Hendrik Bisschop
1907-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 35 jaar geworden
Geboren op 13-03-1907 in Meeden
Overleden op 03-03-1943 in Rintin, Thailand
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Levensverhaal van Henk Bisschop
Mijn vader, Hendrik Bisschop , werd op 13 maart 1907 geboren als zoon van Sander Bisschop en Teupke Potgiesser. Zijn vader was landarbeider. Het gezin telde tien kinderen, Henk was het negende kind. Het was een economisch zware tijd. Henk koos ervoor om de opleiding tot militair te volgen.
Hij vertrok in 1927 naar Nederlands–Indië. Zijn eerste periode van zes jaar werd hij op Sumatra gestationeerd in Medan en omstreken. In 1933, bij zijn eerste verlof, trouwde Henk met Tine ter Laan (6 maart 1906). Ze hadden elkaar al leren kennen voor Henk naar Nederlands-Indië vertrok en ze hebben jarenlang gecorrespondeerd.
Na het verlof vertrok het echtpaar naar Java. Eerste standplaats was Magelang. Er volgden een paar mooie jaren. Er kwamen kinderen. In 1934 een tweeling, Sander en Mies, In 1936 volgde nog een dochter, Thea. Er werd veel verhuisd. Magelang, Tarakan op Borneo, Malang, Madoera, Soemenip, weer Malang.
Mijn ouders waren gelovige christenen. In elke plaats waar ze terechtkwamen stelden ze steeds hun woning open voor de vele militairen die er behoefte aan hadden om gezellig samen te zijn. Het leven in de Oost was eenzaam voor alleenstaande militairen.
De oorlog kwam dichterbij. Vader was beroepsmilitair en gelegerd op Java. Na de overgave van het KNIL is vader krijgsgevangen gemaakt en begin 1942 werd hij geinterneerd in Soerabaja. Moeder was toen in verwachting. Op 6 juli 1942 ben ik, Lineke, geboren. Henk heeft dit op 8 juli nog gehoord toen zijn negenjarige zoon Sander hem in het kamp mocht bezoeken. Dit was het laatste gezinscontact. Na een zware tocht naar Thailand is Henk Bisschop in maart 1943 aan de Birmaspoorweg, in kamp Rintin aldaar, overleden aan de gevolgen van dysenterie. Mijn moeder is van dit overlijden pas na de oorlog op de hoogte gesteld.
Internering gezin.
Mijn moeder, Tine ter Laan (1906-2000) werd met haar vier kinderen in oktober 1942 geïnterneerd. Het eerste kamp was in een ommuurde wijk in Malang. De situatie aldaar was nog draaglijk. 0p 3 maart 1943 werd het gezin overgeplaatst naar kamp Lampersari (Sompok B), een berucht hongerkamp. Hier heeft het gezin zware tijden doorgemaakt. Honger, met 40 mensen in één woning, hongeroedeem, ziekte. Toen de zoon uit het gezin, Sander, 11 jaar was, werd hij weggehaald en naar een mannenkamp gebracht. Na de bevrijding wist mijn moeder met het gezin naar Soerabaja te komen. Ze kreeg een huis toegewezen, maar de wijk werd gegijzeld door de extremisten. Na enkele traumatische weken is het haar gelukt met de kinderen te ontsnappen naar het kamp van de Gurka’s. De Gurka’s zijn erin geslaagd ons midden in de nacht naar de haven te brengen waar een Engelse boot lag om ons naar Singapore te brengen. Daar is het gezin opgevangen in het Wilhelminakamp. Hier was het dat twee militairen, collega’s van mijn vader, de boodschap van zijn overlijden op 3 maart 1943 brachten. Deze collega’s waren ook werkzaam geweest aan de Birmaspoorlijn en ze waren bij de begrafenis geweest. In Singapore zijn alle kinderen zwaar ziek geweest met allerlei kinderziekten. Daarna zijn we gerepatrieerd naar Nederland.
Het gezin Bisschop na de oorlog in Nederland. Van links naar rechts:
Sander Jan, moeder: Tine Bisschop-ter Laan, boven met strik Thea, onder Lineke en uiterst rechts Mies.
In juni 1946 is het gezin van Henk Bisschop teruggekomen in Nederland. Het weerzien met de familie was hartelijk. Maar het was erg moeilijk een huis te krijgen in Groningen. Het heeft ruim een jaar geduurd voor het gezin herenigd was. Mijn moeder is op latere leeftijd nog hertrouwd en na 25 jaar opnieuw weduwe geworden. Ze heeft haar laatste levensjaren doorgebracht in Bilthoven. Daar is ze op 28 augustus 2000 overleden.
Reis naar Thailand.
In november 2010 ben ik met de Oorlogsgravenstichting naar Thailand geweest om het graf van mijn vader te bezoeken. Deze pelgrimsreis heeft me veel gebracht. Er bleek veel meer informatie te zijn over de spoorweg en de lotgevallen van de gevangenen aldaar dan ik tevoren gedacht had. Die reis heeft grote indruk op me gemaakt. Ik ben nog steeds blij dat ik de reis met de OGS heb gedaan en niet met een toeristische trip. De herdenking en de reis met eenzelfde doelgroep gaf echt meerwaarde. De meereizende predikant, ds. Van Altena, was erg betrokken. Hij heeft me veel extra informatie aangereikt. Ook het museum was indrukwekkend en erg informatief. Ik heb het boekje Spoorzoeken van de heer Broekroelofs gekocht en het boek over de Birmaspoorweg van de dhr Beattie. In de bus terug kwam dominee van Altena naar me toe. Hij heeft de naam van vader zien staan op pagina 42 in het boekje Spoorzoeken van dhr Broekroelofs. Toch heel bijzonder!
Mijn vader is in Rintin begraven door dominee Hamel, mijn moeder heeft me zijn boek Soldatendominee nagelaten. Bij thuiskomst heb ik dat direct herlezen. Met dankbaarheid kijk ik terug op deze Thailandreis.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 20 juli 2019