André Reigersman
1882-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 62 jaar geworden
Geboren op 06-11-1882 in Breda
Overleden op 06-02-1945 in Bergen-Belsen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Mijn vader André Reigersman
Het kamp Bergen-Belsen na de bevrijding: het kamp werd half april 1945 door Britse troepen bevrijd: een Brits militair beschreef zijn ervaring: ,,Er was geen geluid of teken van leven. De gevangenen glimlachten zelfs niet, zij lagen daar en staarden ons aan. En de meesten van ons staarden terug. Het kamp telde toen circa 60.000 gevangenen. In januari 1945 waren dit er nog geen 20.000.
Op de grote toename, die het gevolg was van de ,,Evakuierungs-transporte”, was het kamp Bergen-Belsen geheel niet ingericht. Hoe gruwelijk de toestand in het kamp met zijn talloze zieken, stervenden en stapels lijken was bleek o.a. ook daar-uit dat eind april nog circa 300-400 personen per dag (!)stierven; voordien was dit cijfer 500-600. Deze cijfers waren waarschijnlijk te laag(?) geschat.
In totaal stierven 1943-1945 in Bergen-Belsen circa 50.000 mannen, vrouwen èn kinderen. De doodsoorzaak was tyfus, dysenterie, t.b.c., door ranselen veelal op bevel van de Duitsers door een medegevangene ,,voor een goede boterham”, d.w.z. voor extra voedsel, of de belangrijkste: moedwillige verhongering, d.i. dus eveneens (massa-) moord. De Britten achtten het noodzakelijk dat Duitse burgers geconfronteerd werden met wat er in het kamp was aangetroffen.
Op 24 april werden o.a. de burgemeesters van Celle en andere stadjes in de buurt naar Bergen-Belsen gebracht en rondgeleid. Zij werden er aan herinnerd dat de Britten al een week bezig waren met het opruimen van lijken (d.w.z. de Britten dwongen de voormalige (S.S.) bewaking van het kamp tot het opruimen daarvan), zodat de situatie al was verbeterd. Kolonel Spottiswoode, commandant van het militaire Bestuur, sprak o.m. als volgt: ,,Wat u hier zult zien is de definitieve en totale veroordeling van de nazipartij. Het rechtvaardigt elke maatregel die de Verenigde Naties zullen nemen om die partij te liquideren. Wat u hier zult zien is zo’n schande voor het Duitse volk dat zijn naam moet worden gewist [!] van de lijst van beschaafde naties”.
In Bergen-Belsen en de andere Duitse vernietigingskampen toonde nazi-Duitsland zijn ware, afzichtelijke gezicht, hebbende de nazi’s geen enkel medegevoel, geen enkel respect voor het menselijk leven. Individualiteit werd je ontnomen, je droeg in de kampen een nummer, was niet meer dan een nummer, dit impliceerde het doel van de SS: de gevangenen zo kapot te maken, dat deze niet langer als menselijke wezens behoefden te worden beschouwd.. Het allerergste was niet de vreselijke honger, de dodelijke kou of ziekte (o.a. tyfus, dyfterie) enz., maar de vernedering niet meer als mens te worden behandeld. De schrijver Primo Levi verwijt ,,de overgrote meerderheid van de Duitsers” dat zij Hitler hadden gevolgd ,,zolang geluk en gewetenloosheid zijn ster deden rijzen.” Bron: Levi’s laatste boek: De verdronkenen en de geredden, een bundel essay’s uit 1986 over onderdrukkers en onderdrukten (onder wie Levi zelf) in de nazi-concentratiekampen (Levi benam zich het leven in 1987, de gruwelen waarmee hij was geconfronteerd heeft hij waarschijnlijk niet kunnen verwerken).
Ter nagedachtenis aan de ontelbare slachtoffers werden in Bergen-Belsen verscheidene monumenten opgericht. Ter herdenking van de Nederlanders die daar omkwamen werd op 19 oktober 2006 (pas na ruim 60 jaar) een herdenkingsplaquette onthuld door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Met mijn dochter Caroline en zoon Andreas was ik van de plechtigheid getuige*. Bij de onthulling met stemmige muziek (koor) en veel bloemen sprak -geëmotioneerd- ook de staats-secretaris van Nedersaksen - duidelijk klonk de smet door die de nazi’s op Duitsland hadden gewor-pen-. Tenslotte sprak het hoofd van de educatieve dienst van de Gedenkstätte Bergen-Belsen. In mijn geheugen zal gegrift blijven de bejaarde overlevende die tijdens de plechtigheid heel stevig werd vastgehouden, met een arm van een nabestaande om hem heengeslagen en de foto in het voorlichtings-gebouw van een cello-spelend jong meisje dat het kamp niet overleefde. De massaliteit van de ge-doden gaat het begrip te boven.
Bij de vervulling van zijn dienstplicht bezocht Andreas in de periode van Nederlandse militaire oefeningen in Duitsland in 1989 –in verloftijd– reeds de door de Duitsers onderhouden ,,Gedenkstätte Bergen-Belsen”. Op het terrein van het voormalige concentratiekamp bevinden zich thans, behalve een voorlichtingsgebouw met expositieruimte (in het najaar 2007 kwam een nieuw museumgebouw gereed), een gedenknaald met lange muur waarin door verscheidene nationaliteiten gedenkplaquettes zijn aangebracht**.
Voorts zijn er 11 massagraven voorzien van aanduidingen in steen aangevende de duizendtallen die er rusten en wier stoffelijke overschotten globaal nog telbaar waren. Ten slotte zijn er verspreid over het terrein enkele symbolische grafstenen zoals een voor de kinderen Margot en haar zusje Anne Frank (de schrijfster van het wereldberoemd geworden dagboek: Het Achterhuis), die er dus niet begraven zijn.
Barakken uit de concentratiekampperiode zijn niet meer aanwezig; zij werden na ontruiming met het oog op het ernstige besmettingsgevaar (tyfus) door de Britten verwijderd (verbrand). Wij waren op de plaats waar de barakken zich bevonden, bestemd voor de ,,Häftlinge” (de niet-joden) en waar het aardeleven van André eindigde. De joden (sterjoden) waren ,,geïnterneerden” en zaten in een afzonderlijk gedeelte van het kamp. De behande-ling was er ,,beter”, naar men zegt, de voedselvoorziening nog slechter.
Het concentratiekamp Bergen-Belsen van weleer met zijn misdaden tegen de mensheid staat in schril contrast met de huidige indrukwekkende, aan een rand beboste wijdse vlakte met hier en daar jonge oplichtende berkebomen, een vlakte die tijdens ons bezoek het door fraai herfstweer versterkte karakter had van een natuur- en stilte gebied.
De Britten richtten in 1945 in Lüneburg een militair tribunaal op dat de eerstverantwoordelijken in de,,leiding” van het concentratiekamp Bergen-Belsen ter dood veroordeelde. Kampcommandant Kramer, dokter Klein en Irma Grese, de laatste ,,een creatuur zonder geweten, zonder mededogen en zonder angst”, werden met nog acht anderen in december 1945 opgehangen. Lit.: Ben Shephard, ,,Na zonsopgang, de bevrijding van kamp Bergen-Belsen 1945”, uit het Engels vertaald, uitgave Contact (2005), en Eberhard Kolb, oud-hoogleraar moderne geschiedenis te Keulen, ,,Bergen-Belsen 1943-1945”, uitg. Vandenhoeck & Ruprecht, Göttingen (1996), met literatuurvermelding. In zijn boek zegt Kolb: ,,Zusammenfassend kan … gesagt werden: dass es sich beim Belsen-Prozess nicht um eine summarische Siegerjustiz handelte, sondern dass das brittische Militärgericht redlich bemüht war, die wirklichen Schuldigen unter den Angeklagten herauszufinden und an gemessene Urteile zu fällen”.
* Dank zij de Oorlogsgravenstichting.
** De laatste jaren kennen wij in Duitsland en daarbuiten (sedert 2007 ook in Nederland) reeds op vrij grote schaal ,,Stolpersteine” (struikelblokken), geïntroduceerd en vervaardigd door de kunstenaar Gunter Demnig. Het zijn stenen 10 x 10 cm met summiere persoonsgegevens die ingemetseld bij woningen op bescheiden, doch indringende wijze de herinnering levend houden dat terplekke iemand woonde die als gevolg van de nazileer en nazipraktijken de dood vond.
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 08 augustus 2017
Korte biografie van mijn vader André Reigersman
Geplaatst door Andreas Reigersman op 30 augustus 2018