Simon Rudelsheim moest zich als volbloed Jood op 17 augustus 1942 melden in Rotterdam. Op die dag is hij inderdaad vanuit Delft vertrokken, zoals later bleek, om te trachten om over land naar Engeland te ontkomen. Hij was daarbij in gezelschap van twee lotgenoten: de eerste werd in Brussel gearresteerd; de tweede liep in Noord-Frankrijk in de val. Rudelsheim bereikte Parijs en woonde daar enige tijd. Op 2 november 1942 ontving de Rijks Recherche Centrale uit Den Haag een schrijven van Bureau Befehlhaber der S.D. im Bereich des Sicherheitsbefehlshaber in Frankreich, waarin aan de hand van drie foto's identificatie van een lijk werd gevraagd. Het lijk werd geïdentificeerd als zijnde van Rudelsheim. Het Duitse schrijven was vergezeld van een dossier waaruit bleek, dat de Duitsers Rudelsheim niet vanwege zijn Jood -zijn ombrachten. Helaas ging dit dossier ten dele verloren bij het bombardement van Nijmegen op 22 februari 1944. Het overige deel van het dossier is sinds de bevrijding door vele militaire handen gegaan en op raadselachtige wijze verdwenen. Wel nimmer zal de tragedie welke in Parijs om Rudelsheim afspeelde, kunnen worden opgehelderd. Sluiten

Simon Bernard Rudelsheim gaat in 1939 studeren aan de Technische Hogeschool in Delft. Als de universiteit door de Duitse bezetter gesloten wordt, besluit hij naar Engeland te gaan. Hij wordt op 21 augustus 1942 in de Franse gemeente Langres door de Duitse Feldgendarmerie gearresteerd. Achteraf blijkt dat hij in Parijs zijn portefeuille met paspoort heeft weggegooid. Het paspoort is door iemand gevonden die het aan de Duitsers heeft overhandigd.Hij wordt opgesloten in een cel van het politiebureau te Langres. Als de Duitsers hem twee uur na zijn arrestatie willen ondervragen, heeft hij zich in zijn cel opgehangen. Simon Rudelsheim is begraven op het kerkhof van Langres. Sluiten