Soldaat Johannes Platteel werd op 29 mei 1943 in Amersfoort krijgsgevangen gemaakt, nadat hij zich gemeld had na een oproep daartoe in de landelijke kranten. Hij had geen mogelijkheid gevonden om onder te duiken.
Vanuit Amersfoort vertrok hij in...
Lees meer
Soldaat Johannes Platteel werd op 29 mei 1943 in Amersfoort krijgsgevangen gemaakt, nadat hij zich gemeld had na een oproep daartoe in de landelijke kranten. Hij had geen mogelijkheid gevonden om onder te duiken.
Vanuit Amersfoort vertrok hij in een groot transport naar Stalag XI-a Altengrabow, waar hij op 1 juni 1943 het krijgsgevangennummer 106260 kreeg. Na een maand van buitengewoon slecht eten, maar stug weigeren om te gaan werken, werd hij op 4 juli 1943 overgeplaatst naar Stalag IV-b Mühlberg. Op onbekende datum werd hij overgeplaatst naar Stalag IV-g Oschatz. Dat krijgsgevangenenkamp heeft hij echter nooit van binnen gezien, want het was een kamp dat de post en pakketten regelde voor de krijgsgevangenen die in de buurt in een Arbeitskommando gedwongen waren t werken. Johannes Platteel kwam terecht in het Arbeitskommando van HASAG in Leipzig. Dit bedrijf vervaardigde munitie en wapens. Het betrof dus oorlogsindustrie en dit soort werk was voor krijgsgevangen Nederlanders onder de Conventie van Genève niet toegestaan. De aanhoudende protesten van de Nederlanders hadden echter geen enkele uitwerking. De omstandigheden bij HASAG waren buitengewoon slecht. Het recent gepubliceerde boek van Stef Beumkes (2019) "Wij moesten naar Duitsland 1942-1945 HASAG" geeft hierover veel achtergrondinformatie. De fabriek vormde vanwege de oorlogsproductie tevens het doelwit van meerdere bombardementen door de geallieerden. Toen de fabriek in februari 1945 dankzij die bombardementen vrijwel stil kwam te liggen, werden de Nederlandse krijgsgevangenen ingezet bij het ruimen van puin in de binnenstad van Leipzig. Hierbij kwam op 6 april 1945 een groep Nederlandse krijgsgevangenen te werken in de buurt van het Bayerischer Bahnhof. Bij een luchtalarm vluchtte de groep in een schuilkelder op de hoek van Liebigstrasse en Nürnbergerstrasse 55-57. Het gebouw van het Farmakologische Insituut, waar de schuilkelder zich onder bevond werd bij het bombardement getroffen en zakte in elkaar, waardoor de meeste mensen in de kelder om het leven kwamen.
De namen van de omgekomen Nederlanders zijn:
1. Dik Bos (kgf. 106312),
2. Johannes George ten Bosch (kgf 271639),
3. Reindert van Dijk (kgf. 98512),
4. Johannes Petrus (Jo) Groen (kgf. 107790),
5. A.J. (Nol) Hagendoorn (kgf. 106084),
6. Klaas Ketting (kgf. 97281),
7. Haijo Kuilman (kgf. 98534),
8. Gerard Meevers Scholte (kgf. 105701),
9. H.A. Minnema (kgf. 271627),
10. Jan Platteel (kgf. 106260),
11. Leo Pleeging (kgf. 98462),
12. Nanno Pul (kgf. 98532).
13. v.d. Broek (onbekend als kgf. en onbekend bij Oorlogsgraven Stichting, dus mogelijk civiele arbeider),
14. v. Heusden (onbekend als kgf. en onbekend bij Oorlogsgraven Stichting, dus mogelijk civiele arbeider),
15. C.Th. de Leur (civiele arbeider en omgekomen aan de Kaiser Maximilianstrasse 29 te leipzig).Ten minste 10 mensen van andere nationaliteiten kwamen hier eveneens om het leven (bron Gedenk- und Totenbuch Leipzig):
1. Eugene Anthimon (civiele arbeider, Fransman, geboren 24-2-1918 te Noe Blanche),
2. Pawel Charikow (dwangarbeider, Rus, geboren 1905),
3. Antoni Kozdrowski (dwangarbeider, Pool, geboren 24-2-1911 te Bargez),
4. Nikolaj Lopuszanski (dwangarbeider, Ukraïner, geboren 2-5-1912 te Browari),
5. Josef Rudzits (civiele arbeider, Rus, geboren 14-2-1902 Letland),
6. Julio Satori of Sartori (civiel arbeider, Italiaan, geboren 5-9-1901 te Roana / Vicenza),
7. Wladyslaw Siwinski (dwangarbeider, Pool, geboren 1901 te Lodz),
8. Marian Sobotkiewicz (dwangarbeidster, Poolse, geboren 15-12-1916 te Korschowa),
9. Onbekende man.
10. Onbekende man.Enkele dagen na het noodlottige voorval werd Leipzig door de Amerikanen bevrijd.Bron: E. van der Most, "Personalkarte III, Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland 1943-1945 en hun Arbeitskommando's", uitgave in eigen beheer, Gouda 2018
Sluiten