Aron Schelvis werd geboren op 29 november 1925, Amsterdam Schelvis, kleermaker van beroep, woonde in de stad Bussum, op het adres Floralialaan 26 a. Zijn woning deelde hij met een familielid Meir Schelvis, die ook een kleermaker was. In de zomer van 1942 ging Schelvis met nog twee broers wonen in het huis van hun oudere zus, Margaretha, een naaister van beroep, en haar man Joseph Stodel, een kleermaker van beroep, woonden in Amsterdam, adres Afrikanerplein 50 I. Op 16 maart 1943 werd Schelvis naar het concentratiekamp Vught in Nederland. gestuurd. Vandaar werd hij gestuurd voor dwangarbeid naar een buitenkamp van Vught bij de bruggen van Moerdijk. Op 17 juli 1943 werd naar het doorgangskamp Westerbork gestuurd en vertoefde daar iets meer dan zes maanden. Op 15 november 1943 werd Schelvis gestuurd naar Auschwitz. Bij zijn aankomst in het kamp, kwam hij de selectie door en kreeg het gevangenennummer 164030. Schelvis was een gevangene in een van de buitenkampen van Auschwitz - de kolenmijn Gunthergrube, te Ledziny. Volgens documenten uit de archieven van Auschwitz onderging Schelvis periodieke medische onderzoeken in de kliniek van de Waffen SS in het kamp op 15 september 1944. Margaretha en Joseph Stodel werden vermoord in Auschwitz in augustus en september 1942. Ook de twee andere broers van Aron werden vermoord: Leendert, toen 20, werd vermoord in Auschwitz in mei 1944 en de jongere broer, Hartog, werd vermoord op 9 april 1943 in het vernietigingskamp Sobibor, hij was 14. Aron had nog een zuster Marianne, hier niet genoemd, geboren 06-05-1917 A'dam. Zij is omgebracht in Auschwitz op 22-10-1942. Bovenstaande tekst is een vertaling van de onderstaande link. Met dank aan de vrijwilligers van de Stichting Akevoth Sluiten