Foto van het graf van Ldst Sld. Hendrik Anthony Reinders Folmer, gemaakt op 8 mei 2020 op het Ambon War Cemetery, Ambon, Molukken, waar mw. Paulien Joel-Parera, vertegenwoordigster van de. Protestantse Kerk te Kusu- Kusu op Ambon, bloemen legt op verzoek van Jac.Z. Brijl luit.kol.b.d., ook namens de familie Reinders Folmer. Sluiten

Hendrik Anthony Reinders Folmer werkte voor de oorlog als ambtenaar bij het Min. v. Weg en Waterbouw In Batavia, als Administrateur Rijstland.Zoals alle Landstormplichtigen moest hij zich op 7/8 dec 1941 melden bij zijn eenheid, t.w. het Ldst.Bat. Batavia. Op 17 maart 1942 werd hij door de Japanners in Bandoeng geïnterneerd. Na enige tijd werd hij overgebracht naar Batavia, waar hij in de voormalige KNIL. kaz. V.h Xe Bat Inf. werd geïnterneerd.Toen na enige tijd het tij begon te keren ten voordele van de Geallieerde Strijdkrachten (Verenigde Staten, Engeland, Australië en Nederland) in o.a. Zuid Oost Azië, en Geallieerde troepen erin waren geslaagd een aantal eilanden en gebieden weer terug te veroveren op Japan, besloten de Japanners met spoed nieuwe vliegvelden aan te leggen en versterkingen te bouwen op de Molukken.De krijgsgevangenen (kgvn.) die geïnterneerd waren in de voormalige KNIL. kazernes werden via Batavia op per trein op transport gesteld naar Soerabaja. Dit was een verschrikkelijke reis waarbij onderweg water noch voedsel beschikbaar werd gesteld. Na aankomst op het station te Soerabaja werden de krijgsgevangenen door luid schreeuwende, schoppende en slaande Koreaanse militairen opgejaagd en naar het voormalig Jaarbeursterrein gebracht, dat als interneringskamp was ingericht. De situatie in dit kamp was bijzonder slecht. Vele kgvn. hadden last van ernstige oogziekten en van dysenterie; de medische verzorging was onvoldoende en men leed honger door het weinige en slechte voedsel dat men in dit kamp kreeg. Na enige dagen verblijf moest de kgvn., in groepen van ca. 200 kgvn “met al hun spulletjes” op een trein stappen, die hen naar het station Goebeng, bij het havenemplacement van “Tandjong Perak” (“De zilveren Kaap”) bracht. Vervolgens werden zij naar de Molukken getransporteerd, waar zij moesten werken aan de bouw van wegen en vliegvelden.In de haven lagen schepen klaar, die de kgvn. naar het eiland Haroekoe zouden brengen. (Haroekoe is een klein eiland tegenover de zuidkust van Ceram). Alle zeetransporten vanuit Soerabaja naar de eilanden Flores, Ambon en de omliggende eilanden en visa versa zouden later de beruchte naam “Molukkentransporten” krijgen, met de z.g. Japanse “Hell”-schepen.Het transportschip de “Cho Saki Maru” (soms aangeduid als Matsukawa Maru) vertrekt op 22 april 1943 in konvooi met de “Amagi Maru” naar Haroekoe. De schepen vervoeren samen 2061 mannen (1716 Engelsen en 345 Nederlanders). Door de slechte hygiënische omstandigheden aan boord van de beide schepen breekt dysenterie uit. Bij aankomst lijden 160 man aan deze besmettelijke ziekte, er zijn dan nog geen sterfgevallen. Op 5 mei 1943 komen de schepen aan in Haroekoe. Het kamp ligt vlak bij de stad Palao (ook wel Pelauw), gelegen op de noordkust. De krijgs¬gevangenen moesten het zelf bij aankomst bouwen, van bamboe en atap, op het strand. In het kamp breekt de dysenterie in volle omvang uit: 1300 zieken. Na een verblijf van 5 maanden in het kamp blijken 300 man over¬leden aan deze ziekte, en door verhongering. als gevolg van ontberingen tijdens de slavenarbeid aan het vliegveld Kario op Haroekoe. Ldst.Sld.KNIL. Hendrik Anthony Reinders Folmer overleed op 9 juni 1943. Hij is begraven op het “Ambon War Cemetery” te Ambon in vak/rij/nr. 9B9. Sluiten