Cornelis Blaak
1899-1942
Oorlogsslachtoffer
Geboren op 07-12-1899 in Oudenhoorn (ZH)
Overleden op 03-1942 in Loeboekkelihat, Zuid Sumatra
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Een leven van herinneringen
Het is niet uitzonderlijk als je een of meer van je grootouders nooit hebt gekend. Het komt ook vaker voor dat je een van je ouders op jonge leeftijd verliest. Maar als zoiets gebeurt slaat dat als het ware een gat in je leven. Waar zich gebeurtenissen hadden moeten voordoen, zijn nu alleen nog maar herinneringen.
Cornelis (Kees) Blaak was een KLM-vlieger, die in de oorlog in het toenmalige Nederlands Indië semi-militaire vluchten uitvoerde. Tijdens een van die vluchten moest hij eind februari 1942 met zijn crew een noodlanding maken. Kort daarna werden zij vermoord. Blaak en zijn mensen werden wel begraven, maar omdat dat vlak naast een rivier gebeurde zijn de lichamen weggespoeld en nooit meer teruggevonden. Voor zijn vrouw, zijn kinderen Gerda en Jacob en zijn kleinkinderen restten slechts herinneringen.
Wij praten daarover met Gerda Groeneveld-Blaak, haar zoon Chris en haar nicht Aline Blaak, dochter van de inmiddels overleden Jacob Blaak.
“Het beroep van vliegenier had destijds eenzelfde status als dat van astronaut vandaag de dag”. weet Gerda Groeneveld-Blaak. “We hadden het goed al realiseer je je zoiets later pas. Vader was de jongste uit een gewoon gezin. Opa, landarbeider in Oudenhoorn op Voorne Putten, liet zijn jongste doorleren. Tijdens zijn diensttijd kwam Kees Blaak met de vliegtuigenwereld in aanraking, eerst als vliegtuigmaker, later als vliegenier.”
Zoals gezegd had het vak van vliegenier destijds veel status. De KLM ontdekte als het ware nieuwe werelden en vliegers waren een soort tijdreizigers. Maar in 1942 werd Kees Blaak vermoord en toen dat bericht in 1945 Nederland bereikte bleef er voor zijn gezin niet meer dan een vooroorlogs pensioen. “Ik heb me daardoor nooit tekort gedaan gevoeld”, kijkt mevrouw Groeneveld terug. “Maar ik weet nog wel dat moeder in Amsterdam een bank bezocht om te proberen om geld vrij te krijgen dat vader destijds apart had gezet. Tevergeefs overigens en ook van zijn persoonlijke spullen hebben we nooit iets teruggezien. Ik weet zeker dat mijn broer en ik een ander leven hadden gehad als hij was teruggekomen. Ik zou ook best willen weten wat voor man hij echt was. Moeder zei altijd dat hij bescheiden was. Misschien had dat met zijn eenvoudige afkomst te maken. In die tijd speelden standsverschillen een grotere rol dan nu. Maar hij stond bekend als een goede vlieger.
Na 1945 was dat allemaal weg. In het begin van de oorlog hadden we nog wel Rode Kruisbriefjes gekregen. Toen dat stopte moet moeder al wel hebben aangevoeld dat het fout zat. Ze praatte er weinig over. Misschien vond ze dat te moeilijk. Voor zichzelf of voor ons.”
“Bij ons thuis kwam het gesprek soms wel op opa”, herinnert Aline Blaak zich. “Dan vertelde vader dat opa ook bij de KLM werkte. Dat deed hij zelf ook, zij het in een technische functie en niet als vlieger. Maar het bleef allemaal een beetje aan de oppervlakte al heb ik later (en vooral tijdens zijn ziekte en overlijden) wel beseft hoe moeilijk hij het ermee had.”
Gerda Groeneveld-Blaak vertelt dat ze tot na de oorlog pianoles had. “Ik heb telkens alles wat ik tot dan toe had geleerd geperfectioneerd. Want als papa thuis kwam moest ik alles foutloos kunnen spelen. Vader was dan wel dood verklaard maar er gingen nog allerlei verhalen rond. Ik heb tot zo ongeveer aan mijn trouwen nog een soort half geloof gehad dat hij zou kunnen terugkomen. Maar aan de andere kant had ik ook een normaal leven en toen ik moeite had om bij te blijven op het gymnasium heb ik de pianoles er maar aangegeven.”
Moeder Blaak had het na het overlijden van haar man niet gemakkelijk. Zij had een broer, die vanwege de oorlogsjaren met zijn vrouw langer op Curaçao had gewoond dan de bedoeling was, en na terugkeer in Nederland een jaar bij haar introk. In 1949 overleed haar vader en vanaf 1951 had zij haar moeder in huis. Als gevolg van dat alles kon ze niet genoeg aan zichzelf toekomen. Op haar 62e kreeg ze een hartinfarct en begon ze te sukkelen met haar gezondheid. Op haar 65e overleed ze. Haar dochter Gerda zegt: “Ze heeft een zwaar leven gehad.”
“In mijn leven speelt opa hooguit een abstracte rol”, vertelt Chris Groeneveld. ”Er werd in mijn jeugd wel over hem verteld en als jongen spreekt zoiets je wel aan. Veel meer was dat niet, maar toch… Toen wij van Amstelveen naar de regio Heemstede gingen verhuizen bekeken we ook huizen in de buurt waar zij hadden gewoond, zelfs nog een huis dat op hun oude woning uitkeek. Ik herinner me nog goed het gevoel dat ik daarbij had, zo van: kijk opa, je kleinkind is toch wel aardig terecht gekomen.”
Aline Blaak kwam wel bij de KLM terecht en haar broer ook, al speelde opa daar geen enkele rol meer bij. “Mijn vader zei “misschien is dat wel wat”. Ik solliciteerde, werd aangenomen en ben blijven hangen. Mijn vader vertelde wel dat oudere mensen nog wel wisten dat hij de zoon van Kees Blaak was en hij heeft ook nog wel naar documenten van hem gezocht. Hij was trots op zijn vader. Ik weet nog dat er een Douglas DC3 op Schiphol kwam te staan, het toestel waar opa mee gevlogen had. Daar moesten we onmiddellijk samen naar kijken.”
Het overlijden van Kees Blaak is met onzekerheden omgeven, dus blijft het zoeken naar zekerheden. “Maar”, zegt Chris, “vanuit mijn eigen werk bij de Koninklijke Bibliotheek weet ik dat er alleen nog nieuwe feiten tevoorschijn komen als er een nieuwe bron beschikbaar komt. De kans daarop is klein en dus heeft het weinig zin om je met speculaties bezig te houden.” Het tekent de nuchterheid, maar ook het respect, waarmee de familie met de herinneringen omgaat
Kees Blaak (1899-1942) deed zijn plicht in moeilijke dagen en betaalde daarvoor de hoogste prijs. Zijn dood heeft de levens van zijn kinderen en kleinkinderen beïnvloed, maar er is ook nu, zo veel jaren later, nog alle reden om trots op hem te zijn.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 05 oktober 2020
De Koninklijke Indische Luchtvaart Maatschappij (KNILM).
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 19 mei 2018