uit o.m. Batavia)
om ca. 24.00 uur gewekt met de opdracht zo snel mogelijk
met al hun “hebben en houden” in het donker buiten aan te treden. Om 02.00 uur ’s nachts was de afmars en marcheerden zij
langs het bekende “Pasar Senen” naar het Station van Batavia. Daar aangekomen moesten zij in de gereedstaande treinen met wagons stappen; …met als bestemming…….de havenstad Tandjong Priok.
Daar aangekomen bleek, het Japanse troepentransportschip ss “Junyo Maru” aan de kade gemeerd te liggen, waarmede
men – toen nog voor de kgvn. met onbekende bestemming – zou worden vervoerd.
Wat later sloot zich nog een groep van 700 kgvn bij hun aan,
afkomstig uit het interneringskamp “Kamp Makassar.
In Priok moest men uren op de kade wachten alvorens men tenslotte tegen de avond werden ingescheept - overigens gedurende al die tijd- zonder eten of drinken verstrekt te
hebben gekregen. Gelukkig bleek op de kade bij een KPM-
gebouw een waterkraantje te zijn, waar de kgvn. gretig
gebruik van hebben kunnen maken.
In de middag kwamen onverwachts 4200 Javaanse Romusha’s
(dwangarbeiders) op de kade aan, die letterlijk als makke schapen in de onderste ruimen van het schip werden gejaagd.
Tegen de avond mochten de kgvn. eindelijk aan boord.
Tijdens deze inscheping werden de kgvn. “als sardientjes in blik” in de ruimen geduwd; deze verbouwde ruimen beschikten o.a. slechts over enkele luchtsluizen en een enkel toilet; het stonk er dan ook vreselijk in deze gloeiend hete ruimen, waarbij men vrijwel zittend moest slapen; het weinige drinkwater was van onbetrouwbare kwaliteit, waardoor vele kgvn. tijdens de zeereis al spoedig dysenterie zouden krijgen. De reis bleek later dan ook voor de kgvn. a/b van deze schepen een ware hel op aarde te zijn; die kregen dan ook de bijnaam “HELL- SHIPS”.
Intussen was het bij de kgvn. middels geruchten bekend geworden, dat de eindbestemming van de reis vermoedelijk Padang op Sumatra zou zijn; van daaruit zouden de kgvn. vervolgens naar Pakan Baroe worden overgebracht om hen gedwongen te laten werken bij de aanleg van een nieuwe spoorbaan van Pakan Baru naar Muaro.
4 Dramatische gebeurtenissen tijdens de zeereis van de havenstad Tandjong Priok naar Padang, West Sumatra.
- In de late middag van 14/15 sep. 1944 lichtte het ss “Junyo Maru” het anker en verliet de haven van Priok om vervolgens in konvooi in N.W. richting te koersen, samen met 2 Japanse Korvetten.
In de nacht van 17 sep. was het heel slecht weer, maar de dag daarop op Ma. 18 sep. 1944 was het in de ochtend al heel heet en stierven enige kgvn. aan de gevolgen van dysenterie; ze werden door de Japanners zonder pardon, meteen over boord gegooid.
Als het kleine konvooi op 18 sep. ter hoogte was gekomen van de kustplaats Moko Moko bij Benkoelen, werd de “ Junyo Maru” door de Britse onderzeeboot HMS “Tradewind” onder commando van LtCdr. S.L.C. Maudon) omstreeks 16.00 uur ‘s middags aangevallen en met 2 torpedo’s tot zinken gebracht.
noot: De “Junyo Maru” voerde noch Rode Kruis - tekens noch
de voorgeschreven letters POW.
De eerste torpedo trof de “Junyo Maru” midscheeps; na een zware explosie begon het schip hevig te trillen, waarbij delen van het schip overal heen werden geslingerd; enkel minuten later werd het schip door een tweede torpedo getroffen, waarna de “Junyo Maru” na ca. 20 minuten onder golven van de Indische Oceaan verdween.
Gedurende dit vreselijke drama verloren vele kgvn hun leven;
ca.1300. miln.,(waaronder Nederlanders, Ambonesen , Menadonesen en enkele mensen vd Ned. Koopvaardij); voorts ook nog vele Amerikanen, Australiërs en Engelsen kgvn;
de meesten van deze laatste groep waren R.A.F. militairen.
Tenslotte verloren ca. 4000 Indonesische dwangarbeiders daarbij hun leven.
Slechts 680 kgvn. werden o.a. gered door een Japanse Korvet.
De bemanning van het Japanse korvet schroomden daarbij niet, om lichamelijk zwakke en zieke kgvn. die zij hadden gered, weer in zee te gooien.
De moedige Ldst. Sld. THEODOOR PUNCHETTI ontsnapte echter niet aan de verdrinkingsdood; ook hij kreeg zijn “ZEEMANSGRAF” nabij het dorpje Moko-Moko, ten Zuiden van Padang met vele van zijn vrienden, in de donker- blauwe wateren van de Indische Oceaan.
De lichamen van de verdronken slachtoffers, die naderhand op de kust van Sumatra waren aangespoeld, werden begraven op de begraafplaats Olo te Padang; na de oorlog werden deze slachtoffers herbegraven op het Ned. Ereveld te Padang.
Toelichtingen
- Er zijn tijdens dit scheepsdrama, 4x meer slachtoffers gevallen, dan bij de ondergang van de Titanic;
- Er bevindt zich in een kapel in Loenen een plaquette ter herdenking aan de zee- slachtoffers in het Verre oosten, alsmede op een herdenkingsmonument op het Landgoed “Bronbeek” te Arnhem.
- Ldst. Sld. THEODOOR PINCHETTI staat verder vermeld in de Slachtofferlijst onder nr. 890 van hen, die tijdens de dramatisch ondergang van de “Junyo Maru” het leven verloren en in het Slachtofferregister van de Oorlogsgravenstichting (OGS).
Moge Gods Zegen op hen allen rusten.
Geplaatst door mike van venrooij op 22 april 2017