Gerrit Riezebos trad in 1934 in dienst. Op 27 september 1938 werd hij bevorderd tot onderofficier en behoorde hij tot het instructief kader van de brigade Genietroepen (Naam- en Ranglijsten 1939).
Als sergeant bij de Genie had Gerrit Riezebos zich in 1943 moeten melden, ten einde te worden teruggevoerd in krijgsgevangenschap. Hij heeft zich echter niet gemeld en is waarschijnlijk ondergedoken. In 1944 werd hij gevangengenomen en op 12 juni 1944 bevond hij zich in het Wehrmachtslager te Amersfoort, waar hij een bedrag van 10 gulden liet bijschrijven (Archief Eemland, collectie Nefkens, betalingslijsten).
Hij vertrok rond 28 juni 1944 naar Duitsland, waar hij op 30 juni 1944 aankwam in het krijgsgevangenenkamp Stalag IV-b Mühlberg. Daar ontving hij het krijgsgevangenenummer 271335.

Op 7 augustus 1944 werd hij opgenomen in het Res. Lazarett Mühlberg met verschijnselen van Difterie

Nationaal Archief collectie 1001

Op 19 augustus 1944 overleed hij aan een hartverlamming. Hij werd begraven op de begraafplaats te Neuburxdorf, graf 541.
Kort na de oorlog werd het graf verplaatst naar Berlijn -Tegel onder TD29-22 kist 1588 (Nationaal Archief collectie 2.13.5220 gravendienst). Later is het graf overgebracht naar begraafplaats Bloemendaal te Overveen.

Bron: E. van der Most "Besondere Krankheitsgeschichten und Ärztliches Geheimnis", uitgave in eigen beheer, Gouda 2020.