Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Bersiap: lotgevallen Alexander Marie Johan de Roock in Batoe bij Malang
Vanaf 17 oktober 1945 werden (Indo-)Europeanen door het Republikeinse leger TRI opgepakt, waarbij oudere jongens en mannen uit Batoe e.o. in eerste instantie opgesloten werden in Huize Johny Boy (kamp Poenten) en vrouwen, oudere mannen en kinderen in woningen ernaast. Vanaf dit tijdstip tot aan de evacuatie in juli 1946 werden deze personen om onopgehelderde redenen van het ene naar het andere kamp in Batoeverplaatst. Andere kampen in Batoe waren Batoe-Songgoriti, Batoe Temas (sanatorium), Batoe Villa Van Nijland en Batoe Zusterschool.
Situatie in de kampen
Op last van Indonesische autoriteiten mocht in het begin aan de geïnterneerden geen geneesmiddelen verstrekt worden. Eerst na enige maanden kwam daarin verandering. Water: Moest soms op 1,5 km van de kampen gehaald worden.
Voedsel: Was onvoldoende, sommigen kregen zelfs geen ontbijt. Er was sprake van ondervoeding (2x 200 gram rijst met wat sajoer, tempeh per dag).
Sanitair: Was voor de geinterneerden in slechte staat en onvoldoende, een open goot.
Medische zorg: Was zeer slecht, de Indonesische kamparts Dr. Tresoelo deed niets.Vanwege medicijnengebrek schreef de Duitse dokter Michaelis Norit voor als eenheidsmedicijn! Sommige TBC-patiënten moesten toch kampwerk doen.
De kampbevolking werd geboycot: eten en drinken waren soms niet meer verkrijgbaar. Er vonden huiszoekingen van gewapende pemoeda’s plaats. De vrouwen Sporrie en Majenius uit Poenten werden door extremisten gekidnapt en sindsdien vermist.
Begin februari vond er grote schoonmaak plaats in verband met het aangekondigde visitatie bezoek van het Internationaal Rode Kruis IRK op 13 februari 1946. Daarna verbeterde de kampsituatie hoegenaamd niet Op 13 september 1946 was er een tweede visitatiebezoek van het IRK.
Minstens 21 personen stierven in deze kampen. Hun doodskisten moesten lopend naar de op 6 km gelegen Europese begraafplaats worden gebracht. Overlijdensgevallen dienen ook te worden toegeschreven aan het onvoldoende verlenen van geneeskundige hulp door de kampleiding. Voedselverstrekking was in het algemeen onvoldoende. Mensen stierven aan ondervoeding.
Alexander Marie Johan de Roock was één van de slachtoffers in Batoe. Niet uitgesloten mag
worden dat hij aande ontberingen in één van de Republikeinse kampen stierf. Deze kampen
worden ook “Beschermingskampen” genoemd!
Zijn overlijdensakte werd pas in 1948 in de Bijzondere Registers van de Burgerlijke Stand te Batavia/Jakarta ingeschreven onder nummer 38. B.S. 1948/38 BR.
Geplaatst door Peter van den Broek op 25 november 2024