In de gevangenis in Assen en in het beruchte Scholtenshuis aan de Grote Markt in Groningen is Steven Rozeman ernstig mishandeld, gemarteld en bijna doodgeslagen in het bijzijn van zijn zoon Albert. Steven leest in de gevangenis in de krant, dat Albert op 6 juni 1944 D-day is gefusilleerd. 'Toen lag ik nog op de ziekenzaal. Ik ben erg ziek geweest, haast dood geslagen. Doch ik ben er nu over heen'schrijft hij aan zijn zus Gé. Op 3 augustus schrijft hij dat hij de volgende dag op transport gaat met onbekende bestemming. Hij wordt overgebracht naar het concentratiekamp Vught en is nog niet hersteld van de verwondingen, die het gevolg zijn van de zware mishandeling in het Scholtenshuis. Op 6 september gaat hij op transport naar het Duitse Oranienburg. Vier dagen in een veewagen staan. En daar sterft hij van uitputting op 30 januari 1945. Sluiten