Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Over Jettchen van der Rhoer-Heinemann.
Jettchen van der Rhoer-Heinemann, de moeder van Bernhardine,
was weduwe van Joseph van der Rhoer. Zij was
moeder van acht of negen kinderen, van wie er een aantal
in Amsterdam woonde. Zij woonde volgens joodsmonument.
nl in april 1942 bij haar oudste dochter Rosa en
schoonzoon Mozes van Leeven in de Hendrik Zwaardecroonstraat
30 in Den Haag. Rosa en Mozes van Leeven
hebben – evenals twee andere kinderen van Jettchen – de
oorlog overleefd.
Volgens de Stichting Sjoa woonde Jettchen van der Rhoer
bij haar overlijden in Voorburg, Koningin Wilhelminalaan
342b (waarschijnlijk is bedoeld 32b). Zij is als eerste van
het gezin waarvan zij destijds deel uitmaakte, omgekomen.
Jettchen staat nog op een lijst met niet-opgeëiste, c.q.
niet-uitgekeerde levensverzekeringen.Jettchen trad op als getuige bij de voltrekking van het
huwelijk van haar zuster Dina Heinemann die in Amsterdam
woonde. Bijzonder is dat het huwelijk werd
gesloten in het kamp Westerbork op 24 april 1943.
Enkele dagen later werd Jettchen in Sobibor vergast.
Haar zus Dina volgde met haar man op 3 september
1943, dezelfde dag als waarop Bernhardina Vega en
haar zoontje Isaäc zijn vergast.
Bron: Historisch Voorburg Jaargang 21 2015, Nummer 1/2, 70 jaar vrede en vrijheid.
SluitenGeplaatst door Jurriaan Wouters op 21 december 2020