Berend werkte als smid/plaatwerker bij de Arnhemse Stoomsleephelling Maatschappij (ASM). De ASM was in 1889 opgericht en was de tweede grootste werkgever in de stad van Arnhem. Aanvankelijk werden in de fabriek scheepsmachines gebouwd. Na de vergroting van de fabriekshaven in 1909 werden er ook schepen gebouwd.

In de zomer van 1942 werd Berend door het Gewestelijk Arbeidsbureau in Rheden gevorderd voor tewerkstelling in Duitsland. Hij werd als dwangarbeider tewerkgesteld bij de Deutsche A.G. Werke in Kiel.

Berend werd ondergebracht in het kamp Katzheide in Kiel. Daar werd hij in november 1944 zwaar mishandeld. De aanleiding hiervoor is niet bekend. Uiteindelijk is Berend overgebracht naar een ziekenhuis in Kiel waar hij aan bloedvergiftiging is overleden op 4 december 1944.

Na de oorlog, in 1951, is zijn stoffelijk overschot op verzoek van de familie overgebracht naar Nederland en herbegraven in Rheden.

Toen het graf in Rheden voor ruiming in aanmerking kwam, heeft de Oorlogsgravenstichting zijn stoffelijke resten overgebracht naar het ereveld Loenen op de Veluwe. Daar rust hij sinds 13 maart 1970 in vak E grafnummer 731.

Bron: Familie Scheffer en Oorlogsgravenstichting