Maarten Reuchlin
1911-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 33 jaar geworden
Geboren op 03-02-1911 in Rotterdam
Overleden op 15-11-1944 in Venlo, vliegveld Fliegerhorst
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De ondergedoken wagon
In de loop van de zomer van 1944 werd het de bezetter duidelijk dat de geallieerden Eindhoven in het zicht hadden en de bevrijding van de stad niet lang meer op zich zou laten wachten. De in Eindhoven aanwezige Duitse soldaten zijn daarom in...
Lees meer
In de loop van de zomer van 1944 werd het de bezetter duidelijk dat de geallieerden Eindhoven in het zicht hadden en de bevrijding van de stad niet lang meer op zich zou laten wachten. De in Eindhoven aanwezige Duitse soldaten zijn daarom in allerijl begonnen met de terugtrekking naar het noordoosten en oosten van Noord-Brabant en Limburg. Tijdens deze actie zijn logistiek strategische punten in en rond de stad onklaar gemaakt en materiaal dat nog van nut kon zijn, werd meegenomen.De gloeilampenfabriek van Philips beschikte over een aanzienlijke hoeveelheid wolfraam en platina, dat onder meer gebruikt werd voor het vervaardigen van lampen. Het werd aangevoerd over het spoor. Ook de Duitsers zagen dit als waardevol materiaal voor het vervaardigen van oorlogsmaterieel en wilden het mee terugnemen naar Duitsland.In de 'Ondergedoken wagon' zat dus inderdaad een lading platina en wolfraam, dat de Duitsers veilig wilden stellen na flinke bombardementen door de RAF op de gebouwen van Philips. De heer Willem Jan Jonker (adjunct-commies bij de Nederlandse Spoorwegen) en de heer Maarten Reuchlin (ingenieur van Philips) wisten van het bestaan van de wagon en besloten deze te verstoppen door het achter het toenmalige slachthuis aan de Celebeslaan in Eindhoven te rangeren en de wagons en rails aldaar te saboteren.Philips heeft in de oorlog een dubieuze rol gespeeld. Enerzijds door de Duitsers te helpen met productie van apparaten en materialen voor de oorlog. Maar waar we dankbaar voor mogen zijn, is dat Philips ook een heldenrol heeft gespeeld in de Tweede wereldoorlog door werkverschaffing te realiseren, waar de arbeiders het echt goed hadden. Een voorbeeld hiervan is in Kamp Vught, waar Philips 'gevraagd' werd om een fabriek op te zetten. Frits Philips heeft hier uiteindelijk mee ingestemd, maar wel op zijn voorwaarden: De fabriek in Kamp Vught zou eigen bewaking krijgen (en dus niet van de SS), Philips zou warme maaltijden verzorgen voor de arbeiders die te werk werden gesteld (later ook bekend als de Phili-prak), en Philips zou zelf de werktijden bepalen. Veel mensen hebben hierdoor uiteindelijk hun verblijf in het Konzentrationslager Herzogenbusch overleefd zoals de Duiters Kamp Vught officieel noemden.Ondanks de goede verstopplek, werd de wagon met platina en wolfraam uiteindelijk toch ontdekt door de Duitsers. Ze waren natuurlijk helemaal niet blij met de sabotage van de trein en de rails. De lagers van de trein hadden aanzienlijke schade, maar konden nog wel gerepareerd worden. Ook de rails werden provisorisch hersteld. Na een paar dagen waren de wagons weer gereed voor transport en vertrok rooftrein uit Eindhoven richting Duitsland. Toen Jonker en Reuchlin hoorden van de vondst door de Duitsers en veronderstelden dat de lading allereerst naar Helmond zou worden vervoerd, besloten ze de trein op een tandem achterna te fietsen. De reden voor het gebruik van een tandem lag in het feit dat Maarten Reuchlin een arm miste en over een kunstarm beschikte. Het gebruik van een tandem zou dan ook sneller gaan. Koste wat kost moest deze lading uit de handen worden gehouden van de Duitsers.Toen bleek dat de trein zich niet in Helmond bevond, zijn ze langs het spoor verder gefietst naar het oosten. Ten tijde van deze actie heeft het verzet bij Horst-America getracht het spoor op te blazen, om zo verder transport onmogelijk te maken. Toen dit mislukte, waren de Duitsers in het gebied extra alert op mogelijke sabotage-acties.Jonker en Reuchlin waren met de tandem uiteindelijk aangekomen bij Griendtsveen en werden bij een controlepost van de SD staande gehouden. Omdat Willem Jan Jonker zijn NS-uniform droeg, dachten de Duitsers dat hij en Maarten Reuchlin spionnen waren en arresteerden beide mannen.De heren Jonker en Reuchlin waren bij Griendtsveen door de Sicherheitsdienst onder leiding van dhr. Conrad op 30 september 1944 opgepakt en gevangen gezet in een Venlose gevangenis. Op 13 oktboer 1944 werd ook Venlo gebombardeerd door de RAF, waarbij de bewuste gevangenis ook deels geraakt werd. Door dit bombardement kon Reuchlin ontsnappen en in een beeldenfabriek van A Gödden onderduiken. Nadat de situatie in Venlo echter onhoudbaar werd, besloot Reuchlin een veiliger onderduikadres te zoeken. Echter, tijdens zijn vlucht uit de gevangenis heeft Reuchlin zijn kunstarm in zijn cel laten staan. Hierdoor wisten de Duitsers precies wie er was ontsnapt. Op 13 november werd Reuchlin weer opgepakt, omdat hij met slechts één arm natuurlijk opviel.Op 15 november 1944 werden de heren Willem Jan Jonker en Maarten Reuchlin uit hun cel gehaald, naar het nabij gelegen vliegveld Fliegerhorst gebracht, en ter hoogte van de Toeperweg gefusilleerd
Sluiten
Bron: Rien Kluitmans uit Geldrop
Geplaatst door maarten reuchlin op 29 augustus 2016