De tanker Mamura (kapitein Rink Dobbinga) is onderweg met een lading benzine op de Atlantische Oceaan, van Houston (VS) naar New York, met eindbestemming Halifax (Can). Het schip wordt op 26 februari 1942 om 11.00 uur voor de kust van Florida gedetecteerd door de Duitse onderzeeboot U-504 (Korvettenkapitän Hans-Georg Friedrich Poske). Na twee uur is de onderzeeboot in een aanvalspositie en om 13.16 uur vuurt U-504 twee torpedo’s af. Na 22 seconden slaan ze in ter hoogte van de machinekamer en de boeg. Enorme explosies zetten de Mamura direct van voor tot achter in vuur en vlam. Brandende benzine komt in zee terecht. De U-504 is tijdens de ontploffing slechts 400 meter van de tanker en moet omkeren en duiken om brandende benzine en rondvliegende brokstukken te vermijden. Als de onderzeeboot acht minuten later weer opduikt, blijkt de Mamura in twee delen te zijn gebroken. Het achterschip zinkt na korte tijd en van het voorschip is alleen nog een klein gedeelte zichtbaar. Geen van de 56 opvarenden (waaronder vijfde machinist Rozeboom) overleeft de aanval. Sluiten